DS C. BLOMAARD: „WE KUNNEN Geestelijk Gereformeerde was man van het midden Meer CRM-geld voor herstel oude kerken WERELDRAAD GAAT MISSCHIEN IN DDR VERGADEREN meer in zending te boek gesteld Leven Theologiestudie komt steeds meer in trek DE KNIKKERS BEST GEBRUIKEN" Levensbeschouwing minder belangrijk bij huwelijk Calvijn w t’ - i n te teruggang zat: 99 Discriminatie TOEZEGGING MINISTER VAN DOORN: SAMEN KAMPEN LICHTPUNTJE EERBIED ZATERDAG 23 JUNI 1973 Erbij 18 jarige discussie al heel wat prin cipieel geschut in stelling is ge bracht. Kort samengevat komt de ar gumentatie van de (niet alle) kerken er de laatste jaren als volgt op neer: Subsidie aan de kerken lijkt een zinnige zaak, ervan uitgaand dat de overheid op allerlei manieren de rol van de cultuur in de samenleving erkent en steunt; dat de gods dienst voor velen een factor is van het allergrootste belang en een bron van inspiratie voor hun deelneming aan de maat schappij. De kerken nemen geen genoe gen met de zowel door het kabi- net-De Jong als de regering- Biesheuvel voorgestelde afkoop van de indertijd door de grond wet inmiddels geschrapt gegarandeerde rechten. De houding van het kahinet-Den Uyl is nog niet bekend. „Als Calvijn nu had ge leefd zou hij vermoedelijk nooit hebben goedgekeurd dat de kerken recht streeks bevrijdingsbewegin gen in Afrika steunen. Cal vijn was wel degelijk sociaal bewogen maar hij was een man van het midden, wars van revolutionaire fanatisme en radicalisme”. Zo karakte riseert ds. W. Balke uit Bode graven de zestiende-eeuwse reformator Calvijn. Dominee Balke promoveerde deze week aan de Rijksuniversi teit in Utrecht tot doctor in de godgeleerdheid op het proefschrift „Calvijn en de doperse radicalen”. Promo tor was prof. dr. S. van der Linde, hoogleraar in de ge schiedenis van het gerefor meerd protestantisme. wvvvv'aaaa/wvvvvwvwvvvw'a1/vv\aaaaaa/vvvvv'.\aaa/v^^ DR. PHILIP POTTER De toren van de Bakenesserkerk, waarvan de restauratie vorig jaar is voltooid. As? Als enig lichtpuntje in dze sombere toestand, aldus het jaarverslag, kan wor- Minister H. W. van Doorn van CRM wil meer geld gaan uittrekken voor het her stel van oude kerkgebouwen. In antwoord op vragen van het PvdA-kamerlid Van Ootfen, ingediend tijdens de kabinetsformatie, heeft de minister toegezegd bij het op stellen van de CRM-begroting voor 1974 aandacht te zullen geven aan het vraagstuk van enkele tientallen op de monumentenlijst geplaatste oude kerkgebouwen. Aan de situatie, dat het zowel de eigenaren ais de overheid aan financiële middelen heeft ontbroken om de nodige werkzaamheden uit voeren, kan slechts een einde worden gemaakt indien voor restauratie-doeleinden meer gelden beschikbaar komen”, aldus mr. Van Doorn. ge' ov he ge De toezegging van minister Van Doorn zal in goede aarde gevallen zijn bij onder anderen de hervormde bouw-en restauratie-commissie. De precaire fi nanciële situatie inzake monumentenzorg wordt door de commissie breed uitgeme ten in haar jaarverslag over 1972. Daar uit blijkt, dat de bezuinigingswoede van de regering-Biesheuvel heel duidelijke sporen heeft nagelaten. En Jer Schmidt rowel de De sch geven ve van Wat filosofen komt nie ven, waa naar ba laten zij: die buitf in i Waarsch een culti voortgebracht. Ik moet nog zien, dat de ideeën van de critici het ook zo lang volhouden”. Een sterke stijging valt ook waar te nemen aan de (synodale) gereformeerde hogeschool in Kampen. Vier jaar gele den 17 eerste jaars, nu 25. Voor het komende jaar zijn al dertig aanmeldingen binnen. Hier steeg het totale aantal stu denten in tien jaar van 125 naar 400. jaar tijd steeg hier het