Werkende vrouw
Hogere sociale uitkeringen
Inkomstenbelasting
Eigen huis
grenzen
Reiskosten
Buitengewone
Sneller betalen
weduwen
lasten
Autorijden
Andere zaken
Premiedruk en
AOW’ers en
l
l
GROte GIFteN
AFTReKbAAR
<1
VRIJDAG 31 DECEMBER 1971
Erbij
Spelregels
belasting
1971
1972
bedragen na inflatiecorrectie en inclusief 5% wiebeltax.
109
142
260
383
512
648
790
939
1.095
1.255
1.424
1.599
1.779
1.964
2.153
2.347
2.545
2.746
2.953
3.163
3.378
3.598
3.820
4.048
4.280
4.517
4.757
5.002
5.504
6.023
6.559
7.112
7.683
8.270
9.814
11.459
13.171
14.937
18.630
22.494
28.548
49.740
71.482
93.552
202
304
410
521
637
757
830
1.009
1.141
1.277
1.419
1.564
1.714
1.869
2.027
2.190
2.357
2.528
2.704
2.884
3.069
3.258
3.451
3.648
4.056
4.481
4.924
5.384
5.861
6.355
7.66?
9.079
10.554
12.089
15.326
18.739
24.113
43.59?
64.361
85.889
179
276
375
482
591
707
827
952
1.082
1.217
1.358
1.500
1.650
1.804
1.963
2.125
2.293
2.466
2.644
2.826
3.012
3.399
3.805
4.229
4.672
5.132
5.611
6.888
8.254
9.689
11.187
14.358
17 710
22.996
42.198
62.647
83.856
182
279
381
489
602
723
847
975
1.110
1.250
1.395
1.546
1.701
1.861
2.026
2.371
2.735
3.120
3.524
3.947
4.390
5.579
6.874
8.234
9.669
12.734
16.007
21.204
40.224
van f 7110 naar f 7182. Maandbedrag: 598,50
van ƒ5016 naar ƒ5070. Maandbedrag: ƒ422,50
van 148,98 tot 155,22
van 167,70 tot 174,72
van 223,86 tot 233,22
van 248,04 tot f 258,18
van 274,56 tot 285,48
621
2.362
5.807
15.678
40.522
543
2.253
5.673
14.569
39.375
Inkomen
vrouw
4.800
8.000
12.000
20.000
36.000
Gezamenlijk belastbaar
inkomen man en vrouw
12.000
20.000
30.000
50.000
90.000
71-72
men moeten worden afgetrokken. Daarmee moeten we terdege rekening houden, als we onze netto-
bestedings-positie van 1972 vergelijken met die van het afgelopen jaar. We denken daarbij aan zaken
als stijgende gemeentelijke tarieven en uitbreiding van het plaatselijke belastinggebied. Aan de finan
ciële gevolgen die bepaalde beleidsbeslissingen in de subsidiesector kunnen hebben. Aan het omgebogen
kunst- en onderwijsbeleid. Aan de verzwaring van de sociale premiedruk, o.m. een gevolg van het te
ruglopen van het aantal produktieve mensen in NederlandEn aan al die belastingverhogingen die
doorwerken in de kosten van levensonderhoud, zoals de pittige accijns op frisdranken, die inmiddels al
onder cynische benaming „bubbeltax” bekendheid heeft gekregen.
Om u wat vertrouwd te maken met de belangrijkste nieuwe spelregels van de belastingdienst het
volgende overzicht. Tevens geven we de sociale premies zoals die voor 1972 gaan gelden, alsmede een
opsomming van de sociale uitkeringen per 1 januari.
In 1972 moet u er rekening mee
houden dat u niet zo lang meer
over uw belasting kunt doen, dan
voorheen. De termijn is namelijk
ingekrompen wanneer u te maken
hebt met een dagtekening op het
aanslagbiljet, die valt na afloop van
het tijdvak waarin de belasting
werd geheven. U hebt dan twee
volle maanden na die van de dagte
kening om te betalen. Voor alle
voorlopige en nader voorlopige aan
slagen met een dagtekening binnen
het tijdvak waarover belasting ver
schuldigd is verandert er niets. U
blijft daarvoor vijf maanden betaal-
ruimte houden. Ook voor de vermo
gensbelasting geldt overigens deze
nieuwe invorderingsregeling. Moet
de belastingdienst met aanmaningen
gaan werken, dan dient u te weten
dat de kosten daarvoor worden ver
dubbeld: het wordt ƒ2. Komt het
tot een dwangbevel dan moet u
voor elk bedrag dat de 50 belas
tingschuld overschrijdt, f 7,50 beta
len f was 5). Iedere f 100 boven de
100 komt er 1 voor het dwang
bevel bij. Voor postjes onder de 50
betaalt u 2,50.
