tour de France
ENIGE BENEDEN ZES MINUTEN
tour-visie
tourpuntig
zichzelf
tour-resultaten
Kuiper nu
zeker van
>0
Aërodynamische fiets
helpt Hinault niet
•H
w
Moedgevend
Secondenspel
M
Rustiger
25
19 7 9
JUNI
2 8
DONDERDAG
SPORT
DOOR JAN JANSSEN
r
3EN
SUPER-
BAGNÈRES
2eRIT
23,8 km
(Van onze speciale verslaggever)
FLEURANCE. Grandioos en ongelofelijk tegelijk. Dat was de
wijze waarop Gerrie Knetemann in de proloog van de 66e Tour de
France naar de overwinning raasde. Grandioos omdat hij won met
ruime voorsprong. Ongelofelijk omdat de wereldkampioen, waarvan
kritikasters nog geen maand geleden zeiden dat hij een verloren
seizoen doormaakte, als enige van de allersterksten beneden de zes-
minutengrens bleef. Ondanks de regen en de als gevolg daarvan nogal
gladde wegen, kwam Gerrie Knetemann tot het fabelachtige gemid
delde van 50 kilometer en 58 meter per uur. „Ik heb zeker in twee
bochten zelfs foutjes gemaakt. Anders was ik nog sneller geweest”, zei
de held van de dag. Niet te geloven, deze krachtsexplosie over vijf
kilometer.
-
A
I
ton te verdienen in
de Tour
Knetemann
maakt zelfs
twee foutjes
Ar GERRIE KNETEMANN: op weg naar het imponerende succes in de ploeg.
Ar HENNIE KUIPER: sensitivity-cursus.
Pont de Ravi
Bordes du Lys
2000
SUPERBAGHÈRES
500
ft
PETER HEERKENS
1500
1000
Chef d’équipe Peter Post glunderde
evenzeer als de veroveraar van het gele
leidersshirt. „Fantastisch, kerel. Fantas
tisch”, aldus de ploegleider. Voor Knete
mann betekende de start van de Tour
meteen een rehabilitatie, althans voor die
genenen bij wie de twijfels waren gaan
overheersen toen de wereldkampioen niet
Parijs-Nice op zijn naam kon schrijven en
hij evenmin in een van de klassiekers of
kleinere etappewedstrijden de hoogste
trede van het ereplatform haalde.
„Rustig blijven, geen paniek”, hield Pe
ter Post hem steeds voor. Knetemann
bleef rustig, ook al knaagde diep in zijn
binnenste het gevoel van teleurstelling.
Twee weken geleden vond hij de grote
vorm terug. Dat was in de Ronde van
Zwitserland. Tijdens de tiendaagse rond
rit van organisator Sepp Voegeli behaalde
„De Kneet” meer overwinningen dan in
de ruim vier maanden die aan deze etap
pekoers voorafgingen. Knetemann won
de proloog, alsmede twee andere tijdritten
en een „gewone” etappe. Hij reisde dan
ook vol vertrouwen af naar Fleurance.
Toen Knetemann nog de spieren los
trapte, hadden ruim honderd deelnemers
reeds een punt gezet achter de eerste
Tour-opgave. De Fransman Yves Hézard
stond toen met een tijd van 6 minuten en
ruim 4 seconden op de eerste plaats. Dit
ontlokte Peter Post de opmerking „dat er
weinig sneller zullen zijn”. Er moest een
fenomeen in het tijdrijden komen, de
Noor Knut Knudsen, om Hézard te ont
tronen.
Kuiper reed keihard, maar kon niet
verhinderen dat hij ten opzichte van Kne
temann ruim 10 seconden en op zowel
Zoetemelk als Hinault zeven seconden
verspeelde. „Alles in ogenschouw geno
men, ben ik tevreden”, aldus Kuiper. „Be
ter dit geringe verlies dan een val. Twee
keer slipte ik in een bocht”.
ven nemen. Het is een spel van seconden.
Meestal zelfs onderdelen van seconden”.
laatst meetellende plaats in een rit levert
welgeteld 30 op.
