Vrouwen in de bres voor werkgelegenheid F KINDERCRÈCHE IN DIRECTIEKAMER S) - K—M door Nel van Bemmel Weinig hulp Nieuw kader Persoonlijk Vakkundigheid 30 Na een fikse tocht in de vroege ochtenduren komen we met onze allesbehalve snelle auto’s in het dorpje Quaregnon aan. Een bewoon ster weet ons precies „Les Sans Emplois” te wijzen. Grote borden vertellen de voorbijgangers dat hier sprake is van een bezetting. Zelfs de naam van de straat vroeger Rue Pierre Salik is veranderd in Rue du Coron des Sans Emplois. Als we de fabriekspoort gepasseerd zijn, horen we kinderstemmen (ook België heeft paasvakantie), en zien we volop affiches en kranteknipsels aan de wand. Op een wc- deur hangt nog een gestencild voorschrift uit 1972, dat werknemers verbiedt in de gangen of de garderobes te eten. Een paar forse balpenstrepen door de tekst geven blijk van een stil protest. De sfeer is ontspannen. In het atelier gaat het werk rustig door; in de kantine zijn een paar vrouwen bezig broodjes te smeren en soep te koken voor de lunch. Onze gastvrouw stelt ons voor om eerst rustig rond te kijken en deel te nemen aan de lunch; daarna kunnen we rondgeleid worden, en met een paar vrouwen praten. Intussen blijken er problemen te zijn gerezen over onze bestelling van tweehonderd broeken; we mogen er maar tien per persoon uitvoeren, zodat we met zestig stuks genoegen moeten nemen. «al ■EP I ijn tg van ils na- Naaisters houden confectiefabriek bezet Het modieuze blauw, geel en rood tot de 70707 zit zijn c over zaam- vaarin d van sugd-, Vijfenzeventig naaisters van een spljkerbroekenfabriek in Zuld-Belglë houden nu al negen maanden hun fabriek bezet. Het gaat om de Soclété de Confection Industrielle (SCI) van eigenaar Pierre Salik, die ook in Brussel en Noord-Amerlka textielfabrieken heeft. De vrouwen bezetten vorig jaar augustus de fabriek, toen hun werkgelegenheid definitief op de helling kwam te staan; in de voorafgaande maanden was een groot deel van de werknemers al met een ingrijpende werktijdverkorting geconfronteerd: tegenover een week werken stond een maand werkloosheid. In mei 1978 waren nog slechts 340 werknemers over. Opnieuw wilde Pierre Salik ingrijpend reorganiseren, waarbij werk voor negentig mensen zou overblijven. Deze negentig arbeidsplaatsen wilde hij echter niet garanderen. Op 17 augustus besloten ruim honderd De vrouwen hebben dringend behoefte aan morele en financiële steun. Een groep feministisch-socialistische vrouwen in Amersfoort besloot een stukje internationale solidariteit In de praktijk te brengen. Ze gingen gewapend met video-apparatuur, cassetterecorder en fototoestellen naar de bezetsters van Sans Emplois om in Nederland meer bekendheid aan de bezetting te kunnen geven. Bovendien kochten ze een partij broeken op om in Nederland door te verkopen. De vrouwen produceren nu ongeveer 500 broeken per dag, maar hebben grote problemen om materialen te verkrijgen, en de broeken af te zetten; voormalig leverancier en afnemer Pierre Salik zal hen hierin immers niet graag van dienst zijn. Inmiddels lopen enkele rechtzaken met Plerre Salik: hij heeft een voorraad stoffen opgeëist, wil de gebouwen opeisen en de verkoop van broeken laten verbieden. De rechtbank heeft tot nog toe geen uitspraak gedaan. De vrouwen van hun kant hebben een aanklacht tegen Plerre Salik ingediend omdat hij hun nog een deel van hun salarissen verschuldigd is, en wegens wanbeheer. draaien; dan krijgen we geen geld van de CSC meer”. Waarom worden jullie niet door de socialistische vakbond ge steund? heid, zodat je daar precies een om gekeerde situatie hebt”. „We hebben geen nieuw kader geschapen, maar wel de verant woordelijkheden verdeeld. Zo is er iemand verantwoordelijk voor het