IF Mayakunst in Tropenmuseum Expressie op klein formaat utopische socialist en I id LEVEN VAN H. G. WELLS: grote romancier, fantast HET ROERIGE Engelands O Sfisa TE ER jau lid 21 Erbij ZATERDAG 5 AUGUSTUS 1972 Pose Vervaardiging Groot vernieuwer T oekomstvisie en I 'rouwenvereerder mi NDANKS EEN SCHAT AAN VONDSTEN is het de laatste jaren nog steeds niet mogelijk gebleken een volledig inzicht te krijgen in de cultuur van een volk, dat menig (kunst)historicus tot grote mn N 1866 GEBOREN ALS ZOON van de kleine zakenman Joseph Wells, die als professional cricketer wat geld opzij had kunnen leggen, be zat Herbert George Wells, evenals de ruim een halve eeuw oudere Dickens, van meet af aan de dorst naar kennis en ontwikkeling die hem later tot de hoogste toppen der journalistiek voerde en tot één der meest gevierde schrijvers van zijn tijd maakte. Gemakkelijk is deze weg naar de roem niet geweest, want evenals Charles Dickens kende „Bertie” temid den van de troosteloze goorheid van zijn omgeving jaren van wanhoop en vormde jarenlang geldgebrek de onoverkomelijke hinderpaal op de weg naar ont wikkeling en emancipatie. Impressies uit deze moeilijke jaren heeft hij later verwerkt in enkele van zijn beste romans: „The His tory of Mr. Polly”, „Kipps” en „The Wheels of Chance”. Hierin doet hij zich ook als humorist kennen. A nti’technoloog hoogte vermag te boeien: de Maya’s. Oorzaken daarvan zijn onder meer het gebrek aan kennis van bepaalde perioden en de moeilijkheid om de Maya-kalender in de huidige tijdrekening over te zetten, zodat een rela tieve datering alleen met veel hypothesen tot stand kan komen. Wat echter wel gedateerd en getypeerd kan worden is een ontzaglijke ver scheidenheid in rijkdom en welvaart. Een klein brokje, dat een afspiege ling geeft van wat met die rijkdom werd gedaan, bevindt zich tot 29 augustus in het Tropenmuseum in de Linneausstraat in Amsterdam Het is de expositie Maya-sculptuur en keramiek uit Mexico, een reeks van ruim 100 kunstvoorwerpen uit de verzameling Manuel Barbachano Ponce. otn 1 uileg ^5*^ er CEES STRAUS SIM TEUNISSE H. G. WELLS larlen W) jur - I. sept straat sl. 023. ermin- is me nwi n nwi pmaa Tel haard ardet Graaf irwijk 7 uw terug reeds Ben Jonson had gewaarschuwd, doch dat in de jaren vóór 1914 onuitroeibaar leek. Met zijn wetenschappelijke vorming toonde Wells zich op timist in zijn geloof in de mogelijkheden van de techniek, doch in andere werken heeft hij anti-Utopia’s verbeeld en doet hij zich kennen als pessimist, met een open oog voor de kwade mogelijkheden van een eenzijdig gehanteerde technologie. >UW| -oortj 2 angeb le eig Wou- 4313. i.zg-st velgti (tus.< i 52.001 Rijks- tarlem stat tn uur. au kom mat elbod bouw] en ra- 241 1835. V. It ar bui- irings- 241805. rd 1' bridgi 5g 1. 023 1 voo: 1. Tel pak lonar: 3309! v n its iod. Moby. var svoert garan Nor- ƒ59! Vdair. re;H:H»Qgr.- •oomj een „drink” te kunnen offreren; misschien was het ook zijn godslasterlijke taal die hen af schrikte. De jonge student ontpopte zich als een „literaire desperado” en stichtte met enkele andere studenten „The Science School Journal”, een blad dat het vijf jaar uithield en waarin hij de veelheid van zijn ideeën kon spuien. Deze journalistieke activiteiten en denkelijk ook zijn vrijages met een aantrekkelijk nichtje waren oorzaak dat zijn docenten dit jaar niet over hem te spreken waren. Ook had hij zich vrienden verworven die hem van repliek konden dienen. Zijn levenlang bezat hij een enorme aanleg, zich vrienden te ver werven. Hij maakte in deze tijd kennis met de stichters van de „Fa bian Society” en in de tuin van William Morris hoorde hij voor het eerst een rede over het socialisme