bezig aan de musical SCHMIDT Ik ben heel saai en vervelend ANNIE M.G. „Wat een planeet t 1 I J GEWONE TAAL harnas in COMMERCIE Ik heb twintig jaar met mijn koffertje door Europa gesjeesd. Ik hoef niel per se in elkaar te zakken TV A 18 19 ZATE RDAG 23 JUNI 1973 Erbij >e je :e 1- n 2t le >r k d t- 1- d n :s ie sta ÉïffiWË Corrie IB Joan Remmelts en John Koch noemt ze „heerlijke acteurs die lekker scènetjes kunnen spelen” en de tien veelzijdige meisjes en jongens die in veel scènes zullen opdraven zullen ook niet lang op hun stoel kunnen zitten. lopen en Harry vindt het fijn om aller lei muziekstijlen te gebruiken”. Maar zover is het nog niet. De schrijf ster spoken nog allrlei verhaaltjes door het hoofd. „Radeloos ben ik. ’tls net een huis bouwen met zes blauwdrukken. Je vraagt je af hoe daar nog iets gaaf uit kan komen. Op het laatst wordt het monteren, een liedje hiervan, een zinne tje daarvan. Het belangrijkste is de structuur. Als het thema goed is, is de basis af. Op het laatst schrijf ik in een paar uur soms een liedje dat het hele maal is. John de Crane zegt wel eens: jij schrijft een Chinese opera van twaalf uur en d’r mag geen woord uit.” Maar botsen? Je gaat het aftasten en in elkaar voegen. In het begin maakt iemand de dienst uit. Dat is nu niet meer zo.” 3T ie xi te >s ig m un if- )k nt- de ie «1 ds r- 3n r- de et Ine er an is. af e- se o- u- id ne sn iit de an at o- e- tet at is- en e- en sp lit ke 2- r- ed an e- )- •k et is m Jg le x- dr et et m ik r- a- >p i- Annie M. G.: „Commercieel is niet op ons van toepassing. We moeten het fijn vinden anders doen we hef niet. John leeft met het idee dat hij een kwart miljoen kan verliezen maar dat hij dat met z’n impresariaat kan terugverdienen. Ons uitgangspunt is niet dat het per se een succes moet worden, dat het kosfe- '•vat-kost z’n geld moet opbrengen. Als Corrie Brokken (Neel noemt haar man haar) studeert al een jaar Latijn in Utrecht. In juni doet ze een soort toelatingsexamen, colloguium doctum Ze volgt al colleges oud-vaderlands recht en Romeins privaatrecht. „Ik wilde even uit de heksenketel. Daar om heb ik die vrijwillige rustperiode genomen. Maar ik wil niet uitputtend over mijn studie uitwijden. Niet dat het een geheim is, maar ik vind het gewoon een hobby.” In „Wat een planeet” bezetten Conny Stuart, Willem Nijholt, Joan Remmelts, Jennifer Willems en John Koch de be- langrijkste rollen. Annie M. G. heeft eigenlijk voor ieder van hen een verhaal in haar hoofd. In april ging ze met regisseur Paddy Stone de voorlopig -definitieve musical grondig doorlezen en kon Harry Bannink aan de liedjes beginnen. Corrie Brokken („door Slees blijf ik aan het vak ruiken En dat. wil ik ook”) zegt dan dat ze „een fijn leven" leidt „Erg rustgevend Mijn vak mijn studie mijn gezin. Het is een soort inspanning die me rus’ geeft. Ik kan eigenlijk wel zeggen dat nu de beste tijd van mijn leven is ingegaan Slees zegt het ook; het leven begint bij veertig En hij kan het weten, want hij is 25 jaar ouder." Laat ze haar kladwerk aan haar man of zoon lezen? De schrijfster is niet scheutig met het geven van informatie over het verhaal van Wat een planeet. Ze wil wel wat filosoferen over de hoofdrolspelers. Ze komt niet weer met het sprookjesgege- ven, waardoor ze Conny Stuart in En nu naar bed een machtige boze