Het waarom
Welke vorm?
Vrijwilligers
Inventarisatie
I
Bestralen Russen
Viktor Kortsjnoi?
I
4
I
au
FASE 1
?au
LEEN AKKERS:
FASE 2
FASE 3
LEEN AKKERS:
FASE 4
LEEN AKKERS:
LEEN AKKERS:
I
I
I
I
I
I
I
I
I
r
r:
<1
wel
x2
JAN BLIJBOOM
Wat is nationaal sport overleg (NSO)?
In die NSO vonden overheden en NSF
STOPPER.
de
>or-
eve
het
het
last
eel
de
de
Gelukkig waren er in beide nota’s ook
enige overeenkomsten. Zowel Sport ’70 als
Sportbeleid pleitte namelijk voor een nati-
Om een beeld te krijgen van dit vrij gecompliceerde instituut waarin
sportvertegenwoordigers en representanten van de overheden (rijk,
provincie en gemeente) tot een zo effectief mogelijk sportbeleid in
Nederland moeten komen, leverden enige telefoongesprekken een af
spraak op met Leen Akkers (37 jaar), hoofd Algemene Zaken van de
Nederlandse Sport Federatie en toegevoegd aan directeur mr. W. van
Ulsen. Als geen ander binnen de NSF heeft hij alle voorbereidingen
meegemaakt, die tot het instellen van het Nationaal Sport Overleg
hebben geleid, samen met algemeen secretaris dr. Wim van Zijl.
Uit bescheidenheid wil Leen Akkers niet uitwijden over zijn aandeel in
het gigantische karwei om tot een model-NSO te komen. Maar dat blijkt
gauw genoeg. Want de opbouw van zijn betoog en de kunst om alles wat
gecompliceerd is tot een begrijpelijke uitleg te herleiden, verraden méér
dan voldoende de intensiteit én vakkundigheid waarmee Leen Akkers
aan het project werkt.
Zakelijke mededeling: maandag 16 januari zal de NSF intern met de
overheden rond de tafel gaan zitten om te praten over het voorzitter
schap van het NSO-presidium. Twee maanden later, op 21 maart, zijn de
verkiezingen voor het bemannen van het Nationaal Sport Overleg.
Wat is Nationaal Sport Overleg, in de top van ons sportbestel
gemakshalve aangeduid als NSO? Waartoe dient het? Hoe moet het gaan
functioneren? Wat voor mensen gaan dit college bemannen? Deze en
nog veel meer vragen zijn dinsdagavond 29 november in Amsterdam in
een kring van professionele belangstellenden niet te verwarren met de
sportbestuurders aan de oppervlakte gekomen toen de Nederlandse
Sport Federatie tijdens een buitengewone ledenvergadering onder ande
re punt vier van de agenda (het Nationaal Sport Overleg) aan de orde
stelde. De betogen over dit onderwerp waren al spoedig zó academisch
én specialistisch dat de goedwillende toehoorder er geen touw aan vast
kon knopen. Pas toen de vertegenwoordigers van de zeventig aangeslo
ten bonden vanachter de bestuurstafel, bij monde van NSF-voorzitter jhr.
mr. W. H. D. Quarles van Ufford, dringend werd verzocht er mee in te
stemmen geen genoegen te nemen met een minister van CRM als
voorzitter van het presidium, spitsten de professionele belangstellenden
de oren. Eindelijk een houvast; een concreet feit dat alarmerend genoeg
leek om belangrijk te zijn. Wat bij nadere informatie inderdaad het geval
was. Bleef echter de frustratie waarover nu precies werd gesproken en
welke waarde aan het zogeheten NSO mag worden toegekend.
„Goed. Toen moest de volgende stap
worden gezet: het oplossen van die me
ningsverschillen via het uitstippelen van
een toekomstig beleid; het tot stand bren
gen van een landelijke structuur. Daar
voor waren drie mogelijkheden. Ten eer
ste zou er een nationale raad voor de sport
in het leven kunnen worden geroepen zo
als we die kennen met een kunstraad.