aantal eerstejaars van 6 a 7 tot veertig. ma in toe Ze ree wi orr In „W: Stuart, t Jennifer langrijks eigenlijk in haar regisseur - defini en kon beginnen onder redactie van Ronald Kraayeveta In Bt Schmid De zesti En nu r dat in 1 een voo chaotisc Ik kaii ideeën. Nederla ik ze a: voor zie te weet wacht planeet In het onderstaande verslag van een gesprek met ds. C. Blo- maard, secretaris van de Neder landse Bond van Predikanten, gingen wij in op de nog steeds actuele financiële verhouding tussen de staat en de kerken. Of zoals ds. Blomaard het eens zei in het tijdschrift „Wending”: Het gaat om de knikkers (geld) van Caesar (de staat), waarvan Petrus (de kerken) er wel wat kan gebruiken. Een onderwerp waarover in de ruim honderd- Een zegsman van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg in Zeist zei dat nog niet precies bekend is weke kerkgebou wen uit welke bouwperioden in welke plaatsen aan bod zullen komen. „Daar wordt op dit ogenblik hard op gestu deerd”, zei hij. De derde grond is het feit, dat de overheid zou discrimineren door de uit kering aan de kerken op basis van de huidige geldswaarde af te kopen, maar wel door zou gaan met subsidiëring van andere uitingen van sociaal leven. Hij denkt dan aan toneel, concerten en voetbalclubs om maar iets te noemen. Aan de Nijmeegse universiteit is het aantal eerstejaars theologen de afgelo pen vier jaar gestegen van 21 tot 34. Utrecht constateert een kleine groei (aantal eerstejaars nu rond de tachtig), terwijl aan de christelijk gereformeerde theologische hogeschool het aantal de laatste vier jaar steeg van zes naar dertien. Opmerkelijk is daar, dat het aantal studenten dat predikant wil wor den gelijk blijft, maar dat het aantal eerstejaars dat uit pure interesse aan de studie begint, sterk stijgt. In Amsterdam blijft als enige opleiding het aantal eerstejaars jaarlijks gejijk: zo rond de 25. De commissie wist in enkele gevallen te bereiken, dat toestemming werd ge geven tot een zeer beperkte consolideren de restauratie, waarvan de te maken kosten te zijner tijd bij de subsidiabele lasten van een totale restauratie gevoegd mogen worden. In enkele andere geval len, waarin verder uitstellen van de restauratie van een monumentaal ge- bouw( ook) niet verantwoord was, werd toezegging van subsidie verkregen, on der gelijktijdige intrekking van reeds eerder gedane toezeggingen voor minder urgente en nog niet begonnen restaura ties. Ook wat betreft de restauraties wijst de commissie op de wenselijkheid van samenwerking met andere kerkgenoot schappen. Maar tevens wordt geadvi seerd in deze ook de burgelijke gemeen te in te schakelen. In een enkel geval heeft de commissie een concept-contract opgesteld voor overdracht van een mo numentaal kerkgebouw aan het gemeen tebestuur onder behoud van recht tot gebruik door de hervormde gemeente. Bij het veelvuldig contact met de eerder genoemde Rijksdienst voor de Monumentenzorg werd het hoofdaccent van de uitvoering van de restauraties in 1972 verlegd naar de steeds precairder wordende financiële situatie, niet alleen als gevolg van de subsidiestop, maar ook omdat reeds in vroeger jaren toegezegde subsidiebedragen niet naar het prijspeil van 1972 werden opgetrokken. den vermeld dat in het kader van de werkverruiming in het noorden van het land weer een en ander ter hand kon worden genomen. In het onderzoek wordt verder gecon stateerd dat er een steeds duidelijker wordende verschuiving optreedt in de motivatie waarom men theologie gaat studeren: niet iedereen wil nog direct priester of dominee worden. Volgens „Hervormd Nederland” zal er in veel ge vallen