zien Verhaal van Jacques Mesrine: jij of ik Jan Steen ter veiling Brabants natuurmuseum ei.no b.v. Ill Hooghoudt opent insectarium QioooiioiicJr B I I wij ontvingen Tentoonstelling laat vooral invloedssferen rond architect adka- imer-, uwen, ichtin- 1'40 14 Frankrijks „staatsvijand nr. 1” schreef boek en Kt Historische encyclopedie werd compact werkje LMubbele/ *raan jenever 12 13 KUNST 19 7 9 APRIL ZATERDAG 2 1 tapijtreiniging, vaste vloerbedekking losse kleden bankstellen. -DubbelzachteJonge- CS v- Bewustwording Keuze tussen Oost en West Vijfjaren-plan f St MP,- AMSTERDAM. „Het is de overweging waard of de bewo ner, de gebruiker van wijk en woning, niet bij de vormgeving moet en kan worden betrokken. Het moet toch mogelijk zijn, dat de stedebouwkundig ontwerper of de architect met enkele mede werkende specialisten aan één ta fel gaat zitten met toekomstige bewoners om zich op de hoogte te stellen van hun behoeften en ver langens. Men kan toch luisteren naar hun kritiek of omgekeerd vertellen van plannen, mogelijk heden, ervaringen en ge dachten?” I bibliotheek Ideeën Niegeman geen verleden tijd JACQUES MESRINE SO- DUW OUW (ADVERTENTIE) (ADVERTENTIE) OUW oemd, f// prijs 42,50 JAN DE ROOS Mesrine geeft wel voortdurend zijn visie op de ontwikkelingen en gebeurte nissen, maar verklaart eigenlijk niets. Hij zegt bijvoorbeeld wel degelijk gesto len te hebben, „maar nooit van arme mensen” en hij heeft wel mensen dood geschoten, maar „dat komt dan omdat ik moest kiezen tussen hun leven en het mijne. Als ze de strijd met me wilden aanbinden, dan namen zij hun eigen risico, net zoals ik dat deed”. De redaktie van de Winkler Prins heeft op basis van het omvangrijke ma teriaal van de door haar verzorgde en cyclopedieën een „Kleine historische encyclopedie” samengesteld. Dit com pacte werkje (432 bladzijden, ongeveer 5000 trefwoorden) biedt een overzicht van vele duizenden jaren geschiedenis. De politieke ontwikkelingen krijgen veel aandacht, maar ook de belangrijk ste sociale, economische en culturele ge beurtenissen zijn erin opgenomen, eve nals beknopte gegevens over personen die hun stempel op de geschiedenis drukten. De redaktie heeft daarbij te recht ook de niet-westerse wereld ruim schoots betrokken. Heel wat trefwoor den hebben natuurlijk betrekking op de geschiedenis van de lage landen. Gebeurtenissen uit 1976 konden nog worden verwerkt. Men zal dus vergeefs zoeken naar bijvoorbeeld de laatste ont wikkelingen in Iran of naar de val van Aantjes. Overigens wordt deze politicus wel vermeld, zij het dat hij wat onge makkelijk is geklemd tussen het Aan- sprekersoproer van 1696 en het Aardap- peloproer van 1917. Lot? Geen excuus trachten te vinden? Bereid te boeten? Aan de hand van teksten als deze, waarmee het boek vol staat, zal geen zinnig mens meer sympa thie voor Mesrine gaan krijgen. Dan kan je zijn werk maar beter lezen als een soort harde politieroman. Waarbij dan snel duidelijk wordt dat de werkelijk heid het verdichtsel altijd overtreft. De encyclopedie is voorzien van illus traties, zowel zwart-wit als in kleur. Een handig werkje voor wie het histo rische spoor dreigt kwijt te raken in de dagelijkse stroom van informatie. „Daar komen de wijven”, triller uit warm Amsterdam, door Jaap van der Merwe, uitgave Corrie Zelen 18,90). met van jemde smees- anuren bezor- Aan de ingebruikneming van het insec- tarium is een periode van vijf jaar vooraf gegaan, waarin de conservator van het museum, de Nederweertse bioloog Martin van der Donk, intensief wetenschappelijk onderzoek heeft verricht. Om ideeën voor de inrichting van het insectarium op te doen bezocht hij samen met de architect natuurmusea in onder meer Engeland en de Bondsrepubliek. Naast geconserveerde exemplaren zijn in het nieuwe gedeelte van