Opslag zou onder
TERUGDRINGEN
VAN RISICO’S
de grond moeten
Opleiding voor werken met LPG
2721
4
Jo
door Rien Polderman
L
I
J
n-
E j
f 1J f
igen:
Een lome rust ligt over het Ardennendorp. Op de achterplaats van
het kruidenierswinkeltje scharrelen vier kippen tevreden tokkend
rond. Camile laat de gasfles, die zojuist is gebracht maar even staan
en wist zijn voorhoofd met een bonte zakdoek. Wat een karwei, zo op
het heetst van deze hete zomerdag! Die fles komt straks wel, als de
zon wat lager staat. Camile sloft naar het raam en laat de markiezen
zakken. Dan schuifelt hij door het huis naar voren, om de winkel voor
een paar uurtjes te sluiten. Hij haalt zich een pils uit het kratje van de
abdij, laat zich in zijn luie zetel vallen en vouwt zijn krantje open op de
duivenberichten. Tegen het raam gonst een hommel. Op de heuvel
helling aan de overkant van de beek klinkt het monotoon geronk van
een verre traktor. Met het geruis van de beek verdiept het de rust van
het dorp.
.EIN T
bak kei
slijta
's
V
F
De daverende knal van LPG
1
e
t
w
Tussen het ministerie van Volksgezond-
e
e.
jn
HÜM
Standaard spoorketelwagon in de USA
sn
r
gering in vergelijking met de hoeveelhe
den die volgens plan bij Oiltanking in
voorraad komen.
Ook bij tankstations zou LPG bij voor
keur ondergronds moeten worden opge
slagen. De Vereniging van Nederlandse
Gemeenteri haalt met instemming een no
titie aan van de gemeente Amsterdam,
waarin ondergronds opslag van LPG
wordt bepleit. Niet alleen is de opslag
ondergronds veiliger tegen ongelukken
van buitenaf, maar ook kan als gevolg van
dit verminderd risico méér LPG bij een
tankstation worden opgeslagen. En dat
betekent weer, dat de bevoorradingswa-
gen minder vaak hoeft te komen.
Op de Zweden moet ons land dus wel
een achterlijke indruk maken. Er zijn in
Nederland zo’n 1.800 tankstations, waar
LPG kan worden getankt, en in veel geval
len liggen die stations in de direkte omge
ving van scholen en dergelijke, of in dicht
bebouwde kommen. In ambtelijke kring
was men al wel bezig aan onderzoek van
de risico-aspecten van LPG en de daar
tegen te nemen maatregelen. Pas na de
ramp op de Spaanse camping Las Alfa-
ques vorig jaar is het risico van LPG-
gebruik in de belangstelling van het grote
publiek komen te staan. Ook de discussie
over de aanlanding van vloeibaar aardgas
biblit
narkt:
m
m
P,
id
;t
in
Bij stijging va de temperatuur,
bijvoorbeeld bij brand, wil er meer
vloeistof verdampen. Daardoor kan
de dampdruk zo toenemen, dat de
fles of tank uit elkaar klapt. Ook
een scheur in de tank (als gevolg
van een ongeluk bijvoorbeeld) kan
leiden tot een extreem versnelde
verdamping. Daarbij kunnen zulke
grote krachten vrijkomen, dat de
len van fles of tank honderden me
ters worden weggeslingerd.
Bij ongelukken in het verleden
zijn tankfragmenten 800 meter ver
derop terug gevonden. Halve tan
kwagens ploegden zich als dood en
vernieling brengende projectielen
Gezien de risico’s van LPG, met name
ook die van het transport, ligt het voor de
hand, dat het rijksbeleid er op gericht
wordt, het aantal plaatsen voor de invoer
van LPG te beperken. Daar staan de wen
sen van Amsterdam tegenover. In de Am
sterdamse havennota („De havenontwik
keling in het Amsterdam-Noordzeeka-
naalgebied”) wordt melding gemaakt van
LPG als „een steeds belangrijker bijpro-
dukt van het raffinageproces.” „De aan
voer met als speciale middelgrote sche
pen van overzee zal toenemen, waar
door de toegankelijkheid wat betreft diep
gang geen problemen geeft. Het Westelijk
Havengebied biedt in principe mogelijk
heden om in deze groeimarkt een aandeel
te hebben,” aldus de Amsterdamse haven
nota.