Daarmee zouden we macht toekennen aan
een apart lichaam dat tussen de sport en
de overheid staat. Met daarbij de grote
Vandaar dat het zo frusterend bij ons
werkte dat nergens op onze nota werd
ingehaakt. Maar goed, het pleidooi van de
overheid was een welkome aanleiding alle
partners rond de tafel te krijgen. En wat
die polarisatie betreft, daar waren we in
een later stadium niet eens zó ongelukkig
mee omdat daardoor de problemen duide
lijk zichtbaar werden. Iedereen wist pre
cies waar hij aan toe was”.
elkaar op basis van elk twintig vertegen
woordigers.
Dan kan er enig evenwicht ontstaan. Toch
staan de bonden daar wat huiverig tegeno
ver. En waarom? Omdat het hele sportbe
leid in Nederland wordt gemaakt door
vrijwilligers. De sport is namelijk de groot
ste maatschappelijke organisatie met het
grootste aantal vrijwilligers. Van hen zit
ten er ook in het bestuur van de NSF. De
sport leeft bij de gratie van vrijwilligers.
Vandaar dan toch de logica dat deze groep
in het NSO vertegenwoordigd dient te zijn.
„Nu zijn we aangeland bij de vraag:
welke onderwerpen moeten in het Natio
naal Sport Overleg worden behandeld?
Om hierop een antwoord te kunnen geven
zijn er vijf coördinatie-adviesgroepen in
enorm veel wordt verlangd, zó veel zelfs
dat onze secretaris dr. Van Zijll in verga
deringen met de bonden sterk heeft gepleit
voor een professionele inbreng. Temeer
omdat de overheden uiteraard speciale
full-time krachten voor de NSO zullen
aanwijzen.
lalve
1.
van
>ldi-
iaal
jde
nde
het
ime
en
het leven geroepen die vijf gebieden om
vatten. Elke groep bestaat uit tien mensen:
vijf uit de overheid en vijf uit de sport. Zij
moeten als specialisten op hun terrein
worden gezien. Die vijf te bestrijken ge
bieden zijn: 1. Organisatorische vraag
stukken, de sport betreffende; 2. Leiding,
begeleiding en opleiding; 3. Ruimtelijke
voorzieningen, die een raakvlak hebben
met vooral de gemeenten; 4. Sportvormen
(recreatiesport, schoolsport, topsport); 5.
Financiën. Die vijf groepen moeten op hun
terrein diepgaande inventarisatie maken
en via nota’s het NSO adviseren. Maar dan
de moeilijkheid: welke groep zal bij behan
deling in het NSO voorkeur krijgen? Want
niet elkeen kan gelijktijdig worden ge
holpen.
:en
len
ur-
je-
te
'O-
Het
>id-
ekt
1
n
hem aan te tonen dat het onreglemen
tair was gebruik te maken van „een
tweede schaakbord”. De man ook die
tegen Keene schreeuwde (dankzij het
feit dat hij schreeuwde kon ik het aan
de andere kant van de deur horen) dat
Joegoslavië al problemen genoeg had.
Is het ondenkbaar dat de Joegoslavi
sche autoriteiten, onder zware diplo
matieke druk gezet door de Russen
(niemand minder dan de Russische mi
nister van sport reisde naar Belgrado
in het begin van de week waarin Spass
ki zijn partijen van Kortsjnoi begon te
winnen), erin hebben toegestemd een of
ander stralingsapparaat in de zaal te
monteren?