136
231
330
434
543
657
775
898
1.026
1.160
1.297
1.440
1.586
1.738
1.894
2.088
2.220
2.389
2.564
2.724
2.927
3.307
3.705
4.122
4.557
5.009
5.479
6.733
8.091
9.519
11.010
14.176
17.532
22.846
42.198
62.911
84.408
107.654 108.575
109.832 110.793
134
232
335
441
553
668
788
913
1.042
1.175
1.313
1.455
1.602
1.753
1.909
2.069
2.234
2.402
2.576
2.753
2.935
3.122
3.313
3.509
3.709
4.123
4.553
5.002
5.469
5.953
6.456
7.788
9.205
10.683
12.223
15.456
18.860
24.200
43.517
64.016
85.261
109.078 110.09C
111.256 112.310
II. Gehuwden
(zonder kind.)
tarief
1971 1972
Het is mogelijk om vermindering
van loonbelasting te krijgen voor
betaalde hoge hypotheekrente eigen
huis. Die kan worden aangevraagd
bij de belastinginspecteur van het
rayon, waarin de belastingbetaler
ressorteert. Het verschil tussen hy
potheekrente en genormeerde huur
waarde moet dan wel groter zijn
dan f 2500 en de loonbelasting moet
de uiteindelijk verschuldigde in
komstenbelasting met meer dan 20
pet. en tenminste met 1000 over
treffen.
Onderhoudskosten voor het eigen
huis mogen bij de aangifte 1971 in,
maart niet meer worden afgetrokken
en er mag ook niet meer worden af-
geschreven, tenzij men nog in de
overgangsregeling zit.
Autorijden wordt in 1972 flink
duurder. Globaal zo’n 450 voor een
wagen van rond de 7 mille die
20.000 km per jaar loopt. De opcen
ten zijn van 174 op 224 gebracht.
Het maximum bedrag wordt nu
630 in plaats van 224. Een auto
van 600 kilogram kost 53 (motor-
rijtuigbelasting), plus 93 (174 oude
opcenten) plus 27 (50 extra nieuwe
opcenten) Totaal dus 173 motorrij-
tuigbelasting plus opcenten in 1972.
De benzineaccijns wordt verhoogd
met 5 cent per liter. Wiebeltax en
BTW maken dat er ruim 4 cent per
liter bij komt De Kamer deed er nog
1 cent bij omdat de wegenbelasting
dan minder omhoog kon. Wie met
een caravan achter zijn auto rijdt,
kan bij de ANWB precies te weten
komen hoeveel belasting hij daar
voor extra betaalt.
I. Ongehuwden
(tot 40 jr.)
tarief
1971 1972*)
134
168
285
408
537
674
817
967
1.122
1.285
1.455
1.631
1.811
1.997
2.185
2.379
2.578
2.779
2.987
3.198
3.414
3.633
3.858
4.087
4.319
4.557
4.799
5.045
5.551
6.074
6.614
7.172
7.748
8.341
9.900
11.550
13.257
15.021
18 700
22.548
28547
49.435
70.818
92.511
116.473 117.971
118.651 120.192
III. Gehuwden
(met 2 kind.)
tarief
1971 1972
III. Gehuwden
(met 5 kind.)
tarief
1971 1972
Per 1 januari is de premiedruk
voor de volks- en werknemersver
zekeringen opnieuw vastgesteld. Het
streven is erop gericht die druk zo
beperkt mogelijk te houden, omdat
voornamelijk stijgende belastingen
en premiedrukverhogingen uithol
lens van het besteedbaar inkomen
zijn. De nieuwe percentages met de
bijbehorende premie- en maximum
dagloongrenzen:
De AOW-premie voor werkne
mers wordt 0,3%, de AWW-premie
(weduwenpensioen) 1,6 De Alge
mene Kinderbijslagwet en de Alge
mene Wet Bijzondere Ziektekosten
gaan de werkgevers respectievelijk
2 en 1,8% kosten. De nieuwe pre-
miegrens (het bedrag waarover
maximaal premie moet worden be
taald) is voor al deze volksverzeke
ringen 21.500.