In Nederland willen ook Shell en BP
LPG opslaan (op de Maasvlakte); Polygas
zit met opslag in Moerdijk en Eurogas
heeft plannen voor gasopslag in het
Zeeuwse Sloegebied. Voorts is er nog de
gasopslag van Gulf.
onderzoek begon naar de oorzaak
van de ontploffing.
„Het kostte maanden voor we er
achter waren”, vertelt Mobil Oil’s
chef veiligheid De Rijk. Na intensie
ve observatie van de gang van za
ken in het Luxemburgse flessenvul-
bedrijf van Mobil Oil ontdekte men,
dat één van de personeelsleden in
elke fles een scheutje meer vloei
baar propaan deed, dan was voor
geschreven. Als een vriendelijke
kruidenier dacht hij de klant daar
mee een dienst te bewijzen. De goe
de man besefte niet, dat hij de afne
mers van het flessengas met dit
extra-scheutje ernstig in gevaar
bracht.
De anecdote raakt precies de
kern van het gevaar van tot vloei
stof verdicht gas uit aardolie, dat
wordt aangeduid met de Engelse
afkorting LPG (Liquified Petro
leum Gases). Met LPG wordt dus
meer bedoeld dan alleen de beken
de autobrandstof LPG, een mengsel
van butaan en propaan. De kunst
matige vloeistoftoestand van het
spul, dat onder „normale” omstan
digheden in de buitenlucht gas is,
maakt het bruikbaar voor de prak-
tijk. Tegelijkertijd is deze vloeistof
toestand echter een bron van ge
vaar. LPG wordt in de petro-chemie
steeds meer gebruikt in plaats van
de grondstof nafta.
Het principe van LPG is simpel.
voorbeeld kunnen worden gesteld, dat een
bovengronds reservoir voldoende tegen
aanrijding moet zijn beschermd (door
vangrail of betonconstructie). Het gevaar
dat bij onverhoopte lekkage LPG in het
riool zou stromen, zou voorts zonder meer
moeten worden uitgesloten.
Het risico van LPG vloeit volgens de
VNG met name voort uit onoordeelkundig
gebruik door leken. Juist bij tankstations
worden veelvuldig handelingen met LPG
verricht door in veel gevallen onoordeel-
kundigen. Zelfbediening zou dan ook
moeten worden verboden bij riskant gele
gen tankstations (bij scholen, ziekenhui
zen, dichte stedelijke bebowing). De be
manning van dergelijke riskant gelegen
stations zou aan bepaalde eisen van des
kundigheid moeten voldoen. Volgens de
VNG zou deze aanvullende voorwaarde
moeten worden verbonden aan de hinder
wetvergunning van gevaarlijk gelegen
stations. De VNG stelt hier strengere eisen
voor, dan de hoofdinspecteur van de
volksgezondheid.
De VNG doet verder nog de suggestie
om parkeergarages en dergelijke tot ver
boden gebied te verklaren voor auto’s die
op LPG rijden. Men erkent echter, dat de
naleving van dat verbod moeilijk zal zijn
te controleren.
Voorstellen om de groei van het aantal
LPG-rijders af te remmen en dit aantal
zelfs te verminderen ontbreken in de
VNG-circulaire. Er staat zelfs in dat de
risico’s niet moeten worden overdreven.
Daarbij blijven dan wel de gevaren buiten
beschouwing die ontstaan wanneer gemo
toriseerd Nederland massaal op LPG zou
o vergaan. „De kans op een ongeluk met
LPG is gering,” aldus de heer Vermeiden
van Oiltanking in het Westelijk Havenge
bied.” Het gevaar schuilt vooral in de
omvang van de gevolgen als er iets ge
beurt”.
Wanneer echter het rijden met LPG
omvangrijk zou toenemen, neemt ook de
statistische kans op ongelukken toe. Men
moet er niet aan denken wat er zou zijn
gebeurd, wanneer de auto’s die indertijd
bij de verkeersramp bij Prinsenbeek be
trokken waren, of bij de recente botsing
op de Haringvlietbrug, ook nog eens alle
maal tanks vol LPG hadden gehad.