van de tien jaar oudere Bernard Shaw, later door hem een ezel en een warhoofd ge noemd. Het socialisme van toen was niet het marxisme van nu en Wells verkondigde zijn ideeën voor de jongeren van de hele wereld; in Engeland waar de gemiddelde leeftijd rond de 44 jaar lag, sprak hij dus voor ongeveer de helft der bevolking. Gefascineerd door tal van sociale vraagstukken, verloor Wells zijn interesse voor een zuiver wetenschappelijke loop baan. In zijn derde studiejaar had hij zijn hart reeds aan so cialisme, literatuur èn aan de liefde verloren. In dat aandoenlijke werk: „Love and Mr. Lewisham” heeft hij aan het tragische conflict van een arme student die voor een meisje zijn wetenschappelijke loopbaan offert ontroerende bladzijden gewijd. Hij beschreef hier zijn eigen ervaring. dat het meisje dit offer niet waard bleek. Isabel bleek niet bereid, zich te binden aan een jonge zij het eerzuchtige man zonder vast inkomen, die wekenlang met een op een voetbalveld gescheurde nier te bed lag en zijn tijd verdeed met Blake, Carlyle, Swift en Sterne. Dank zij enige Invloedrijke relaties kreeg hij journalistiek werk en kon hij in zijn 25ste jaar zich binden aan een vrouw, die alles bleek voor te staan wat haar geniale man depri meerde. voo: i con ukem 20743 F-kast gen erken 3. Tel Wells’ „The Time Machine” wordt algemeen als het werk van een genie beschouwd en zijn wetenschappelijke romans vond men superieur aan die van Edgar Allan Poe. Hij vond een ontwikkelder publiek dan Jules Verne. Onder de regering van Edward VII stond Wells op het top punt van zijn roem. Als 36-jarige hield hij voor het „Royal Institution” een rede over „De Ontdekking van de Toekomst” In een tijd van eng nationalisme zag Wells verder dan zijn land, was hij reeds meer dan Europeaan; was hij wereldbur ger, wiens fantasieën tot de sterren reikten. Bleef Shaw een typische „Edwardiaan”, Wells behield een open oog voor de noden en problemen van zijn tijd. In 1934 reisde hij naar Rusland voor een gesprek met Stalin. Ook be zocht hij Franklin Delano Roosevelt. Een jaar tevoren was reeds zijn „Shape of Things to Come” verschenen, waarin hij waarschuwde voor een nieuwe wereld BARBACHANO (de naam Ponce Is als gebruikelijk die van zijn moeder) is een vermogend zakenman, woonachtig in de Mexicaanse provincie Yucatan. Hij legt zich sedert lang toe op het verzamelen van oudheidkundige objec ten, waarbij zijn eigen provincie vaak als vindplaats dient. In de collectie in Amsterdam overwegen de bekende Jai- na-objecten uit Campeche, die in te genstelling met andere voorwerpen een verspreidingsgebied kenden dat grote delen van Mexico en Guatemala be slaat. Yucatan ligt in het in Maya-tijd In de kleine winkelruimte van zijn ouders zag de jonge Wells weinig van het daglicht in een stad die ongeveer een zevende deel van de inwoners van het koninkrijk herbergde en waar ontelbare schoorstenen hun rook en roet over de wereldstad uitbraakten. Een lichtpunt vond de jongen in de welvoorziene bibliotheek van een rijke dame in Uppark, waar zijn moeder tot het beter betaalde personeel was gaan behoren. Als 16-jarige kon hij het bij een lakenkoopman niet, langer uithouden en op een zondagmorgen wandelde hij de circa 25 kilometer van Southsea naar zijn moeder in Uppark, die hij onder bedreiging van zelfmoord overreedde zijn leer- contract te verbreken. Deze dramatische scène vinden wij verwerkt in zijn roman „Tono-Bungay”. Ook op de lagere school had Bertie wat kennis van Latijn opgedaan en als 17-jarige begon hij nu zijn loopbaan als hulp onderwijzer. Hij nam zich voor, geen tijd te verliezen aan spel en romannetjes en na jaren van „intellectueel hongerlijden” was zijn dorst