een kloof ontstaan tussen de be roepsmogelijkheid die de student voor zichzelf ziet en de verwachting die men binnen de kerken ten aanzien van de theoloog-in-spe heeft. Uit het onderzoek blijkt, dat bijvoor beeld de Groningse theologische faculteit re atief gezien de snelst groeiende facul teit van de gehele universiteit is: in tien De belangstelling voor een theologi sche studie neemt de laatste jaren ongeveer omgekeerd evenredig met de belangstelling voor de kerken over de hele linie scherp toe. Het weekblad „Hervormd Nederland” publiceerde in haar jongste aflevering een onderzoek, waaruit blijkt dat aan alle theologische opleidingen in Nederland een sterke groei in het aantal eerstejaarsstudenten valt te signaleren. Caesar moet Petrus helpen „Zouden kerken net als het maat schappelijk werk en het vormingswerk voor tachtig percent gesubsidieerd moe ten worden, dan kunnen we de zaak beter opheffen. Dat kan nooit goed voor de kerken zijn. Maar dat is ook nooit door de kerken gevraagd. Wat wij vroe gen en vragen is een tegemoetkoming van tien tot vijftien percent in het exploitatietekort.” Ds. C. Blomaard, se cretaris van de Nederlandse Bond van Predikanten in Den Haag, wil met deze woorden duidelijk afstand nemen van de groepen bezwaarden, die bevreesd zijn voor een situatie waarin vandaag of morgen de beleving, verdieping en ver kondiging van het geloof een staatszaak gaat worden. Ds. Blomaard noemt hij formuleer de ze eerder in „Wending” ruwweg vier gronden, waarop naar zijn maar niet alleen de zijne mening de staat moet overgaan tot subsidiëring van de kerkgenootschappen, voor zover zij daar uiteraard behoefte aan hebben. Allereerst is daar de historische rechtsgrond. In het verleden, zo zegt hij, heeft de staat een aantal kerken gesub sidieerd in de sfeer van traktementen, pensioenen en „apparaatkosten”. „Dat was niet alleen bedoeld als schadeloos stelling voor de genaaste goederen, maar ook wel degelijk omdat de regering er het nut van inzag”. Een tweede grond ziet hij in het sociale grondrecht van iedere Nederlander op ontplooiing op welk gebied ook ook op dat van de godsdienstige beleving. Dit grondrecht verplicht de overheid tot het nemen van maatregelen, die een dergelijke vrije ontplooiing mogelijk maken. Waar ds. Blomaard wel iets aan wil gaan doen zijn de pensioenen van predi kanten. Al bijna 20 jaar zijn deze niet aangepast aan de geldontwaarding. En dat kan volgens hem zo niet langer. „Werkelijk, ik denk dat ik daar vandaag of morgen eens een balletje over ga opwerpen”. Ds. Blomaard erkent, dat de kwestie min of meer „slapend” is, al staan er zijns inziens grote belangen op het spel. Maar wie zal de kat de bel aanbinden? Ds. Blomaard: „Ik vermoed, dat voorlo pig niemand het zal doen. Onze kaarten liggen niet zo gunstig. Onze trouwste supporters KVP en CHU hebben trouwens bij de laatste verkiezingen verloren”. Over de nieuwbouw wordt in het jaar verslag opgemerkt dat vorig jaar 13 (in 1971: 16) nieuwe kerken voor gebruik door een hervormde gemeente ter plaatse al of niet in samenwerking met andere kerkgenootschappen, gereed kwamen. Van deze kerken en kerkelijke centra zijn er 6 (11) „volledig hervormd”; 4 (3) wer den gebouwd en bestemd voor gemeen schappelijk hervormd engerofrmeerd ge bruik, terwijl drie kerken van de grond kwamen als hervormd, gereformeerd en rooms-katholieke combinatie. De hervormde bouw- en restauratie- commissie adviseert tenslotte de ge meenten om waar mogelijk samen met andere kerkgenootschappen te gaan bou wen. Een poging, erkent de commissie, die nieuw te vormen gemeenten of stadswijken eerder tot resultaat zal lei den dan in reeds historisch gevestigde gemeenten. De lijst van de in het verslagjaar gereedgekomen restauraties omvat 27 (in 1971:35) kerken. 