Rijden met LPG is momenteel voordelig
voor automobilisten, die veel kilometers
maken. Het wordt bovendien aangemoe-
digd met het argument, dat het minder
schadelijk zou zijn voor het milieu. Het is
de vraag of dit argument staande kan
worden gehouden, wanneer men daar het
risico-argument tegenover stelt en wan
neer men deze afweging vervolgens doet
tegen de achtergrond van de totale ruim
telijke en milieuhygiënische problematiek
die door het automobilisme wordt opge
roepen. Het is dan ook de vraag of het
rijden met LPG niet juist onaantrekkelijk
zou moeten worden gemaakt. Dat zou
bijvoorbeeld kunnen door het te belasten
met een extra risico-heffing.
De vloeistof in fles of tank wil bij de
normale buitentemperatuur onmid
dellijk verdampen. Dit verdam
pingsproces wordt tegengehouden,
doordat het LPG is opgesloten in
een beperkte ruimte. De damp in de
ruimte boven de vloeistof is precies
zó dicht, dat het gas net geen vloei
stof is. De neiging tot verdamping is
eigenlijk de druk, die het gas bruik
baar maakt als brandstof. Bij da
ling van de temperatuur, conden
seert een deel van het gas tot vloei
stof, waarbij de druk iets afneemt.
Het omgekeerde komt ook voor en
vormt het begin van een gevaarlijke
situatie.
Dan verscheurt een daverende
knal de stilte. De ramen van Cami-
le’s woning knappen rinkelend uit
hun sponningen. De kleine kruide
nier zit stijf van schrik in zijn stoel.
Lang heeft hij niet nodig om uit zijn
verstijving overeind te komen. In
paniek snelt hij naar de voordeur,
rukt de grendel weg en rent de
straat op. De volgende dag meldt de
plaatselijke Gazet de ontploffing
van een gasfles. De verzekering
dekt de schade, maar Camile is wel
zijn kippen en zijn duiven kwijt.
Het lijkt een betrekkelijk alle
daags ongeluk: onvoorzichtigheid
met flessegas. Probleem is echter,
dat Camile geen grove onvoorzich
tigheid kon worden verweten. De
fles was direkt van de leverancier
afkomstig en op nog geen enkel
gastoestel aangesloten. Camile had
hem alleen in de zon laten staan.
Dat was niet verstandig, maar de
gasfles moest daar tegen kunnen.
Wanneer onder normale omstan
digheden een gasfles spontaan ex
plodeert, dan is dat reden voor ern
stige ongerustheid bij de leveran-
ciers en de producenten van het
gas. In dit verhaal waarvan de
essentie historisch is was het de
Mobil Oil, die vol bezorgdheid een
Het vervoer in een tankauto over de weg
is verreweg de gevaarlijkste manier om
LPG te transporteren. Een ongeluk met
een LPG-tankwagen betekent meteen een
enorme bedreiging van de direkte omge
ving van de plaats van het ongeval. Dat
geldt natuurlijk ook voor ongeluk met een
spoorwagon met LPG. De kans op een
ongeluk op de weg is echter vele malen
groter dan die op een spoorwegongeluk.
Toch gaat slechts vier percent van het
transport van gevaarlijke stoffen per rail
en 87 percent over de gevaarlijke
weg. Zeven percent gaat per schip.
Niet zonder trots vertelt direkteur Ver
meiden van Oil-tanking dan ook, dat ’n
belangrijk deel van het transport van
LPG, dat in zijn bedrijf wordt opgeslagen
per spoor zal worden afgevoerd. De
spooraansluiting ligt er al. Met de LPG-
wagons van de Mobil Oil kan het trans
port van Oiltanking op gezette tijden een
lange trein vormen. Dat die trein na het
Westelijk Havengebied dwars door Am
sterdam zal moeten is niet zo’n geruststel
lend idee. En dat ligt niet aan de NS, maar
aan het risico dat in het pure bestaan van
LPG besloten ligt.
Als de vervoersstromen van het LPG
van Oiltanking kennelijk dermate gecon
centreerd zijn, dat ze over de rail zijn te
bundelen, was dan een pijpleiding niet
een nog minder riskant transportmiddel
geweest? Vermeiden: „Een pijpleiding
zou inderdaad het veiligst zijn, maar tech
nisch moeilijk uitvoerbaar. Je zou daarop
regelmatige afstanden koelstations in
moeten opnemen, om het LPG beneden
een bepaalde temperatuur te houden. En
dat zou nogal duur zijn.”