naar kennis nu onlesbaar. Voor jongens die hogerop wilden lagen in het laat-Victo- riaanse Engeland de kansen blijkbaar niet zo slecht als in ons eigen land. Wells kreeg een beurs aangeboden voor studie aan de „Normal School of Science” in South Kensington. Hij had het zeldzame geluk, student te worden bij de groot vader van de bekende romancier Aldous Huxley (schrijver o.a van „Dappere Nieuwe Wereld”), de beroemde bioloog Thomas Henry Huxley van het Royal College of Science, een geboren docent, volbloed atheïst en vurig verdediger van Darwin. Na een jaar van studie verkondigde hij In het onderdanig- devote gezelschap van zijn moeder Huxley’s ideeën met zulk •en geestdrift, dat hij erop werd aangezien, zich „boven zijn stand’ ’te willen verheffen, in die jaren een on vergeef lijk ver grijp. HET TWEEDE STUDIEJAAR verliep minder voorspoedig. Tn studiekringen erkende men hem als een knappe bol, doch reeds openbaarde zich bij hem die hartstochtelijke verering voor het schone geslacht, dat hem praktisch zijn levenlang een adolescent deed blijven. De meisjes in zijn eigen kring toonden echter weinig aan dacht voor een student, zo klein en mager en te arm om hun supei goedi g 241 835. n V« el Ka- •amstr i 9 van® ikleu: brett eg 21 VOOR DE LEEK althans niet on- middellijk in het oog springend is de wijze van vervaardiging. De midden - klassieke tijd laat de Indiaan met ma trijzen werken. Hij kan dat eeuwen lang zo kunstig dat de aanhechtings- naad door polijsten vrijwel onzichtbaar is geworden. De laat-klassieke periode op haar beurt laat gemodeleerd aarde werk zien (soms stucco). Bij de kleu ren overweegt het gloeiende oranje (en dat na vele eeuwen!), de donker bruine tinten en het warme zwart- ontstane Noordelijke Rijk. Het heeft echter grote invloed ondergaan van het Zuidelijke rijk, zoals nog slechts enke le tientallen jaren bekend Is. De ver wachting is dat Yucatan wel eens het ontbrekende stukje in de nog openlig gende cultuurpuzzle kan opleveren. Dat feit alleen al maakt de collectie Ponce waarvan helaas een klein deel in Amsterdam is) zo waard om te zien. catastrofe, die in 1939 dan ook over het mensdom losbarstte. De schrijver, die zich altijd meer journalist dan „kunste naar” voelde, was uitgegroeid tot een figuur van wereldfor maat, wiens opstellen in de grote Engelse bladen met goud werden betaald. Zijn schrijversloopbaan omvatte volle vijftig jaren en dat hij in literair opzicht beneden het peil bleef van Shaw, Gals worthy en Arnold Bennett was daaraan te wijten dat hij be wust zijn kunstenaarschap offerde voor de missie die hij meende te moeten vervullen. Het latere deel van zijn autobiografie behelst dan ook een verslag van zijn strijd voor een betere wereld, de Utopie, de wereldstaat, die hij binnen het bereik van de mensheid achtte, want deze vrijdenker bezat een religieus geloof in de mogelijk heden ter volmaking van het menselijk ras. 125 'ii ‘'inane 5. Dr „THE ISLAND OF DR. MOREAU”, dat verscheen in 1896, behelst een waarschuwing tegen een dolgedraaide technologie. „The War of the Worlds” was één der eerste grote weten schappelijke romans. Wells beschrijft hierin een aanval van Mars-bewoners op Engeland, in een tijd dat de mens nog niet had leren vliegen. In zijn wetenschappelijke romans is Wells de grote voor loper van werken als Huxley’s „Brave New World”, Zamya tins „Wij” en Orwells „1984”, waarin de mens geïsoleerd staat van natuur en wetenschap en de techniek dient ter verstevi ging van de greep van de staat op de massa. Wells invloed op de opgroeiende generatie van het begin van deze eeuw was enorm. Hij was in die jaren de populaire angry young man”, die met de volle inzet van zijn persoon