Men moet goed begrijpen wat het
voor de Sovjet-Unie betekent als Vik
tor Kortsjnoi deze kandidatenfingle
zou winnen en om het wereldkampi
oenschap tegen Karpov zou moeten
spelen. Schaken is een volkssport in de
Sovjet-Unie. Kortsjnoi, die viermaal
Russisch schaakkampioen werd, was
in de Sovjet-Unie even bekend als
Cruijff bij ons. Een beroemde schrijver
(Solzjenitsin) die het land uitgezet
werd, een beroemde balletdanser (Noe-
réjev) die het land uitvluchtte, een be
roemde musicus (Rostropovitsj) die
zich in het buitenland vestigde, een
beroemde geleerde- (Zjores Medvedjev)
die in Londen achterbleef, zijn nog wel
aan het oog van de eigen bevolking te
onttrekken, want,niemand kan de Rus
sische staatsuitgeverij dwingen Solzje
nitsin uit te geven, niemand kan het
Die beslissing ligt nu in handen van een
presidium, een soort agenda-commissie
van het NSO wiens lijstje met wensen -
vanwege die democratie - eerst door het
NSO moet worden goedgekeurd. Bijzon
der belangrijk dus dat dit presidium is
samengesteld uit vertegenwoordigers van
overheid en sport op basis van een gelijk
aantal uit beide groeperingen, met daarbij
een onafhankelijk voorzitter. Vandaar dat
we geen genoegen hebben genomen met
een voorstel van de Vereniging van Neder
landse Gemeenten en het Inter Provinciaal
Overleg Jeugd en Sport om de minister
van Cultuur, Recreatie en Maatschappe
lijk Werk tot voorzitter te benoemen. Daar
mee zou immers het evenwicht worden
verstoord. Zelf zouden-we het ook niet in
ons hoofd halen om bijvoorbeeld onze
eigen voorzitter voor die post naar voren te
schuiven. Op 16 januari gaan we over deze
kwestie weer praten. U ziet, er is nog
genoeg te doen vóórdat het NSO er is en
goed kan gaan functioneren”.
„In 1970 verscheen Sport ’70, een be
leidsnota van de Nederlandse Sport Fe
deratie waarin enige gedachten waren
neergelegd als: welke kant moeten we uit
met het sportbeleid in Nederland; welke
taken zijn weggelegd voor de NSF en
welke voor de overheden (rijk, provincies,
gemeenten). Vier jaar later kwam de toen
malige minister van CRM, mr. Van Doorn,
met zijn discussienota Sportbeleid. Daarin
stond dat het niet de bedoeling is in te gaan
op Sport ’70, maar om uit te komen met
een eigen nota. Dat viel bij de NSF hele
maal niet lekker. De georganiseerde sport
vroeg zich terecht af of ze helemaal voor
niets aan Sport ’70 had zitten werken. Er
was vrijwel niet op suggesties, daarin ge
daan, ingegaan. Het stuk van de minister
handelde hoofdzakelijk over de sportieve
recreatie. Het werkte duidelijk polarise
rend: CRM contra de georganiseerde
sport. Moeilijke tijden braken voor beide
partijen aan, waarbij het opmerkelijk was
dat ook Kamerleden een standpunt tégen
de minister innamen. Maar met dit alles
kwamen we geen stap nader tot elkaar.
Want wat we ook probeerden, we kregen
geen antwoord op onze nota Sport ’70.
van Onysjenko, die meteen na de ont
dekking van het vernuftige elektroni
sche knopje in zijn degen door de Rus
sen op het vliegtuig terug naar Kiev
werd gezet, voordat hij kon onthullen
hoe de zaak werkelijk in elkaar zat”.
„De Oekraïners redeneren aldus: On
ysjenko’s sterkste nummer op de mo
derne pentathlon is juist het schermen,
dus hij hoefde niet met trucs aan te
komen om zijn score te verhogen. Bo
vendien zit hij al velejaren in het Rode
Leger, is dus gewend aan strenge disci
pline. Hun theorie is dat Onysjenko als
beste schermer van het Sovjet-team
was uitgekozen om dat vernuftige
knopje waarmee het scorebord in wer
king kon worden gesteld uit te probe
ren, omdat de kans dat het ontdekt zou
worden bij hem het kleinst was. Als
goed soldaat zou hij zich dan aan die
opdracht hebben onderworpen.”