Van Zweden is bekend, dat het veel
landen ver vooruit is op het gebied van
sociale zekerheid en medische zorg. In
dat beeld past ook, dat de veiligheids
voorschriften op verschillend gebied
streng zijn. De Nederlandse vakantiegan
ger, die Zweden als reisdoel heeft uitge
kozen, merkt dat bij het doorbladeren
van de brochure van het bureau-Zweden.
Hij leest, dat het bekende Camping-Gaz
in Zweden nauwelijks verkrijgbaar is en
dat dat verband houdt met de strenge
voorschriften van de Zweedse overheid
wat betreft de opslag en bewaring van
gasflessen. En de automobilist, die op
LPG rijdt, krijgt het advies voor zijn
Zweedse vakantie maar op benzine over
te gaan. LPG is daar namelijk vrijwel
niet te krijgen.
In sommige vakbonds
kringen wordt echter
betwijfeld of deze korte
bedrijfscursus voldoen
de is. Kaderleden van de
Industriebonden FNV
bijvoorbeeld zijn het er
niet mee eens, dat de be
lading van spoorwagons
niet geschiedt door ge
schoold technisch perso
neel van de raffinaderij
zelf, maar door mensen
van een dienstverlenend
of industrieel schoon
maakbedrijf. (Twee jaar
geleden werd dit werk
wel door eigen raffina-
Bij de Mobil-Oil is er geen invoer van
LPG overzee. In boltanks wordt het gas
opgeslagen, dat in de eigen raffinaderij
wordt geproduceerd. De boltanks hebben
een sprinkler-installatie. De in het Ameri
kaanse congres-rapport aanbevolen
gronddekking ontbreekt echter. Ook staat
er geen betonnen omwalling omheen. Dat
maakt de boltanks kwetsbaar voor onge
vallen van buitenaf. De hoeveelheid gas
die bij Mobil Oil is opgeslagen is overigens
De bevoorrading van LPG-stations
vormt op zichzelf al weer een risico-fac-
tor. Het bewijs daarvoor werd vorig jaar
geleverd, toen een tankwagen met LPG
zich klem reed onder een viaduct bij Bad-
hoevedorp. De VNG overweegt of het
goed zou zijn de routes voor gevaarlijke
stoffen ook voor LPG-tankwagens ver
plicht te stellen. Een nadeel zou zijn dat
men op grote schaal ontheffing van deze
verplichting zou moeten geven, omdat
veel LPG-stations buiten de gevaarlij-
kejjstoffen route liggen. Een uitbreiding
van het routenet voor gevaarlijke stoffen
heeft weer als riskant neveneffect, dat
ook vrachtwagens met andere gevaarlijke
stoffen van die uitbreiding gaan profite
ren. Daardoor zou de onveiligheid als to
taal toenemen.
Wie beroepshalve met
LPG omgaat (of met een
andere gevaarlijke stof)
zou daarvoor eigenlijk
terdege moeten zijn op
geleid. Daarover zijn de
deskundigen het wel
eens. De direktie van
Mobil Oil niet in de laat
ste plaats. Iedereen, die
werkzaamheden ver
richt op de raffinaderij
(eigen werknemers of
onderaannemers), is dan
ook verplicht een korte
cursus te volgen.
A
(LNG, Liquified Naturel Gas) heeft aan
het bewustwordingsproces bijgedragen.
Aktiegroepen begonnen zich te weren om
de opslag van LPG tenminste bij scholen
en dergelijke weg te houden.
De Vereniging van Nederlandse Ge
meenten kon in de discussie over de risi
co’s van LPG natuurlijk niet achterblij
ven. Recentelijk publiceerde de VNG een
circulaire, waarin aanbevelingen worden
gedaan voor het terugdringen van de risi
co’s van LPG. De VNG trekt namelijk in
twijfel, of de verscherpte veiligheidseisen
van de hoofdinspecteur van de volksge
zondheid de gevaren van LPG binnen
aanvaardbare grenzen hebben terugge
bracht. De VNG moet zich uiteraard be
perken tot de mogelijkheden die Hinder
wet, bestemmingsplanvoorschriften en
brandbeveiligingsverordening bieden.