Jan Vriends- museum ook levende insecten te zien. Aan de hand van tekeningen, doorsneden en beknopte teksten worden de bevruchting, groei en levenswijze van de diertjes uitge legd. In het plafond van het insectarium is een „sterrenhemel” aangebracht, waaron der vleermuizen en nachtvlinders vliegen. ontwerpers een monumentaal neo-classi- cisme op te leggen, wat voor de meesten van hen onaanvaardbaar is. En als in 1939 deze eis weer ingetrokken wordt zijn de meeste West-Europese architecten dan ook vertrokken. Niegeman ondervindt dit conflict aan den lijve en zijn worsteling heeft iets ontroerends. Een sober woonge bouw voor officieren moet van een monu mentale entree-partij voorzien worden. De schetsen tonen hoe moeilijk hij het met die beslissing heeft en hoe hij en er niet uitkomt. In 1937 is hij terug in Nederland, waar hij zich aansluit bij de groepering „Acht en Opbouw”. Van 1939 tot 1955 is hij vervolgens een invloedrijk docent aan het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs in Amsterdam, waar Mart Stam directeur is en waar hij op grond van zijn Bauhaus- ervaringen tot didactische vernieuwingen komt. In 1946 is hij één van de oprichters van de Stichting Goed Wonen en tot 1969 werkt hij in de geest van die stichting als architect, zelfstandig of in samenwerking met collega’s. Niegeman komt op de tentoonstelling over als enerzijds een intuïtief denkend Volgende week maandag en dinsdag begint bij Sotheby Mak van der Waay een interessante veiling van oude meesters uit de 16e tot en met 18e eeuw. Onder de hamer komt ook een werk van Jan Steen dat een „interieur met chirurgijn voorstelt. De afmetingen zijn bescheiden: ruim 23 bij 18 centimeter. Kleine historische encyclopedie Uiig. Elsevier „Liefdesbrieven” van Multatuli, be zorgd en van aantekeningen en een na woord voorzien door Paul van 't Veer, uitgave De Arbeiderspers in de serie „Privé-domein 29,50). „Zeilen en wedstrijdvaren met kleine zeilboten” door Marius Ruytenschildt, uitgave Hollandia 24,50; tiende herzie ne en uitgebreide druk). Bij uitgeverij Oberon verschenen weer twee nieuwe stripverhalen: „Mijn vriend Mozes”, verhaal uit het weekblad Tina en „Pluto wint de poedelprijs”, een vrolijk verhaal uit het weekblad Donald Duck. Prijs per deel ƒ5,50. Ook uitgeverij Dupuis heeft weer ze ven nieuwe stripverhalen op de boeken markt gebracht. In de reeks Yoko Tsuno verscheen het negende deel „De dochter van de wind”; in de reeks Katamarom het zevende deel „De Melkwegers”; in de serie Baard en Kale deel 26 „De laatste stunt”; in de reeks Sammy deel 12 „Het jeugdelixer”; in de reeks De mini-mens- jes deel 8 „Droompoeder”; in de reeks Jess Long deel 4 „Het doodskopmasker” „Zeezicht”, jeugdroman door Simone Schell, uitgave Van Goor 12,50). ien i gen, ining- Voor Ook levering nieuwe vloerbedekking en gordijnstoffen. Zljlweg 286, Haarlem. Tel.: 023-313289 „Houdt uw paard gezond”, voorko men en genezen van ziekten, door Fritz Sevelius, Harry Petterson en Lennart Olsson, uitgeverij L. J. Veen (f 31,90). „Groot handig handboek” met meer dan 700 tips en 26 projecten voor de doe- het-zelver, vertaald en bewerkt door Mar Groen, uitgave Romen te Bussem (f 42,50). „Elseviers Vogel Vademecum” door Jaap Taapken, uitgave Elsevier Focus 24,50). Bosch Tel. rsnelle „Litause klavieren”, roman door Jo hannes Bobrowski, uitgave Meulenhoff 18,50 2e druk) erkla- gd. eiden jra- Ir O, en in de serie De Blauwbloezen deel 14 „De Melkmuil”. De prijs van ieder deel tje is 5,50. „Oranje knipselboek” samengesteld door Richard Kaan naar aanleiding van de zeventigste verjaardag van koningin Juliana, uitgave La Rivièra Voorhoe ve (f 24,50). Van een deel van zijn leven kunnen we kennis nemen in Doden zonder wroe ging, een boek dat Mesrine schreef in de Santégevangenis