vocht tegen taboes en conventie van de decadente samen leving van het laat-Victoriaanse en het Edwardiaanse tijd perk. Geen enkel Brits schrijver heeft de jeugd van die dagen zo beïnvloed. Naar Orwells mening was zij in bepaald opzicht Wells’ schepping. Zijn roman „Ann Veronica” verwekte schandaal. Biblio theken weigerden het werk op te nemen, omdat de heldin weigerde te wachten tot in haar kring een „passende” huwe lijkskandidaat zou verschijnen. Zij huurt een kamer in Lon den, wordt lid van de „Fabian Society”, wordt suffragette en begint een verhouding met haar biologieleraar. Het ligt voor de hand dat een intens en uitbundig levende persoonlijkheid als Wells vaak van mening verschilde met zijn uitgever, Macmillan en met de leidende figuren van zijn tijd: David Lloyd George, Bernard Shaw en de criticus-romancier Henry James. In „The Food of the Gods” en „The New Machiavelli” is eveneens sprake van vrije liefde en Wells leverde er niet malse kritiek in op Sidney Webb en andere politieke figuren. Hij was geen groot politiek denker, doch had zijn ogenblikken van helder inzicht. De Asquith-regering verweet hij dat zij zich te weinig gelegen liet liggen aan de gekleurde bevolking van Zuid-Afrika. EEN BELANGRIJKE GEBEURTENIS was toen „The Fort nightly Review”, onder leiderschap van de al even roerige Frank Harris, een essay opnam onder de titel „The Redis covery of the Unique”. De rups was bezig zich tot vlinder te ontpoppen. Het artikel was een voorproef van wat Wells aan geniaals bezat en dat hem later in een lange serie romans en een aantal monumen tale werken, onder andere de meer dan duizend bladzijden tellende „Outline of History” wereldfaam zou bezorgen. In zijn werken heeft hij xich ontpopt als een groot ver nieuwer die inzag dat de roman, gelijk vele andere dingen in de wereld, aan een grondige vernieuwing toe was. Een toe nemende wrevel voelde hij tegen de roman van degelijk ka rakter en consequente compositie. In zijn „Experiment in Autobiography” heeft Wells getracht, zijn ideeën over de roman te rechtvaardigen en gaf hij als zijn mening dat de negentiende-eeuwse begrippen voor de twintigste-eeuwse auteur hun waarde hadden verloren: ,Jn de kalme gang van het negentiende-eeuwse leven in Engeland dreef de roman op de stroom van sociale zeker heid. De Engelse roman ontstond in een sfeer van zeker heid en veiligheid voor het vermaak van in zekerheid levende mensen, wier innige wens was, zich voor altijd zeker en gevestigd te voelen”. Met al de felheid die in hem was keerde hij zich tegen het ongefundeerde geloof in de „vooruitgangwaartegen eeuwen lelwi 1 4t De bezoeker zal zich ondanks de vaak geringe afmetingen van de beeld jes verwonderen over de grote expres siviteit. De Maya’s tonen een beheer sing van de expressie die zich in vier kante centimeters laat uitdrukken. Daarbij komt nog dat de figuurtjes naast het feit dat ze een indrukwek kend menselijk beeld laten zien, een grote mate van documentaire waarde bezitten. In vele variaties worden ran gen en standen getoond: de boer en de handwerksman, de edelman en de priester. In de meeste gevallen is de afgebeelde ondergeschikt gemaakt aan het gebruik van het object. Zo zijn fluit en rammelaar legio, maar telkens weer in de vorm van een diere-, man nen- of vrouwenfiguur- We herkennen de hoogwaardigheidsbekleders (pries ters) aan hun uitrusting in vol ornaat en met een ingewikkelde hoofdtooi. Ze dragen vele soorten sieraden: van borstplaten tot oor- en halssieraden. Bij de foto’s De foto linksboven toont een schaal op drie zogenaamde rinkel- pootjes uit de laatklassieke periode (650-900 na Christus). De rand van is met name aan de met glyfen een