14 (9) kerktorens en 1 (2) kerk met toren. De commissie signa leert voorts een verdere teruggang in het aantal plannen dat zij ter advisering kreeg voorgelegd. Het volledig stopzetten van enige toezegging van subsidie voor restauraties maakte dat het totaal aantal projecten zich tot 34 beperkte. De vergadering van het centraal be- stuurscomité van de Wereldraad van Kerken zal mogelijk in 1974 in de DDR worden gehouden- Dit zei dr. Philip Potter, secretaris-generaal van de orga nisatie na een werkbezoek aan dat land. Volgens Potter zou Horst Slndermann, de eerste plaatsvervangende voorzitter van de ministrraad van de DDR, hebben laten weten, dat het Geneefse voorne men „met welwillendhied” bekeken zal worden. Het eerste deel „Op de keper be schouwd” gaat in op de vragen die vandaag door christenen uit de Derde Wereld aan geloofsgenoten in de wester se wereld worden gesteld, vragen die ook tijdens de conferentie van Bangkok ter sprake kwamen. In dit gedeelte wor den plannen ontwikkeld hoe „zending in de zes continenten” hier kan worden verwezenlijkt. Het tweede deel van het boekje „In doorsnee weergegeven” geeft een be schrijving van het praktische werk in Indonesië, Pakistan, Afrika en Zuid- Amerika. „Oriëntatie 1972-1974”, geïillustreerd met tien foto’s is verkrijgbaar op het Zendingscentrum in Baarn door overma king van ƒ4 op gironummer 21.56.00 onder vermelding van „Oriëntatie”. Ds. Blomaard zegt niet pessimistisch te willen zijn over eindresultaten van de beraadslagingen van commissie Van der Stee ,die de (on)mogelijkheden van sub sidie onderzoekt. „Niemand heeft er nog een idee van hoe dat zal aflopen. De twee vorige kabinetten stonden op af koop, zoals dat ook was geadviseerd door de commissie-Verdam (de advies- commissie-afkoopregeling”). Van deze regering is het standpunt nog niet be kend. En ik heb mijn twijfels of het tijdens de kabinetsformatie genoemd is: ik denk dat Burger wel andere dingen aan zijn hoofd had.” Ds. Balke, die blijkens een van zijn stellingen van mening is dat verkondiging, pastoraat en diaco naat zich niet lenen voor politise ring, zei tijdens een gesprek met de pers over zijn proefschrift dat Calvijn een middenweg koos tus sen enerzijds individualisme en anderzijds communisme. „Hij be schouwde communisme als een irriële leer, als een georganiseer de vorm van hebzucht die uit een oogpunt van christelijke barmhartigheid moet worden af gewezen”. Een van de conclusies van ds. Balke is dat Calvijn van meet af aan een sterke afkeer heeft ge had van het door de doperse radikalen ook wel wederdo pers, anabaptisten of linkervleu gel van de reformatie genoemd aan de dag gelegde sektarisme en schismatisme. De opvattingen van de dopers strookten op dit punt totaal niet met die van de beroemde Geneefse theoloog. Uit de cijfers van het jaarverslag van de stichting, in 1970 ontstaan uit een fusie van die hervormde, gereformeerde, rooms-katholieke en humanistische in stellingen op dit terrein, blijkt dat 504 mensen via de stichting tot een huwelijk zijn gekomen. De landelijke stichting blijkt het e meest in trek te zijn bij katholieken onmiddellijk gevolgd door hervormden. Van d>- 1739 ingeschreven vrouwen wa ren er 719 katholiek, 444 hervormd, 272 buitenkerkelijk, 169 gereformeerd en 47 humanist. Voor de mannen waren deze cijfers: 508 katholiek, 218 hervormd, 179 buitenkerkelijk, 100 gereformeerd en 25 humanist. Ds. Blomaard: „Je kunt gewoon niet ontkennen, dat ook de kerkgang een