bij Parijs. Wie aan dit boek begint met de stille hoop toch iets meer te zullen gaan begrijpen van wat een mens tot zulke zware misdaden leidt komt bedrogen uit. Misschien ook was Neigeman eerder een filosoof dan een architect en dan is het niet zo vreemd, dat op de tentoonstelling zijn portret niet zo goed uit de verf komt. Hij heeft eens gezegd: „Ontwerpen is een bewustwording van jezelf en van je omge ving, bewustwording van de wereld waar in je leeft en de plaats, die je daarin inneemt” (1946). Om dat idee over te dra gen moet het ontwerpen tot tastbare vor men leiden. Niegemans invloed is ver spreid als het is over het werk van ande ren, zijn leerlingen bijna onzichtbaar. Wie de tentoonstelling bezoekt moet zich realiseren, dat het vele interessant materi aal aan de wanden geen compleet beeld oplevert van de afgelopen halve eeuw. Het gaat om invloedssferen, die met elkaar gemeen hebben, daz ze alle ingewerkt hebben op één en dezelfde kunstenaar. MAARTEN KLOOS „Wat is goed, wat is kwaad?”, ethiek van gestalt, door Bruno-Paul de Roeck, uitgave De Toorts 26,50). n och- alkwijk =1GER Oude 11819 een LINKE omtrek nelden 9. Tel Heel simpel dus eigenlijk allemaal: jij of ik. Het „jij” in deze hele schrikwek kende keten van oorzaak en gevolg is dan steeds, althans in Mesrine’s ogen, „de justitie”. Mesrine zegt nergens spijt van te hebben: „Is het uit trots of omdat hij het zich niet realiseert Allebei na tuurlijk. Hij probeert geen enkel excuus te vinden. Liever ziet hij zijn lot onder ogen en is bereid ervoor te boeten”, aldus de inleiding tot zijn boek. (Van onze kunstredactie) ASTEN. Dit weekeinde voor het eerst kan in het natuurmuseum Jan Vriends in het Noordbrabantse plaatsje Asten een bezoek worden gebracht aan het nieuwe insectarium. Naar een ontwerp van de architect Janus van Heugten uit Someren is daar een ruimte ingericht die zo’n ne genhonderd objecten bevat. Deze komen voor een deel uit eigen bezit, maar ook uit bruikleencollecties die door de gemeenten Deurne en Venlo ter beschikking zijn gesteld =KKA- k- en ihe- d, bin- irsteld. kunstenaar, die romantische reisschetsen kon maken eri anderzijds als een rationa list, die bleef experimenteren met de func tie van materiaal en vorm. Misschien is zijn werk wel te redelijk, te weloverwogen om echt tot de verbeelding te spreken. Hij heeft nooit grote fouten gemaakt, maar zijn werk is ook nooit adembenemend mooi. Het is smetteloos. Invloeden van buitenaf hebben bij hem nooit geresul teerd in uitbundige uitingen van vreugde over een nieuwe ontdekking hij groei de, integendeel, geleidelijk mee. Rond 1920 kon hij zich vinden in het werk van Wijdeveld. Een landhuis uit 1925 weer spiegelt de romantiek van Mendelssohn. De fabriek voor telefoonapparatuur (1929-1930) toont de invloed van Gropius, grafisch werk uit die jaren doet denken aan Moholy-Nagy en een prijsvraagont werp voor een gerechtsgebouw uit 1930 verwijst, evenals zijn Russische werk naar Hannes Meyer. P. WOLFSBERGEN Doden zonder wroeging redelijk goed ver taald door ITh. Küppers en E.C.M. Kamp- Kan, verscheen bij Luitingh-Laren en kost 29,90. iliënten voor u traat 9, 3 naken moet hebben gevoeld tot het zoeken van Gropius naar een compromis tussen am bachtelijke vormgeving en indrustrialisa- tie dan tot Meyers strengere nadruk op het laatste. Het is niet meer dan logisch, dat Niegeman in zijn overtuiging dat het bouwen een technische, economische, maatschappelijke én kunstzinnige opgave is al snel in botsing komt met Meyer en dat als gevolg daarvan zijn betrekking als docent van korte duur is. Er volgen een paar in vele opzichten spannende jaren. Het einde van de Wei- mar-republiek is in zicht. Het Bauhaus vlucht in 1932 nog min of meer naar Berlijn, maar heft zich een jaar later op bij het