fee kon laten zijn. Wel wordt het weer iemand die buiten het spel kan treden: iemand die in de ruimte liedjes kan zingen. Waarschijnlijk een soort gastvrouw in een cultureel centrum. als een brutaal wicht. Willem Nijholt, die kan zingen, dansen én acteren, ziet Annie M. G. in haar gedachten als een soort master of ceremonies zoals die door „Cabaret” wervelt. „Dat vind ik een leuk figuur. Iemand die aankondigt, er naast staaf en vertelt. Willem is er het type voor." Annie schrijft met horten en stoten Producer John J. de Crane belt haar geregeld op („Annie hoe staat het met ’thuiswerk”) en ze vindt het best lekker om af en toe wat opgepord te worden Als ze een liedje schrijft, belt ze na één regel componist Harry Bannink al op. Ze leest ’them voor en hij bedenkt dan vast de muzikale lijn. „Dat is een erg prettige manier van werken. Zo dwing ik hem niet in mijn muzikale spoor te Annie Schmidt zegt dat ze van gewó- ne taal houdt. Tijdens het schrijven identificeert ze zich met iemand uit het publiek die zichzelf uit een zak snoep zit te voeren en onderwijl aan tante Truus denkt die er ook is en die ze straks in de pauze wil zoenen. En nu naar bed haalde moeiteloos 359 voorstellingen. Legt het schrijven van een nieuwe show niet een druk op haar? Ze geeft toe d at ze in het holst van de nacht wel eens wakker wordt met het idee, Gód, nog zoveel weken en dan n uitoefent. Dat weet ik maar al te goed. Ik was constant op reis. Voor de rest van de tijd was ik bezig kindermeisjes voor Nancy te organi seren." Hoe zit het over het algemeen met de inspiratie? Annie Schmidt: „Ik werk niet op rou tine. Inspiratie is vrijwel onmisbaar voor mij. Ik moet ’t echt leuk en fijn vinden om aan de machine te gaan zitten. Dat heb ik niet altijd en dan hoef ik er ook noet op te wachten. Dan zijn er platen, boeken en films en dan krijgt ik ’t weer Die injectie van buitenaf heb ik nodig. Dat is in Frankrijk vaak zo zwaar, want olijfbomen inspireren niet tot het schrij ven van musicals. Dan moet er wel gauw een telefoontje van John komen.” „Ik wil verstaanbare taal schrijven. Eenvoudige taal die ook nog over het voetlicht komt. Er moet een zekere spanning inzitten. Niet de spanning van een detective maar de spanning van het verhaaltje vertellen. Dat vind ik niet zo moeilijk, die theatertaal. Een stuk in een krant zou ik niet kunnen schrijven. Ik schrijf spreektaal, huiselijke taal. En dan nog meer voor vrouwen dan voor mannen.” ik met die gedachte zou moeten schrij ven zou ’t niet goed worden geloof ik. Ik doe het ook voor m’n plezier. Financieel hoef ik ’t niet.” En Jennifer Willems? Dat vindt Annie Wimidt hét type van een meisje dat wei de dupe van een situatie kan zijn Ze staat bekend om haar taalgebruik. Haar teksten, haar liedjes komen zo lekker over. Hoe ziet ze dat zelf? Corrie Brokken spreekt en ziet nauwelijks collega’s. Vriendinnen in of buiten het vak heeft ze niet. „Wel kennissen. In het vak heb ik altijd vrij oppervlakkige contacten gehad. D’r waren er wel een paar die ik graag mocht, maar het waren geen echte vrienden. Ik heb 20 jaar met mijn koffertje door Europa gesjeesd Ik hoef niet per se in het harnas in elkaar te zakken. Er zijn nog zo veel andere d’noen leuk om te doen Er zijn plannen om een programma op te nemen met als uitgangspunt de elpee „Corrie zingt