stuk passieve recreatie inhoudt”. Als vierde en laatste grond noemt hij een uitdrukking uit het rapport van de commissie-Walsum: „Het valt niet te ontkennen dat het godsdienstige leven voor brede lagen van onze bevolking van grote waarde is en evenmin, dat het de volkskracht ten goede komt”. Op dat laatste argument is nogal wat kritiek geweest. Ds. Blomaard herhaalt, wat hij daarover in „Wending” heeft geschreven. „Je kunt inderdaad over de waarde van de godsdienst voor de volks kracht denken. Maar ik vind waar schijnlijk in tegenstelling tot minister Gruijters dat twintig eeuwen chris tendom toch wel aardige dingen hebben Calvijn had een diepe eerbied voor de kerk als instituut en verfoeide het separatisme. De be schuldiging van rooms-katholie ke zijde dat Calvijn zelf een scheuring zou hebben veroor zaakt wees Calvijn steeds van de hand. Hij stelde altijd dat het juist die pausgezinden waren die door hun afval van de juiste leer de eenheid en katholiciteit van de kerk hebben gebroken. Anderzijds wordt in het proef schrift geconstateerd dat er ook een zekere „kritische verwant schap” was tussen Calvijn en de dopers, die verklaart waarom het calvinisme in staat is geweest de doperse beweging voor een deel in zich op te nemen, aldus ds Balke, die zei zelf „kritische ver wantschap” te voelen met de ge reformeerde bonders. Ds. Balke vertelde dat het overigens bijzonder moeilijk is een juiste definitie te geven van de dopers. Het beste zijn ze nog te omschrijven als een radicale stroming die enerzijds een ex treem pacifisme beleed en ander zijds een extreem revolutionair standpunt innam. Het is niet eenvoudig hen te vergelijken met groeperingen in de kerk van vandaag. Wat betreft het gemak waarmee ze zich van andere ker kelijke stromingen isoleerden lij ken ze wellicht nog het meest op de Zwarte-Kousenkerk van van daag. Wat betreft de staatsopvatting gaapt er bijvoorbeeld ook een diepe kloof tussen de visie van Calvijn en secularisatie propage rende dopers. Volgens de leer van Calvijn is elk ambt in de kerk en in de staat een door God gegeven middel om de orde te bewaren en af glijden in de chaos te voorkomen. Gods werk in de ze wereld mag niet worden op gesloten in een kerkje in de kerk of een staatje in de staat. Illustratief voor dit alles is de ver melding in het jaarverslag over de wa penschild j es, die behoren bij de kronen in de hervormde kerk in Ooltgensplaat. Deze kaarsenkronen staan op de lijst van monumentenzorg, dat echter geen middelen te beschikking kon stellen voor de kostbare restauratie van de bij schilderswerkzaamheden gedemonteerde schildjes. De commissie wendde zich tenslotte tot het Anjerfonds, dat de voor de restauratie benodigde gelden in uit zicht stelde. „Nog sterker dan voorafgaande Jaren blijkt wel, dat gelijkheid van levensbe schouwing of kerkelijke gezindte steeds minder als voorwaarde wordt gezien voor het welslagen van een huwelijk”. Dit constateert de Stichting Landelijk Centrum Huwelijkscontacten in zijn jaarverslag over 1972. Wel is het zo, wordt daaraan toegevoegd, „dat men geïnformeerd wenst te worden over de wijze, waarop de ander zich kerkelijk of levensbeschouwelijk opstelt. De vrijheid die men elkaar gunt of welke men wenst te hebben is een belangrijk as pect, waaraan veel waarde wordt ge hecht”. Het Gereformeerd Zendingscentrum heeft een overzicht van het werk in een boekje onder de titel „Oriëntatie 1972- 1974” uitgegeven. Het 130 pagina’s tel lende boekje zal ook dienen als verslag aan de generale synode van Haarlem O 1973-1974. ^’■'4

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1973 | | pagina 18