aan de macht komen van de nazi’s. Niegeman werkt onder andere samen met Moholy-Nagy aan de enscenering van „Der Kaufmann von Berlin” in de regie van Piscator. Daarna wordt hij, ge lijk velen van zijn collega’s, voor de keuze tussen Oost en West gesteld en kiest hij voor de Sovjet-Unie, het beloofde land voor anders-(socialistisch-)denkenden. De mogelijkheid om in de Sovjet-Unie te bouwen aan een nieuwe, socialistische maatschappij en zo tegelijkertijd de crisis in West-Europa te ontvluchten maakt het aanlokkelijk gehoor te geven aan de Rus sische oproep aan Westerse stedebouw- kundigen, architecten en ingenieurs om te komen helpen bij de industrialisatie van het land. Rietveld had al in 1927 meege werkt aan een grote architectuurtentoon- stelling in Moskou. En als Niegeman in 1932 een contract voor vijf jaar sluit, is hij al voorafgegaan door onder andere Mart Stam, Van Loghem en Hannes Meyer. Een groot deel van die vijf jaar brengt hij door in Magnitogorsk. Een kleine vesti ging in de Oeral en zo op de grens van Europa en Azië. Het klimaat is er bar, wegen ontbreken vooralsnog, maar de ka le steppegrond bevat ijzererts en dus ligt het voor de hand om het kleine plaatsje tot een staalcentrum te ontwikkelen. De indu strie wordt opgezet naar Westers, kapita listisch model, terwijl het socialistisch ide aal zichtbaar wordt in het ter discussie stellen van verschillende samenlevings verbanden en van de positie van de vrouw. De uiteenlopende woonvormen worden opgenomen in een stadsplan, dat in één zeer belangrijk opzicht verschilt van welke westerse stad ook: de arbei derswoningen worden boven de wind ten opzichte van de industrie gebouwd. Niegeman en Stam werken beiden in het kader van het eerste vijfjaren-plan (1928-1933), waarin sprake is van 400 van dergelijke nieuwe steden, en leveren daar mee een bijdrage aan de volkshuisvesting op een manier die enige omschakeling van hun kant vereist. De denkwereld van het functionalisme en ook de discussies zoals die aan het Bauhaus gevoerd zijn kunnen immers onmogelijk overgeplaatst worden naar een situatie waarin vrijwel uitslui tend met ongeschoolde arbeiders gewerkt moet worden. Niegeman moet in die tijd veel aan Hannes Meyer gedacht hebben, met name op momenten, waarop in de harde strijd om het elementaire bestaan kunstzinnige doelstellingen eenvoudig niet aan de orde zijn. Toch ligt in dit probleem het begin van het einde van de Westerse bemoeienis met de Russische opbouw besloten. Om streeks 1935 trachten de autoriteiten de „JOHAN NIEGEMAN 1902-1977, BAU HAUS - SOWJET-UNIE - AMSTER DAM". Tot en met 29 april: Stichting Architectuurmuseum/Nederlands Docu mentatiecentrum voor de Bouwkunst, Droogbak la, Amsterdam, ma.-vr. 10-17 u., za.-zo. 13-17 u., toegang gratis. Van 15 mei tot en met 17 juni: Van Reekum Galerie in Apeldoorn. De uitstekend gedocumen teerde catalogus is samengesteld door Cor de Wit. Stichting Architectuurmu- seum/Van Gennep b.v. Prijs f38,50. „Oorspronkelijk gezicht”, ee gang naar huis, door Swami Deva Amrito (Jan Foudraine), uitgave Amboboeken (ƒ25). Jacques Mesrine is waarschijn lijk Frankrijks meest beschreven misdadiger van het ogenblik, zeker de meest gezochte en ook een van de meest gevaarlijke. Bankoverval len, moord en doodslag (in Frank rijk maar ook in Canada) zijn voor deze man kennelijk een levensbe hoefte, waarbij dan nog komt dat hij steeds weer uit de meest inge nieus beveiligde gevangenissen weet te ontsnappen. g- Vftlüfc S WVilim Dit citaat van Johan Niegeman dateert uit de jaren vijftig en is karakteristiek voor de tentoonstelling in het Architec tenmuseum, die aan zijn leven en werk gewijd is. De inhoud verwijst naar de sociale bewogenheid, die Niegeman ken merkte. De formulering en dan vooral het vraagteken aan het eind