knippen, iemand voor de inkoop, iemand voor de boekhouding, enzo voort. Hoe is Sans Emplois op dit moment georganiseerd? „Voor de financiële kant van de zaak zoeken we „aandeelhouders” in de coöperatie. Iedereen die geld heeft, kan aandeelhouder of, liever, lid worden; elk lid heeft echter maar één stem. Het maakt niet uit of iemand één „aandeel” of tien „aandelen” heeft. „Als er op den duur winsten gemaakt gaan wor den, willen we die in de eerste plaats gebruiken om werklozen in dienst te nemen en niet, zoals Pierre Salik, om elders meer winstgevende projecten op te zetten”. „We zijn ons er erg sterk van bewust dat we het niet makkelijk zullen krijgen. We hebben evengoed met de concurrentie uit de Derde wereldlanden met hun goedkope arbeidskrachten te maken als ieder ander confectiebedrijf. We zullen tot het bitttere einde moeten vech ten, anders redden we het zeker niet”. Kunnen jullie die aandelenver koop zo maar buiten Pierre Salik om regelen? „Met Pierre Salik hebben wij nu niets te maken. We zijn met hem in oorlog, en voorlopig hebben we al onze krachten nodig om onze eigen problemen op te lossen. Daarna zul len we de strijd met hem aan moe ten gaan. Voorlopig heeft geen en kele rechtbank echter uitspraken willen doen, dus gaan wij gewoon door”. Jullie begonnen de bezetting met ruim honderd vrouwen, en je bent nu nog met vijfenzeventig. Welke vrouwen hielden het niet vol? „Bij het begin waren er al veel vrouwen die lid waren van de socia listische vakbond en dat bleven; die lieten zich onmiddellijk als werklo- g, 8% studie- arden, Voorts De confectiefabriek in Quaregnon ie dertien jaar geleden met zo'n duizend werknemers begonnen. Het bedrijf werd met flink wat steun van de staat opgezet, omdat het zuidelijk deel van België (de Borinage) te kampen kreeg met grote werkloosheid vanwege de sluiting van de kolenmijnen. Met de textielindustrie in West-Europa ging het echter al snel bergafwaarts. In het bedrijf In Quaregnon vonden In 1973 en In 1976 reorganisaties plaats, waarbij twee keer tweehonderdvljftig mensen hun werk verloren. De naam van de onderneming veranderde daarbij steeds, Plerre Salik bleef echter eigenaar, en tevens leverancier van grondstoffen en afnemer van de eindprodukten. vrouwen de fabriek te bezetten. In september besloten ze een coöperatie op te richten, welke in december zijn beslag vond. Het bedrijf kreeg een nieuwe naam: „Les Sans-Emplois”, wat zoveel betekent als „Zonder Werk”. De vrouwen werden daarbij geholpen door de christelijke vakbond, de CSC. De socialistische vakbond, de FGTB gaf geen steun aan de bezetlng, omdat op een in de vakantie gehouden vergadering van werknemers een kleine meerderheid tegen bezetting was. u. u. 3. 3. 3. :e Ie u. u. u. De socialistische vakbond ver wijt de CSC dat zij jullie meesleurt in een heilloos avontuur. „Dat is niet waar. Het initiatief kwam niet van de CSC, maar van ons. Wij, van onze kant, hebben de CSC min of meer gedwongen om onze bezetting te ondersteunen. En natuurlijk is deze bezetting een avontuur, maar ieder experiment is immers een avontuur”. Pierre Salik zelf de enige klant van dit bedrijf was. Onze afnemers zijn nu nog vooral actiegroepen en men sén uit de omgeving die naar de winkel komen. De verkoop loopt echter terug, zodat we een andere oplossing zullen moeten vinden”. knalt het grotendeels verlaten atelier uit. „We moeten wel”, licht Maria toe. „Het is al moeilijk ge noeg om onze produkten te ver kopen”. Iedere naaister heeft haar eigen taak: de een naait zakken, een ande re ceintuurs, weer een ander lusjes, enzovoort. Deze taakverdeling is na de bezetting grotendeels gehand haafd, omdat het het snelste werkt, en de netste afwerking garandeert. „In Wallonië hebben de socialisti