Een onwaarschijnlijke theorie?Maar
dat knopje zat er, dat staat vast. En
Onysjenko was geen elektronisch inge
nieur, maar officier in het Rode Leger,
dat staat ook vast. Dat apparaatje
moet niet alleen gemaakt zijn, maar
ook zijn uitgeprobeerd. Het waar
schijnlijkst is dat hij als proefkonijn is
gebruikt. En als 'ze zulke trucs al uit
haalden in 1976, waarom zouden ze iets
soortgelijks dan niet proberen in 1977,
nu er bij Spasski-Kortsjnoi zoveel meer
op het spel staat? Ik zelf geloof dat je
Kortsnoi ondanks zijn bijnaam van „de
verschrikkelijke Viktor”, al vrij ge
makkelijk uit zijn evenwicht kan bren
gen door je onheus te gedragen, zoals
Spasski heeft gedaan, vooral als dat in
een vijandelijke omgeving gebeurt.
Maar volstrekt onwaarschijnlijk is
Kortsjnois stralingstheorie niet, zoals
u uit het voorgaande zult hebben be
grepen.
Bolsjoj Ballet dwingen Noeréjev in het
Zwanenmeer te laten dansen, niemand
kan een concert van Rostropovitsj in
een Russisch orkest afdwingen en
niemand kan de Sovjet-Unie ertoe ver
oordelen dat Medvjedjev in Moskou
een rede houdt voor de academie van
wetenschappen.
Maar als Viktor Kortsjnoi van Spass
ki wint, zal Karpov wel degelijk om het
wereldkampioenschap tegen hem moe
ten uitkomen. En als hij het niet doet,
zal hij zijn wereldtitel verliezen (zon
der te spelen, zoals hij hem trouwens
ook won, dankzij de onwilligheid van
Bobby Fischer). In beide gevallen ge-
- raakt het Sovjet-regime in grote verle
genheid. Er is de autoriteiten dus alles
aan gelegen het niet zover te laten
komen en dat is de reden dat ze het
vanaf de tiende partij in Belgrado
steeds zo scherp mogelijk gespeeld
hebben. Kortsjnoi deed de concessies,
Spasski, althans zijn secondant Bon-
darewski, weigerde iedere concessie en
deed iedere vleug van concessie van
Spasski onmiddellijk weer ongedaan.
Straling? Of alleen maar een zenuwe
noorlog?.
Is het denkbaar dat de Sovjet-Unie
omderwille van „sportief gewin” (maar
het gaat hier dus voornamelijk om poli
tiek gewin!) tot zulke technische, on
rechtmatige ingrepen zou overgaan?Ik
herinner nu even aan wat ik op 31 juli
1976 uit Montreal schreef, waar de Rus
sische (in werkelijkheid Oekraïense)
schermer en ex-wereldkampioen Onys
jenko gediskwalificeerd werd toen een
knopje in het handvat van zijn degen
werd ontdekt, waarmee hij niet-ge-
maakte treffers op het elektronische
scorebord kon doen oplichten. De Oe
kraïense kolonie in Canada (er wonen
er 450.000), zo schreef ik, „zette een
vraagteken bij de exclusieve schuld
Spasski, die de avond voor de aan
vang van de elfde partij (de eerste die
hij zou winnen), nog om kwart voor
twaalf 's nachts naar het Dom Sindika-
ta was gekomen om daar de situatie te
bekijken (hij eiste toen andere, minder
licht weerkaatsende stukken!), speelde
die hele partij verscholen achter dat
scherm en dat had zonder demonstra
tiebord in de twaalfde partij niet ge
kund. De beslissing van hoofdscheids
rechter Kazic, in overleg met Euwe
genomen, om dan dat demonstra
tiebord weg te halen, werd later door
de organisatoren weer teruggedraaid.