De premieverdeling voor de ziek
tewet is nog niet precies bekend,
maar aangenomen kan worden, dat
de druk daar lager wordt, dan hij
tot heden was. Dat betekent dat de
huidige premieverdeling: 6% voor
de werkgevers en 1% voor werkne
mers lager wordt. Wettelijk mogen
weknemers in geen geval meer be
talen dan 1%. Voor de ziektewet
betaalt men de premie over maxi
maal 108 per dag. Bij een vijf
daagse werkweek. Voor uitkeringen
krachtens de wet arbeidsongeschikt
heid gaan de werkgevers per 1 ja
nuari 4,05% premie betalen en de
werknemers 1,35%. Ook hier is de
maximum-dagloongrens 108. Voor
de welkloosheidswet betalen zowel
werkgevers als werknemers
4,1% betalen. De maximum dag-
loongrens voor deze verzekering is
61 en iedere loontrekkende bene
den de 18.800 is verplicht verze
kerd. Voor de kinderbijslagwet loon
trekkers betaalt de werkgever 3,3%
en is de premiegrens f 21.500.
Frisdranken (ongevee- 17 -ent per
liter in twee etappes januari en
september) en elektriciteit worden
duurder. Sigaretten van l 75 per
pakje van 25 blijven gelijk in prijs,
de goedkopere soorten worden ge
middeld 5 cent per pakje duurder.
De duurdere sigaretten worden in
prijs verlaagd. Op premies van ver
zekeringen zit voortaan 4 assu-
rantiebelasting. Het gaat daarbij om
schadeverzekeringen, dus niet om
levens- of ziektekostenverzekerin
gen.
Ziektekosten zijn buitengewone
lasten, ook in 1972. De aftrek voor de
aangifte 1971 is alleen geringer dan
voorheen
Vervoerskosten om de ziekte te
bezoeken en de kosten van kleine
attenties zijn niet meer aftrekbaar.
Wel de kosten voor vervangende
huishoudelijke hulp en de verzeke
ringspremies. De aftrekformule is
wel erg ingewikkeld geworden. Bij
een onzuiver inkomen beneden de
18 mille moet men eerst 10 van
de ziektekosten aftrekken, bij een
onzuiver inkomen tussen de 18 en
de 40 mille moet men eerst 1800
van de ziektekosten aftrekken en
bij een hoger inkomen 2500. Het
restant van de ziektekosten moet
men dan vermenigvuldigen met 1%,
l’/s of l’/4% Wie niet eerder ziek
tekosten heeft afgetrokken neemt
het eerste percentage, wie dat al
een jaar eeder deed het tweede
percentage, enzovoorts. Ook studie
kosten kunnen als buitengewone
last worden aangemerkt. Eerst dient
men 1 van het onzuiver inkomen
of tenminste 200 van de studiekos
ten af te doen. Het restant is dan
aftrekbaar.
Wie niet meer dan 10 kilometer
hoeft te reizen tussen woonplaats en
werk mag inplaats van 270 nu
300 gaan aftrekken.
Bovendien kunnen de kosten van
openbaar vervoer ongeacht de af
stand steeds belastingvrij worden
vergoed.
Voor AOW-ers en weduwen is er
goed nieuws. In 1972 wordt geen
loonbelasting op AOW- of AWW-
uitkeringen (eventueel in combina
tie met geringe invaliditeitsrente of
met zogeheten A-uitkeringen vrij
willige ouderdomsverzekering. Vanaf
1 januari geldt voor andere geringe
nevenuitkeringen naast AOW of
AWW dat de loonbelasting nooit
hoger mag zijn dan de nevenuitke
ring zelf.