Toon”, een Bove- ma-produktie, waarop tien liedjes van Toon Hermans staan De plaat is geproduceerd door John Moering. In de begeleiding komen mensen van naam voor .zoals de gitaristen Hans Hollestelle en Jan de Hont, de vibra- fonist Carl Schultze, de fluitist Wim Abma. de accordeonist Coen van Or- souw en de violisten Behr en Nij- veen. Toon Hermans schrijft op de hoes dat hij sprakeloos heeft geluis terd naar zijn liedjes uit Corrie’s In Berkel-Rodenrijs of in Nice werkt Annie M. G Schnv.dt aan een nieuwe musical: „Wat een planeet” De zestigjarige Annie M. G. (Heerlijk duurt het langst, En nu naar bed) is ingespannen bezig voor het project dat in het najaar de theaters ingaat. Dat gebeurt op een voor de buitenstaander zeer rommelige, wellicht chaotische wijze. „Ik schrijf vijf verhalen door elkaar [k kan namelijk zo moeilijk afstand doen van leuke ideeën. Misschien zijn ze niet eens zo leuk”, mijmert Nederlands produktiefste theaterschrijfster, „want als ik ze aan mensen vertel blijven ze maar een beetje voor zich uitkijken”. Natuurlijk is de druk groot, want ie weet dat men van haar steeds iets bijzonders ver wacht. Onder die druk groeit langzaam Annie’s planeet moet het af zijn. „Maar ik kan niet meer doen dan m’n best. We doen het met ons allen.Schrijven is kansen geven voor iedereen. Mogelijkheden openlaten. De tekst kan soms heel vervelend zijn als zij de kansen maar hebben.” „Wat een planeet” is weer een parti culiere produktie. Er worden tonnen in gestoken door John de Crane. Moet Annie Schmidt daarom commerced schrijven? Musical is voor haar totaal theater. Voor hét grote publiek? Nee, voor een groot publiek. Annie M. G.: „Ik ben het beste in dingen die een groot publiek fijn vindt. Heerlijk duurt het langst, En nu naar bed. Niet voor hét grote pu bliek. Dat houdt van Heintje, van de Zangeres zonder Naam of nog liever van Ajax alleen. Maar een groot publiek gaat naar Hermans, naar Sonneveld. Dat zijn mensen zoals ikzelf: geen intellectu elen, geen hoogvliegers of mensen die iets willen veranderen. Vanuit die men sen schrijf ik, zo heb ik ’t in m’n buurt. Ik voel me er in m’n privéleven ook het De zangeres denkt dat ze met de te verwerven kennis misschien in de toekomst ook haar dochter Nancy van dienst kan zijn, die nu nog op het Goois Lyceum zit, maar mogelijk daarna gaat studeren. Corrie Brokken komt er rond voor uit: ze ziet zich zelf over een paar jaar liever als vrouw met een meestertitel dan als ex-zangeres. „Ik wil geen zangeres worden die te lang is meegegaan. Dit vak is in zekere zin boeiend. In het begin heb je je ijdele jaren. Je bent pril, je ontdekt dat het geld opbrengt Te gaat naar het buitenland. Maar je mist zo veel als je het consequent In het land optreden doet ze nog wel, maar met mate. Ze zingt dan meestal anderhalf uur, vult met haar eigen trio dan een hele avond. „Dat is veel meer ontspanning dan inspanning voor me. Als ik thuis kom, voel ik me alsof ik uit het bad ben gestapt Maar tv. Ik heb nu de dreigende angst van hoe zal het aankomen. Ik ben zo lang weg geweest.” Toch wordt er aan een soort come-back gedacht. Hoewel dat woord hier nauwelijks past. Annie M. G. vertelt dat haar man geen fantasie heeft, maar dat haar zoon een echt kind van zijn moeder is: „Hij heeft theatergevoel. Hij denkt filmisch, in/ verhaaltjes. Hij