En de machtigste man in dat organisa
tiecomité is de oud-burgemeester van
Belgrado Sakic, een politicus, de man
die Keene en Stean wegblafte en die,
aan tafel gezeten met Stean, uit het
hotel trachtte weg te vluchten
toen Stean even op zijn kamer het
schaakreglement was gaan halen om
Vervolgens de tweede mogelijkheid: de
Stichting Nationale Sporttotalisator, in
1974 gevormd voor de besteding van de
toto/lotto-gelden met als vertegenwoordi
gers de overheid, de georganiseerde sport,
een groep „onafhankelijken” (die duide
lijk tussen aanhalingstekens moeten wor
den gezet) én vertegenwoordigers van cul
turele, charitatieve en maatschappelijke
instellingen. Ook dit lichaam werd door
ons afgewezen omdat er té veel „sport-
vreemde elementen” in zitten. Bleef over
het idee om te komen tot het instellen van
een Nationaal Sport Overleg, bedoeld als
ontmoetingsplaats op basis van gelijk
waardigheid voor betrokken partijen. Dit
was de moeilijkste, maar tevens meest
democratische vorm waarbij de autono
mie van de sportbonden erkend zou zijn.
kans dat zo'n raad dirigistisch zou gaan
werken. En wat zouden zijn bevoegdheden
moeten zijn? Gezien onze eigen verant
woordelijkheid hebben wij als NSF ge
zegd: zoiets nóóit.
Waar of niet waar? Een overspannen
reactie van een schaker die de spannin
gen niet langer kan verdragen? Klaag
de Spasski ook niet over hypnose van
de kant van Kortsjnoi zelf en van zijn
vriendin Petra, nadat hij in de eerste
helft vier partijen had verloren? Kan
hij nu niet zeggen dat hij, sinds hij'zich
achter het scherm aan de boze blikken
van Kortsjnoi en Petra onttrok, voor
het eerst weer vrijuit kan spelen en kan
aantonen dat hij als oud-wereldkampi-
oen nog steeds de meerdere is van
Kortsjnoi?
Inderdaad is dat de meest voor de
hand liggende interpretatie. Zo meteen
zal ik vertellen waarom ik denk dat dit
ook de juiste interpretatie is. Maar
eerst wil ik even nagaan of Kortsjnoi’s
boze vermoeden van een complot met
oneigenlijke middelen, straling of hyp
nose, in feite waar kan zijn. In de eerste
plaats is iedereen het erover eens dat
de eerste negen partijen onder geheel
normale omstandigheden zijn ver
speeld en dat die partijen ook boeiend
en uitstekend schaak te zien hebben
gegeven. Spasski heeft een keer een
zege laten glippen, maar hij heeft goed
geschaakt. Kortsjnoi daarentegen, be
gon na het nooit eerder vertoonde
schaakgedrag van Spasski foute zetten
af te leveren in de elfde partij, hij
verloor door tijdnood in gelijke stel
ling in de twaalfde partij en hij verloor
de dertiende partij door een onbegrij
pelijke blunder, al was er volgens
Tim Krabbé wel degelijk sprake van
een winstpoging. Is het mogelijk dat er
inderdaad zoiets als „straling” op hem
werd toegepast? Ik bedoel: is dat tech
nisch mogelijk?
Daarvoor zou in ieder geval de mede
werking van de Joegoslavische organi
satoren nodig zijn. Feit is, dat die
organisatoren zich aan de zijde van
„De twintig vertegenwoordigers van
ons, die straks in het NSO gekozen gaan
worden, moeten nu worden ingepast. Daar
is al veel vooroverleg over geweest. De
afgevaardigden van de overheden en de
vijfentachtig aangesloten sportbonden
zullen verder voortdurend met elkaar van
gedachten moeten wisselen. Begrijpelijk
dus dat van onze vertegenwoordigers
onaal of gecoördineerd sportbeleid in Ne
derland. Een lichtpunt, want vanaf de oor
sprong van de NSF waren de contacten
met CRM van bilaterale aard geweest. Een
duidelijke toekomstvisie bestond niet.