sche partij en de socialistische vak bond de meerderheid. Deze voeren min of meer een gezamenlijk beleid, dat erop neerkomt dat er geen steun aan individuele bedrijven wordt ge geven, maar aan projecten die de streek als geheel ten goede komen. Bovendien merk je dat de socialis ten hier door hun meerderheidspo sitie steeds minder strijdbaar wor den. In andere bezette bedrijven hier in de omgeving zie je hetzelfde gebeuren. Overigens zijn in Vlaan deren de socialisten in de minder- Wat heeft de bezetting voor jullie persoonlijk betekent? „Er is erg veel bij me veranderd. Vroeger ging ik alleen de deur uit om mijn acht uur bij de fabriek vol te maken. Ik ging nooit uit; ’s a- vonds niet en in het weekend niet. Ik zat me thuis een beetje te verve len bij de televisie. Ik had geen contacten; buitenshuis had nie mand me nodig. Nu is dat allemaal anders. Mijn man doet veel in het huishouden, zodat ik gemakkelijk weg kan. Ik voel dat ze me hier in de fabriek nodig hebben, ik zie de din gen nu anders, ik ben een vrijere vrouw geworden”. „Ook al mislukt onze actie, dan blijft voor ons persoonlijk de erva ring van belang, dan ga je analyse ren wat je fout hebt gedaan, en daar kunnen anderen weer van leren. Als een van mijn kinderen zo’n twaalf jaar geleden, toen ik hier nog maar net werkte, mee had willen doen aan een dergelijke bezetting van een confectiefabriek van Pierre Salik, zou ik het verboden hebben er naartoe te gaan. Ik zou gezegd hebben dat hij maar rustig thuis moest blijven, omdat je maar nooit zou weten of hij geen moeilijkheden zou kunnen krijgen met de politie. En dan moet je mij nu eens zien. Ik ben hier nu de eerste die aan de poort de politie tegemoet treedt. Er is dus behoorlijk wat bij me veran derd”. „Om te beginnen zaten we zonder kader. Dat maakte onze actie me teen een stuk lastiger. Alleen vrou wen uit het atelier, een onderhouds monteur en een magazijnbaas na men aan de bezetting deel. We heb ben toen onmiddellijk een monteur van buitenaf moeten aantrekken, omdat de machines vrij oud zijn en dus vaak stuk gaan. Bovendien wa ren we genoodzaakt om met een nieuwe soort stof te werken, zodat de machines opnieuw ingesteld moesten worden”. ze inschrijven. Anderen gaven de voorkeur aan een uitkering boven de onzekerheid van een bezetting, of gaven het na een paar maanden op, vooral wanneer ze niet door hun man gesteund werden. Jonge meis jes werden ook vaak door hun ou ders aangemoedigd een andere baan te zoeken om de zekerheid, en veel buitenlandse vrouwen zijn aan strenge tradities gebonden, die niet toelaten dat een vrouw aan een be zetting meedoet”. „Jonge vrouwen blijken strijd baarder te zijn dan oudere, on danks het feit, dat zij vaak kleine kinderen hebben. De vrouwen die zich, naast zeven uur atelierwerk, met organisatie en propaganda be zighouden, zijn vooral kinderloze vrouwen of vrouwen met oudere kinderen. We vinden dat we er be grip voor moeten hebben dat niet iedereen zo gemakkelijk uit haar huishouden kan breken. We hebben allemaal erg veel steun nodig om de bezetting vol te houden: van buiten af, thuis in ons gezin en van elkaar. We praten erg veel onderling om te voorkomen dat steeds meer van ons de strijd opgeven”. Bovendien heeit de vergadering van alle werknemers een bestuur van twaalf vrouwen gekozen, dat twee jaar aanblijft. Dit bestuur be reidt voorstellen voor, die door de twee-wekelijks gehouden vergade ringen moeten worden goedge keurd. Het bestuur werkt echter gewoon mee in het atelier, zoals iederee. Het heeft overigens in de korte tijd van haar bestaan bewe zen dat wij, naaisters uit het atelier, ook het organisatorische werk aan kunnen. Hebben jullie veel concrete hulp gekregen? „Nee, niet echt veel. Er is een