HAARLEM Iedere belastingbetaler in Nederland krijgt na de jaarwisseling te maken met een
groot aantal wijzigingen, die voor- of nadeel kunnen brengen. Die veranderingen zijn onder allerlei
moeilijk aansprekende namen gepresenteerd sinds Prinsjesdag en lang niet overal met sympathie
ontvangen. Enerzijds bestaat er voor het kabinet de noodzaak om aan de geldmiddelen te komen,
waarop de staatshuishouding moet draaien, anderzijds wil de regering een zo willig mogelijk oor ver
lenen aan de nationale roep om meer rechtvaardigheid in de toepassing van de belastingwetten. Er
zijn voor 1972 wijzigingen, die er op het eerste gezicht hoopvol uitzien. Maar de „beleidsombuigin
gen” die daar tegenover staan, moeten in de praktijk van het komende jaar uitwijzen, wat men er
per saldo mee opschiet. Het inmiddels berucht geworden profijtbeginsel kan voor bepaalde catego
rieën belastingbetalers het voordeel uit de nieuwe tabellen best weer eens ongedaan maken door nieu
we betalingsverplichtingen, die dan misschien niet van het bruto-, maar achteraf van het neto-inko-
113
207
305
410
520
637
759
885
1.017
1.151
1.292
1.439
1.591
1.747
1.907
2.244
2.601
2.976
3.370
3.784
4.217
5.379
6.657
8.009
9.431
12.478
15.746
20.962
40.113
60.596 60.739
81.752 82.175
105.518 106.304
107.696 108.518
Verhoudingsgewijs werken er maar weinig vrouwen in Nederland. Grootste
klacht: er zijn te weinig betaalbare opvangmogelijkheden (waarvoor de kos
ten overigens niet eens mogen worden afgetrokken) en er zijn te weinig
functies waarin vrouwen een gedeeltelijke dagtaak, liefst op schooltijden,
kunnen vervullen. Bovendien is het belastingklimaat voor twee werkende
echtelieden niet bijster gunstig, omdat hun inkomens bij elkaar worden
geteld, waarna er inkomstenbelasting over geheven wordt. Alle pogingen van
politici om daarin verandering te brengen zijn tot heden gestrand. Wel is de
regering gezwicht voor ruinfere aftrekmogelijkheden, waarvan het overigens
nog maar de vraag is of die de bereidheid tot buitenshuis werken van ge
huwde vrouwen mede bevordert.
Voor de aangifte 1971 wordt in maart het aftrekbare bedrag van de eerste
f 850 arbeidsinkomsten van de vrouw tot 1046 verhoogd, 1000 plus 46
inflatieaanpassing). Verdient ze meer, dan is van dat deel 20% aftrekbaar,
maar totaal kan ze nooit meer aftrekken dan 4.184. 4000 plus 184 infla
tieaanpassing). Tot heden was de maximale aftrek 2500. Een overzichtje
voor een gezin met twee kinderen, waarvan man en vrouw samen verdienen
volgt hieronder. In de cijfers voor 1971 is rekening gehouden met de oude
aftrekregeling en 3% wiebeltax. In de cijfers over 1972 zijn 5% wiebeltax, de
inflatiecorrectie van 80% en de nieuwe aftrekregeling verwerkt:
Inkomen
man
7.200
12.000
18.000
30.000
54.000
Iedereen ervaart in 1972 enkele guldens per maand verlichting in de inkom
stenbelasting, als hij tenminste niet boven de 90 mille per jaar zit Dat is het
gevolg van het gecombineerde effect van het verschijnsel dat wij thans als
„wiebeltax” kennen (de „lijdelijke” verhoging van een reeks belastingen om
dat de conjunctuur dat noodzakelijk maakt) en de inflatiecorrectie (verreke
ning van de belasting die het rijk door de gestegen welvaart progressief
teveel ontvangt).
Die inflatiecorrectie wordt in 1972 niet volledig maar slechts voor 80%
doorgevoerd. Het gevolg is dat de belastingvrije voet in de nieuwe tabellen
wordt verhoogd, met andere woorden, dat een hoger bedrag dan voorheen
van loon- en inkomstenbelasting is vrijgesteld.