In dit sportoverleg kunnen nooit binden
de adviezen worden gegeven, maar
„slechts” zwaarwegende. Het zou namelijk
de democratische opzet geweld aandoen
als veertig map het voor het zeggen zouden
krijgen. Bij het beschermen van die demo
cratie denk ik altijd aan een uitspraak van
wijlen Winston Churchill: „Er zijn allerlei
staatsvormen, waarvan de democratische
de minst slechte is. Daarom ben ik er
vóór”. Zo is ook de NSF er om er voor te
pleiten dat de bonden goede adviezen op
volgen. Ze zijn nooit bindend. Begrijpelijk
dat die ver doorgevoerde democratie,
waarbij altijd de achterban wordt geraad
pleegd, veel tijd en overleg kost. Maar dat
is de prijs die voor dit principe - en we
doen het graag - moet worden betaald".
Nadat Viktor Kortsjnoi van de eerste
negen partijen tegen Boris Spasski er
vier had gewonnen (en niet eentje ver
loren), boog Spasski de normale strijd
wijze om in een abnormale. Hij weiger
de verder aan het bord te gaan zitten,
trok zich terug in een „box”(achter een
scherm) in de linkerhoek van het to
neel, waar hij onzichtbaar voor Kortsj
noi en het publiek de stelling op het
demonstratiebord achter op het toneel
volgde, om alleen te voorschijn te ko
men om zijn zet te doen, waarna hij
zich weer terugtrok in zijn hinderlaag.
De tiende partij werd afgebroken, de
elfde, twaalfde en dertiende werden
vervolgens door Spasski gewonnen.
Wonder boven wonder won Kortsjnoi
daar tussen door nog wel de afgebro
ken tiende, blijkbaar omdat die minder
tijd vergde, waardoor de straling min
der vat op hem had...
Straling!?, roept u nu verrast uit. Ja,
straling. In de dertiende partij maakte
Kortsjnoi, in 'een gelijke stelling, een
zo idiote blunder, dat iedereen het ero
ver eens is dat die zeldzaam is op
grootmeestersniveau. Kortsjnoi kon
meteen opgeven. Hij deelde mee de 14e
partij op vrijdag onder de gegeven om
standigheden niet te zullen spelen.
Kortsjnoi verklaarde:
Spasski hebben geschaard. Kortsjnoi’s
secondanten, de grootmeesters
Keene en Stean, hebben tegenover dr.
Max Euwe (ik stond erbij en heb het
dus uit de eerste hand) verklaard dat
zij hem wel vertrouwden, maar de orga
nisatie niet. De organisatie had Kortsj
noi immers al verraden in de kwestie
van Spasski’s niet verschijnen, toen de
hoofdscheidsrechter Kazic besloten
had dat het demonstratiebord verwij
derd moest worden. Dat zou betekend
hebben dat Spasski aan het bord had
moeten zitten, in... de straling.
„Sinds de tiende partij sta ik onder
invloed van iets dat ik niet bevatten
kan, maar dat ik ook niet kan weer
staan. Er komt naarmate de partij vor
dert een steeds grotere druk op mij en
onder die pressie maak ik fouten. Sinds
het moment dat die beïnvloeding is
begonnen, komt Spasski ook niet meer
achter de tafel. Hij doet zijn zet en
verdwijnt. Hij zit echter nimmer op
zt]n plaats, hij staat naast de tafel,
vermoedelijk om uit de straling te
blijven”.
Maar er moet wel sterk tegenspel bij de
overheid geboden worden. De bonden zul
len straks zelf beslissen waarvoor ze
kiezen: met of zonder professionele
krachten”.
Leen Akkers
*■-