collecte gehouden, en vanuit de Bel gische vrouwenbeweging wordt nogal wat moeite gedaan om be kendheid aan onze bezetting te ge ven. Ook heeft het Franse bezette bedrijf LIP ons over hun ervarin gen verteld. Alleen aan de christelij ke vakbond de CSC, hebben we echt veel gehad,,. Wat heeft de CSC concreet voor jullie gedaan? „Ten eerste heeft de CSC vanaf het begin van de bezetting een uit kering uit hun stakingskas gegeven. Als de vrouwen tijd over hebben, wisselen ze soms van plaats. Voor de bezetting was nooit sprake van „tijd over”. Onder de druk van een erg hoge produktienorm, moest achter elkaar doorgewerkt worden. Om naar de wc te gaan, werd niet meer dan drie minuten gegeven. De sfeer is nu veel meer ontspannen, de vrouwen hebben nu bovendien het gevoel voor zichzelf te werken, en dat schept meer bevrediging. Maria toont ons het atelier, de crèche, en de winkel, die op donder dag, vrijdag en zaterdag van drie tot zeven geopend is. We worden niet als vervelende pottenkijkers beschouwd. Maria; „Wij vinden het juist belangrijk dat veel mensen zien wat we doen. Het stelt ons teleur dat veel mensen doen alsof het hun zaak niet is, alsof het hun niet aangaat. Het gaat immers iedereen aan, iedereen heeft wel eens met werkloosheid te maken". Ook de vrouwen die voor de bezet ting lid waren van de socialistische vakbond, de FGTB, worden uitbe taald door de CSC. Bovendien heeft de CSC ons steeds met de organisa tie geholpen. Vergeet niet dat wij allemaal huismoeders zijn, en be slist geen intellectuelen. En ten der de helpt de CSC ons om naar een oplossing te zoeken voor de ver koop van de broeken. Broeken ma ken is voor ons niet moeilijk, maar verkopen is nog wel even wat an ders. Dat laatste is erg dringend, ook al omdat we vanaf 1 juni als zelfstandige coöperatie moeten Na de rondleiding blijkt onze gids nog alle tijd te hebben voor een gesprek. Een collega van haar, die ook al Maria heet, kan ook bij het gesprek aanwezig zijn. We informe ren naar de praktische problemen waarmee de vrouwen sinds vorig jaar augustus geconfronteerd werden. „Een ander probleem is het be trekken van goed materiaal; de le veranciers hebben geen vertrouwen in ons, zodat we steeds contant, of soms zelfs vooraf moeten betalen. Tegelijkertijd moeten we nieuwe verkoopkanalen zoeken, omdat Langzaam maar zeker druppelen de vrouwen binnen in de kantine om te eten. Een fabrieksfluit blijft |i achterwege; deze is afgeschaft sinds de bezetting. Er zijn meer I; opvallende veranderingen: terwijl de vrouwen vroeger nog geen kopje koffie konden kopen, worden nu niet alleen lunches, maar ook ’s a- vonds warme maaltijden bereid. Daar kunnnen de vrouwen met hun I mannen en kinderen, en eventueel IJ buitenstaanders, gebruik van ma ken. Ook de aanwezigheid van de kinderen in de fabriek is nieuw; I vroeger moest in vakanties een be- ’roep gedaan worden op grootou ders of kennissen, nu mogen ze rus tig in de kantine spelen. Als ze daar voor te klein zijn, kunnen ze naar de L crèche gebracht worden die na de bezetting in de directiekamer is in- gericht. E Na de lunch worden we door een t: van de vrouwen, Maria, rondgeleid 1 door het bedrijf. Maria is, evenals de meerderheid van de werkneem- sters, Italiaanse, wat goed aan haar i accent te merken is. Onze kennis j van het Frans wordt zwaar op de t proef gesteld. Maria is vanaf het L eerste begin bij het bedrijf werk- t zaam geweest. Dertien jaar lang t heeft ze de binnennaden van de broekspijpen dichtgestikt. „Dat is het lastigste karwei”, vertelt ze I trots. Ze demonstreert haar vak- i kundigheid en binnen een mum van tijd heeft ze drie broeken door haar i machine gehaald. - 1-1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1979 | | pagina 31