In tariefgroep I (vrijgezellen tot 40) gaat het grensbedrag van 3870 naar
4020. In tariefgroep III (gezin met twee kinderen) van 7320 tot 7620.
Bovendien leidt de inflatiecorrectie ertoe dat de bejaardenaftrek en de
arbeidsongeschiktheidsaftrek van 1040 tot 1088 worden verhoogd. Wat de
wiebeltax (conjunctuurbelasting) aangaat: die is voor 1972 van 3 tot 5% ver
hoogd. Dat geldt voor de loon- en inkomstenbelasting, voor de vennootschaps
belasting, de bijzondere verbruiksbelasting op personenauto’s en de benzine
accijns. Voor de nieuwe belastingtabel is alleen maar het met 5% verhoogde
tarief voor de Joon- en inkomstenbelasting relevant. Trekt men van die ver
hoging de inflatiecorrectie af, dan werkt dat voor een reeks inkomensgroepen
als volgt uit:
Belast
baar
inkomen
Wezen tot 10
Wezen 10-16
Wezen 16-27
Kinderbijslag
De kinderbijslagen per kwartaal zijn als volgt verhoogd:
Eerste kind
Tweede en derde kind
Vierde en vijfde kind
Zesde en zevende kind
Achtste en elk daaropvolgend kind
De vóór 1 september 1971 ingegane arbeidsongeschiktheidsuitkeringen zijn
per 1 november in het algemeen met 3,88% verhoogd. Omdat in de arbeids
ongeschiktheidsuitkeringen, die na 31 augustus 1971 zijn ingegaan, al een deel
van de loonstijging is verwerkt, zullen deze uitkeringen niet volledig met
3,68°/o worden verhoogd.
De verhogingen van deze nieuwe uitkeringen bedraagt, wanneer zij zijn
ingegaan in september 3,02%; oktober l,9o/o. Voorts zal het minimumdagloon
voor de berekening van de uitkeringen W.A.O. worden verhoogd tot 45,65,
het maximum dagloon, waarnaar de uitkeringen W.A.O., de Ziektewet (Z.W.)
en de Werkloosheidswet (W.W.) worden berekend, is per 1 november gestegen
van 108,20 tot 112,40.
Ook voor de berekening van de uitkeringen Wet Werkloosheidsvoorziening
is het maximum dagloon per 1 november verhoogd tot 112,40.
Voor de berekening van de premies W.A.O., Z.W. en W.W. zal het maximum
dagloon voor 1972 gehandhaafd blijven op f 108,
Nadat de uitkeringen AOW, AWW met terugwerkende kracht tot 1 novem
ber zijn verhoogd, worden per 1 januari 1972 nieuwe verhogingen van kracht.
AOW
gehuwden gaat
voor ongehuwden
AWW
weduwen zonder kinderen beneden de 18:
van 5016 naar f 5070. Maandbedrag: 422,50
Weduwen met kinderen onder de 18:
van 7110 naar 7182. Maandbedrag: 598,50
van 1614 tot 1632. Maandbedrag: 136,
van 2382 tot f 2406. Maandbedrag: 200,50
van ƒ3102 tot 3138. Maandbedrag: ƒ261,50
4.020
4.200
4.800
5.400
6.000
6.600
7.200
7.800
8.400
9.000
9.600
10.200
10.800
11.400
12.000
12.600
13.200
13.800
14.400
15.000
15.600
16.200
16.800
17.400
18.000
18.600
19.200
19.800
21.000
22.209
23.400
24.600
25.800
27.000
30.000
33.000
36.000
39.000
45.000
51.000
60.000
90.000
120.000
150.000
183.000
186.000
De belastingbedragen vermeld in de kolommen „tarief 1971” zijn inclusief
3% wiebeltax; de belastingbedragen in de kolommen „tarief 1972” zijn de
Die geldt voor mensen die tus
sen augustus 1967 en 1 september
’70 verplichtingen hebben aangegaan
voor een koophuis. Hij mag kiezen:
de oude regeling of de nieuwe. On
der de nieuwe mag de hypotheek
rente afgetrokken worden. Verder
moet iedere eigen huisbezitter als
inkomen opgeven een vaste huur
waarde, die hoort bij een bepaalde
economische waarde. Is de waarde
minder dan 15 mille, dan hoeft men
niets op te geven. Tussen de 15 en
30 mille is de huurwaarde 150,
tussen de 30 en de 60 mille f 300 en
tussen de 60 en de 120 mille 600.
Huizen waarvan de waarde niet ho
ger is dan 40 mille mogen bij uit
zondering een deel van de kosten
voor groot onderhoud aftrekken,
voor zover ze 10 pct. van de waarde
van het huis te boven gaan. De
bewoner moet er dan beslist min
stens vijf jaar in hebben gewoond.
Oude panden opknappen op reke
ning van de belasting is er niet -
meer bij.