In de VNG-circulaire wordt gewezen op
het belang van de hinderwetvergunning
voor tankstations. Binnen de bestaande
wetgeving is het niet mogelijk om ongun
stig gelegen tankstations weg te krijgen,
wanneer eenmaal een hinderwetvergun
ning is verleend. Althans niet op grond
van de hinderwet. In de sfeer Van de
Ruimtelijke Ordening zou er wellicht
meer te ondernemen zijn tegen ongunstig
gelegen bedrijven. De VNG beveelt in elk
geval aan, gebruik te maken van de moge
lijkheid van de hinderwet, om aan een
reeds verleende hinderwetvergunning
aanvullende voorwaarden te verbinden.
Als aanvullende voorwaarde zou bij-
Het gevaar van LPG-opslag kan aan
merkelijk worden verminderd wanneer
de opslagtank ondergronds wordt gelegd.
Verschillende deskundigen zijn daar
voorstander van, onder wie de hoofdin
specteur voor de volksgezondheid. In een
rapport van de rekenkamer van het Con
gres van de Verenigde Staten van Ameri
ka staat als eerste algemene aanbeveling
voor de opslag van LPG en vloeibaar
aardgas, dat deze in afgelegen gebieden
moet zijn gesitueerd. Wanneer aan deze
aanbeveling niet kan worden voldaan,
dan moet volgens het Amerikaanse rap
port de opslag onder de grond plaatsvin
den. Verder zou men aan de opslag van
tot vloeistof verdicht gas dezelfde eisen
moefê|i stellen als aan kerncentrales.
tank, wordt voorkomen door het
nauwkeurig in de gaten houden van
de weegschaal. Dat is niet alleen
een veiligheidsbelang, maar ook
een economisch. De zaak zou name
lijk gauw op de fles zijn wanneer er
meer zou worden geleverd, dan er
betaald wordt. En trouwens, de vei
ligheid is ook economisch belang,
want als er iets mis gaat, moet de
produktie worden stilgelegd en dat
kost véél geld.
De Rijk steekt voor de veiligheid
bij de raffinaderij zijn hand in het
vuur van het raffinage-fornuis.
Maar voor het veiligheidsbesef bij
de distributeurs (zoals tankstations)
en de consument doet hij dat beslist
niet. Daar is nog veel te verbeteren
meent hij, zowel aan kennis, als aan
mentaliteit als aan concrete maatre
gelen.
Dat zelfs degenen, die professio
neel met LPG moeten omgaan, zo
als exploitanten van tankstations,
soms niet blijken te weten waar ze
mee bezig zijn, illustreert De Rijk
met nog een anecdote: Op een nacht
wordt De Rijk uit bed gebeld om te
komen bemiddelen in een ruzie bij
een gasbeladings-station van de raf
finaderij. De Mobil-Oil-man bij de
gasbelading weigerde gas te leveren
aan een anderdaags te openen tank
station in de Haarlemmermeer.
Men was met een nieuwe tankwa
gen gekomen en zelfs de leverancier
van deze wagen was er bijgehaald
om te helpen argumenteren, dat het
LPG moest worden geleverd. De
Mobil-Oil-man bleef onverbiddelijk
weigeren, juist omdat men met een
nieuwe tankwagen was gekomen.
In de lege tank bevond zich name
lijk lucht. En zuurstof met LPG
levert in een bepaalde verhouding
een hoogst explosief mengsel op.
Men had de tank eerst vol moeten
pompen met stikstof, zodat alle
lucht er uit was. Pas daarna mocht
er LPG in. De Rijk moest er aan te
pas komen om de mannen, die zich
toch beroepshalve met LÈG bezig
hielden, een nachtelijke cursus gas
behandeling te geven.
heid en Milieuhygiëne en de gemeente
Amsterdam is overeenstemming bereikt
over scherpere voorwaarden voor de hin
derwetvergunning van Oiltanking in het
Westelijk Havengebied. Het bedrijf wil
een weg dwars door de woonbebou
wing. Het plotseling vrijgekomen
gas kan zich met de zuurstof in de
lucht tot een explosief gasmengsel
vormen. Dat mengsel explodeert zo
dra het met een ontstekingsbron (de
brand zelf, of een waakvlam, siga
ret, gloeiend oppervlak of vonk). Bij
en dergelijke explosie kan een
vuurbal ontstaan van honderden
meters in doorsnee, die zich als een
paddestoel verheft. Op honderden
meters afstand van een dergelijke
vuurbal kunnen doden en gewon
den vallen door verbranding. Ook
zonder deze vuurverschijnselen
kan men brandwonden oplopen als
derijpersoneel gedaan).