zegt wel eens: dat vind ik maf of dat kan niet. Ja, en dan gaat er wel een zekere corrigerende werking van hem uit. Maar eigenlijk vertrouw ik niemands oordeel want je bent nergens als je daarop blijft afgaan. Ik vind het wel prettig om mensen over m’n werk te horen.” Ze maakt een uitzondering voor regisseur Paddy Stone met wie ze toch uiteindelijk de definitie ve musicalvorm vaststelt. „Altijd maar rennen, naar de kap per, de couturier. Je wordt geleefd en aan een goed boek kom je niet meer toe. Je geest verrijken is er niet bij. Je bent van iedereen. Je jaagt succes na: platen, shows, geld. Ik had een volkomen gebrek aan privacy”. beste bij thuis en ik kan er het meest mee lachen.” mond. „Ik ben zo trots als een pauw op deze plaat", schrijft Toon. Nu ze studeert Is ze zich van alles gaan realiseren. Bijvoorbeeld: „Ik heb het idee dat ik liever op een andere carrière in een ander beroep had teruggekeken. Want met die studie, iedere dag word ik me meer bewus ter. Je groeit van binnen. Die voldoe ning heb ik nooit gehad toen ik zong." een man om een leven te leiden waarin werk en gezin gelijke aan dacht krijgen. „Als pappie studeert, is iedereen stil. Maar ik moet aan de kapper denken, mijn lijn, ik moet zingen, ik heb mijn studie en ook mijn man en mijn dochter. En dan komen daar natuurlijk nog wel dui zend taken bij." Niet meer dan lo gisch is aansluitend Corrie Brokken: verzuchting: „Emancipatie? In de praktijk lukt het nog niet zo erg hoor.” Haar laatste AVRO-tv-show werd ruim een jaar geleden uitge zonden. Dat was de laatste uit een serie. Ze wist dat ze wat de studie aanging een zwaar jaar voor de boeg had. „Er werd al weer bij de tv over een andere formule gespro ken. Maar dat gezenuw van de televisie. Ik heb het met mijn man besproken en ik zag niet waarom ik überhaupt mijn gezicht moest laten zien.” Corrie Brokken: „Ik wilde op eer: gegeven, moment dat het gezeur maai eens voorbij moest zijn. Nu bepaal ik zelf of ik zenuwachtig of kalm wil zijn. Ach, door de jaren heen ben ik tot deze houding gekomen. Toen ik 25 was, zou ik er niet op gekomen zijn Maar niemand kan me nu nog van mijn studie afbrengen. The show must go on? Ja, alleen als ik het wil Dat was mij vroeger geheel onduide lijk. Dat probeer ik Nancy ook bij tr brengen Corrie Brokken vindt dat ze rijpe: is geworden. Haar huwelijk heeft daarmee te maken gelooft ze. Ze zegt: „Mijn man heeft een sterke wil gesteld hecht”) Haar moeder heeft twee ka mers in haar huis aan de Russumse Amersfoortsestraatweg. Ze aelooft niet dat haar stem veel veranderd is nu ze het kalmer aan doet. „Ik kan nog steeds mooi zingen Daar zijn de geleerden het wel over eens Tk her nooit zo zuinig op mijn stem geweest Hij is niet voor- en niet achteruit gegaan Ja. hij klinkt minder kinder achtig. Maar het zou potverdorie ook wat zijn als hij nog hetzelfde als 20 laar geleden zou zijn.” Ze heeft nog twee broers. Ook een jongere zuster waar ze erg op is („de familieband is erg Kan ze zichzelf als artieste en studente vergelijken? Corrie Brokken: „Als zangeres leef je aan de oppervlakte. Het is een en al ijdelheid. Daar heb ik mezelf ook aan schuldig gemaakt. Het is een kant van me Dat hebben studeren den ook. Die zijn uit op positieverbe tering. Die willen ook resultaat zien Het nadeel van zo’n studie is dat