hoog- zittend op is aan het resultaat is an li d 196 ik el, toege Tel De Maya-sculpturen in het Tropen museum zijn een kleine, maar gelukkig afgewogen en overzichtelijke tentoon stelling geworden. Ze biedt subtiel voer voor fijnproevers, maar mits voorzien van documentatie kan zij de leek weg wijsmaken in een cultuur die door trokken is van schoonheid. Een schoonheid die berust op eenvoudige en sobere vormen. ,4'. de schaal is met binnenkant druk bezet Centraal afgebeeld is waardigheidsbekleder, een bankje. Duidelijk hoofd te zien wat het geworden van de schedelformatie; het gezicht heeft een uitgesproken langwerpige indruk gekregen De foto daaronder laat een ronde bak zien, eveneens op rinkelpoten. Op het deksel is een vogelfiguur afgebeeld, waarvan de kop als handvat dient. Deze aardewerken bak dateert uit de laatklassiek en heeft eveneens een glyfen orna ment. Eén van de vele Jaina-plastieken (Campeche) die op de tentoonstel ling Mayasculptuur en kunst uit Mexico is te zien staat rechts afge beeld. Het is een fluit in de vorm van een vrouwfiguur met een op bijzondere wijze uitgewerkte hoofd tooi. De vrouw heeft in haar armen een konijn. Ook hier geldt weer dat de maatschappelijke stand van de persoon overweegt. Het beeldje, da terend uit de middenklassiek (450- 550 na Christus) werd in een mal gevormd met pastillage-techniek voor de details. (Foto-archief Kon. Instituut v. d. Tropen) bevindt zich een handvat in de vorm van een gestyleerd dier; meestal vogels of vissen. Als versiering dienen geome trische motieven, of, kennelijk als uit leg noodzakelijk is, zijn er hiëroglyfen aangebracht. Deze groepsgewijs ge plaatste tekens vullen kleine ruimten op die anders open waren gebleven. Het laat zich echter raden wat hun functie is, althans op de aangebrachte plaats- De schalen en vazen zijn verder ingevuld met menselijke figuren, zowel en profil als en face, maar waarbij het gezicht steeds en profil wordt getoond. Daarbij valt op dat de Maya’s enigs zins bezeten moeten zijn geweest van een langwerpig, haast ei-achtig hoofd als schoonheidsideaal. De deformatie van de schedel nam reeds enkele dagen na de geboorte een aanvang. Het baby- hoofdje werd gekneld tussen smalle latjes op een zodanige manier dat het alleen maar in de lengterichting kon uitgroeien. Overheersend aan het ge laat blijft echter de hoofdtooi. Vaak zijn door sporen de oorspron kelijke kleuren als wit, rood, blauw en geel te herkennen. De resten geven ons een voldoende indruk hoe het object er ooit compleet moet hebben uitgezien. Wie bijvoorbeeld de geringe streepjes blauw herkent, zou kunnen getuigen van een ontroerende schoonheid. DE OBJECTEN worden vaak geda teerd in de middenklassieke tijd 450 tot 650 na Christus), terwijl de ge bruiksvoorwerpen als schalen, kom men, vazen en vergiftflesjes steevast de laatklassieke periode (650-900 na Christus) als datering dragen, een en kel klassiek en vroeg preklassiek stuk daargelaten. Wat bij de mannenfiguurtjes direct opvalt is het ontbreken van actie (uitgezonderd de krijgers, al hebben ook die soms de armen over elkaar) en een duidelijk gevoel voor pose. Bekijken we de anatomie dan zien we dat de beschilderingen (van kleding) over heerst en dat de lichaamslijnen in feite vaag staan aangegeven. Goden ontbre ken vrijwel geheel. Wel is er een zittende mannenfiguur met het masker van de god Chac en voorts voorzien van een hoofdtooi in de vorm van een vogel. Bij het vaatwerk valt dadelijk de eenvoudige, onopgesmukte vorm op. De vazen zijn cylindrisch gedraaid en staan op drie voetjes of zijn bol gehou den. Op het deksel van de schalen Sa

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1972 | | pagina 21