De kaderleden hebben
daarover opmerkingen
gemaakt in de onderne
mingsraad, maar naar
hun mening geen bevre
digend antwoord gekre
gen van de direktie. „De
mensen van het schoon
maakbedrijf hebben wel
een cursusje gedaan,
gf maar dat is volgens ons
onvoldoende. Ze hebben
geen inzicht in de gevol
gen en het gevaar van de
stoffen. Ze weten niet
wat er moet gebeuren
als er iets fout zou
gaan”, aldus een van de
kaderleden. Direkteur
Akker van Mobil Oil wil
op deze verwijten geen
commentaar geven.
De chauffeurs van
tankauto’s laden bij de
raffinaderij (onder toe
zicht van TV-camera’s
en met inachtneming
van nauwkeurige voor
schriften) zelf hun gas.
Een speciale vakoplei
ding voor het omgaan
met gevaarlijke stoffen
is voor hen (nog) niet
verplicht. De rijksover
heid overweegt echter
om een dergelijke oplei
ding voor chauffeurs,
die gevaarlijke stoffen
rijden, verplicht te stel
len. In Duitsland, Oos
tenrijk en Frankrijk
wordt een verplichte op
leiding eveneens
overwogen.
daarmee akkoord gaan. Dat betekent dat
de maximaal 25.000 kubieke meter LPG
die onder druk zou worden opgeslagen in
ondergrondse tanks komt. En om de tanks
waarin maximaal 95.000 kubieke meter
gekoeld LPG komt, zullen dikke betonnen
1 wanden worden geplaats. Volgens direc-
teur Vermeiden van Oil-tanking staat het
nog niet vast dat de LPG-opslag er ook
komt. Als gevolg van de lange hinderwe’-
procedure heeft men veel tijd verloren op
de concurrentie.
men in aanraking komt met het,
extreem koude, tot vloeistof ver
dichte gas.
Dergelijke rampen als gevolg van
explosie van gastank of -fles kun
nen ook ontstaan, wanneer de ruim
te boven de vloeistof te klein is. De
damp moet namelijk enige „spe
ling” kunnen hebben wanneer zich
een kleine temperatuurstijging
voordoet. Is die speling er niet, dan
wordt de druk groter dan de wan
den van fles of tank kunnen verdra
gen. Met de boven beschreven ge
volgen. Er moet dus altijd genoeg
ruimte zijn boven de vloeistof, wat
betekent, dat gasfles of LPG-tank
nooit voller mogen zijn dan officieel
is vastgesteld.
Het is een kwestie van natuurkun
de, die echter niet tot ieders „baga
ge” behoort. LPG lijkt een eenvou
dige vloeistof. De verleiding is groot
om daarmee om te gaan als met
benzine of petroleum. Het werken
met tot vloeistof verdichte gassen,
die bovendien zeer brandbaar zijn
en explosief, vereist een nog veel
grotere voorzichtigheid en zorgvul
digheid, dan al geboden is bij het
gebruik van benzine en andere
brandbare vloeistoffen.
Het gevaar van LPG zit volgens
Mobil Oil’s veiligheidsfunctionaris
De Rijk vooral in het gebrek aan
kennis en de toch telkens weer te
constateren nonchalance bij de af
nemers. De fabrikage van het gas
en de aflevering van de raffinaderij
is met maximale veiligheidsmaatre
gelen omgeven, meent hij. De verla-
ding van LPG in tankauto’s en
spoorwagons wordt met TV-came-
ra’s gevolgd. Een snuffel-systeem
slaat onmiddellijk alarm, wanneer
er wordt gemorst. Om gas te kun
nen tanken moeten de chauffeurs
een serie uitgekiende handelingen
in de juiste volgorde verrichten. De
ze handelingen worden elektro
nisch gecontroleerd. Het systeem
blokkeert, wanneer een handeling
wordt nagelaten of wanneer iets
niet in de juiste volgorde gebeurt.
Overbelading dus ’t teveel in de