mogen duidelijk maken, dat zijn theorieën geen verleden tijd zijn, maar dat het integen deel gaat om vragen, die we ons nog steeds kunnen en moeten stellen. Met in I het achterhoofd de wetenschap, dat wat Niegeman zich twintig jaar geleden af vroeg slechts aarzelend vanzelfsprekend niveau wordt, is er alle reden om het bovenstaan de met enige schaamte te lezen. Niegeman (1920-1977) is nooit een archi tect geworden, die bij het grote publiek bekendheid heeft gekregen. Daar zijn ver scheidene redenen voor aan te wijzen. Hij heeft niet zo erg veel gebouwd en van wat gerealiseerd werd behoort een groot ge deelte tot het terrein van de binnenhuis architectuur. Bovendien schuwde hij in i zijn bescheidenheid het spectaculaire èn heeft hij een tot kort voor de oorlog bijna uitsluitend in het buitenland gewerkt. Tenslotte heeft hij gedurende lange tijd het accent op zijn werk als docent gelegd. Niegemans leven is door zijn reislust en i zijn werkwijze een leven van ontmoetin gen geweest. Zoals men de dagboeken van Anaïs Nin leest, niet omdat zijzelf zo inte ressant was, maar omdat zij informatie I verschaft over bijvoorbeeld het Parijs van Henry Miller, zo krijgt men op de tentoon- stelling van Niegeman een heel direkte I kijk op het expressionisme, op de Weimar- I republiek en het Bauhaus, op de Sovjet- I Unie in de jaren dertig en op het Goed I Wonen-idealisme in het Nederland van na I de Tweede Wereldoorlog. Niegeman is ie- I mand geweest, die op een aantal momen- I ten goed heeft aangevoeld waar de aktie I was om zich vervolgens daarheen te bege- Iven. De tentoonstelling geeft daardoor f vooral een beeld van een halve eeuw I kunst- en architectuurgeschiedenis van I een serie tijdsgewrichten, die Niegeman I van nabij meemaakte. I Die reis door de tijd is avontuurlijk en I begint direkt al heel verrassend. Men I komt Niegeman, die vooral een vertegen- I woordiger van het Nieuwe Bouwen en het I functionalisme zou worden, tegen op het I atelier van zijn oom, H. Th. Wijdeveld. Hij werkt mee aan diens befaamde Vondel- I park-projekt en doet grafisch werk voor I het tussen 1918 en 1931 verschijnende I tijdschrift Wendingen. Wanneer Niegeman uit Nederland ver- I trekt is het ogenschijnlijk nog niet om iets I fundamenteel anders te zoeken. Hij werkt I een tijd in Frankrijk, om daarna in Ber- I lijn terecht te komen bij Erich Mendel- I sohn, wiens burgerlijk-theatrale grandeur I nog nauw verwant is aan Wijdevelds I werk. De ommekeer komt in 1926, als I Niegeman bij Gropius in het Bauhaus I gaat werken. Hij vond er een sterke open- I heid en de wil om architectonische dog- I ma’s ter discussie te stellen. En het mee- I werken aan onder andere de Bauhaus- I siedlung Törten bij Dessau en het nooit I uitgevoerde totaaltheater moet een open- baring zijn geweest. Het Bauhaus is op dat moment al een aantal jaren één van de exponenten van de Weimar-republiek. In een dankzij de grote politieke en culturele vrijheid gis tend klimaat, waarin een schrijver als Thomas Mann, theatermensen als Brecht en Erwin Piscator en een beeldend kun stenaar als Heartfield van zich doen spre ken, kan het instituut symbool worden voor het radicaal streven naar een bevrij- ding van nutteloze conventies. Niegeman is onder de indruk van het rationele expe rimenteren en de ongedwongen sfeer bin nen het Bauhaus en raakt er bevriend met docenten als Klee, Kandinsky, Schlem- mer, Moholy-Nagy en Mart Stam. Zelf wordt hij pas tot docent benoemd, wanneer Gropius in 1928 opgevolgd is door Hannes Meyer. Dat is merkwaardig, omdat hij zich veel meer aangetrokken {oh HfKFliiih lIJM:- F* 3 >h. en 0r JOHAN NIEGEMAN: prijsvraagontwerp voor een fabriek van telefoonapparatuur (1929- 1930).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1979 | | pagina 13