je in zekere mate mensenschuw wordt Je hebt de angst van: zal ik het halen Je raakt een beetje geïsoleerd Ik merk het als ik naar een receptie of een officiële toestand moet. Dat doe ik eigenlijk liever niet meer JE» jji De zangeres wil niet dat iemand na dit verhaal het idee heeft dat ze ermee wil ophouden. „Ik vind het nog steeds erg leuk. Maar ik bepaal nu wel: tot hier en niet verder", zegt ze. Een seconde later realiseert ze zich hardop dat het voor een vrouw honderdmaal moeilijker is dan voor Lachen! Om haar? Nee, mét haar. Annie Schmidt: „Ze moeten om mij nooit lachen. In gezelschap zeg ik nooit iets geestigs. Ik ben heel saai en verve lend en altijd vrij timide hoor. Dat is écht zo. Ik merk het wel eens, als ik ergens kom. Dan kijken ze met die pretoogjes naar je. Verwachtend: nu komt ’t vuurwerk. Maar er komt zelfs geen enkel rotje.” Behalve aan Wat een planeet, werkt Annie nog aan een serie kinderboekjes voor de eerste klas van de lagere school. Deel één, Waaidorp, is bij Wolters ver schenen. Waarom ze na „Ja zuster” niet meer voor de t.v. heeft geschreven? Ze wordt er vaak genoeg voor gevraagd en mag uitkiezen met wie ze wil werken. Maar ze doet het niet. „Misschien komt het er weer eens van”, zegt ze. „Eigen lijk zou ik ’t erg graag willen. Maar het is een enorme druk. T.v. betekent heel veel werk, heel veel teleurstellingen. Heel haastig, gauw samenraapselwerk. Het kan niet zorgvuldig zijn.” Ze schrijft kinderboeken, heeft succes met een maatschappelijk geëngageerde musical, staat achter het radicaal femi nisme en schrijft daarover in het blad Opzij. Tóch zien veel briefschrijvers haar als „een moeder, een tante”. Annie Schmidt: „Nog altijd veel brie ven van teleurgestelde christelijke vrou wen, omdat ik iets tegen het huwelijk of weet-ik-veel heb gezegd. Door die kin derliedjes zijn ze van me gaan houden en ze zijn teleurgesteld, als ik iets zeg, dat m’n ongelovigheid verraadt. Ik kan me dat wel voorstellen. Ja. ik kwets altijd zoveel gereformeerde en hervormde vrouwen”. Corrie Brokken (40 jaar) is ver anderd. Jaren is haar gezicht niet van het scherm weggeweest en dan opeens lijkt ze niet meer te bestaan. Maar niets is minder waar. Corrie Brokken bestaat nog. En ze komt altijd tijd te kort. Nu niet omdat ze van de studio naar huis en van een optreden naar een receptie moet vliegen, maar omdat naast haar carrière huishouden en studie alle aandacht en tijd vragen. Corrie studeert rechten in Utrecht. „Ik heb alleen MULO en verder niks. Die studie was altijd al een hartewens”. vertelt ze in het grote huis dat ze met haar man (René Sleeswijk), haar dochter Nan cy (13 jaar) en haar moeder deelt. Waarom rechten? Op die vraag weet Corrie Brokken niet zo snel een antwoord. Ze zegt: „Ik vind het ontzettend leuk. Waarom kan ik niet uitleggen. Ik wil het zo lang, dat ik niet eens meer weet waarom ik het wil. Maar ik heb in dit vak al zo veel met rechten te maken gehad bij contracten en zo. Ik heb ’t altijd vervelend gevonden dat ik er zo weinig vanaf wist. Ik weet wel, ze kunnen met juristen de gracht dempen. Maar ik hoef niet meteen advocate te worden. Ik kan bijvoorbeeld juridisch adviseuse worden in een bedrijf dat verwant is aan mijn vak. En zo iets ambieer ik ook.” Bur

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1973 | | pagina 19