De twee ploegentijdritten brengen bij
de winnende sportgroep aardig wat geld
in de kas: 4000 per eerste plaats, een
klassering als tweede wordt gehono
reerd met 2000 en wie als derde eindigt
krijgt daarvoor 1250.
Van de vele klassementen die er zoals
altijd zijn opgebouwd, is er met de groe
ne trui (puntentelling voor de meest re
gelmatige finisher) het meest te verdie
nen: in totaal 31.000, de groene trui
(Van onze sportredactie)
FLEURANCE. Zestien nationalitei
ten zijn vertegenwoordigd in het peloton
van 150 renners, verdeeld over vijftien
ploegen. Frankrijk is de grootste leveran
cier van Tourrenners. Het organiserend
land is met 50 man present. België heeft 38
deelnemers, Italië 23, Spanje 13, Neder
land 11 (verdeeld over vijf ploegen), Zwe
den 2, Duitsland 2, Zwitserland 2, Dene
marken 2. Luxemburg, Portugal, Enge
land, Ierland, Nieuw-Zeeland, Oostenrijk
en Noorwegen hebben ieder 1 deelnemer.
De kersverse kampioen van Frankrijk,
Berland, is niet van start gegaan. „Dat
stond overigens reeds geruime tijd gele
den vast”, aldus de ploeggenoot van Hi
nault. Gedurende de Tour de France
neemt Berland deel aan een aantal wed
strijden in Zwitserland, die speciaal zijn
georganiseerd om de niet-Tourrenners
toch startgelegenheid te bieden.
(Van onze speciale verslaggever)
FLEURANCE. Tegen de steeds gro
ter wordende kwaal van het duwen van
renners door toeschouwers op de hellin
gen of flanken van de cols wordt dit jaar
in de Tour de France streng opgetreden.
Strenger dan in vorige jaren. Ieder duw
tje dat een renner krijgt, vrijwillig of
niet, betekent automatisch 10 seconden
straftijd. Vooral voor achterblijvers kan
dit overschrijding van de tijdslimiet be
tekenen. De straftijd wordt namelijk bij
het verlies geteld dat de geduwde renner
reeds heeft moeten incasseren.
Degene die de witte trui (beschikbaar
voor de beste onder de jongeren) draagt,
krijgt daarvoor per dag 175 en in het
eindklassement 2500.
In ploegverband is er dagelijks met
een eerste plaats 500 te verdienen, met
een tweede 250 en een derde 125.
Voor dit ploegenklassement tellen de
tijden van de eerste vier finishers. De
ploeg die het eindklassement wint, ver
dient daarmee 9000.
De gele trui is van de eerste tot de 14e
etappe dagelijks goed voor een uitkering
van 750, daarna (15e-24e etappe) be
draagt de vergoeding 400.
De sprints die de vlakke etappes moet
verlevendigen de zogenaamde „rushes”,
waarvan er in totaal 59 zijn, maken van
gende morgen de hele we
reld aan. En als je het klas
sement bekijkt, dan zie je
dat vrijwel alle kansheb
bers op de eindzege in deze
Tour de France zich duide
lijk hebben laten zien.
QlBAGNÈRES DE
k LUCHON
de dagwinnaar en diens ploeg 200 rij
ker. Voor de renner die dit totaalklasse-
ment in Parijs als eerste afsluit, is er
3250.
Zoals altijd zijn er ook in deze Tour
een aantal franjeprijzen, zoals: de prijs
voor de elegantste renner die per dag
wordt uitgeroepen (steeds 125), de vei
ligst rijdende renner 275), de beste
ploegmaat 175) en de beste Franse
renner in het dagklassement 500).
29.6.1979
Ruim zes
c
(Van onze speciale verslaggever)
In dezelfde startplaats, maar op een iets
ander parcours, ondervond Didi Thurau
dat 1979 geen 1977 is. Het Duitse fietsidool
verspeelde ruim vijf seconden en legde
beslag op de zesde plaats. „Harder kon ik
niet”, erkende hij ruiterlijk. „En last van
mijn blessure als gevolg van een tuimeling
in de Ronde van Zwitserland had ik
evenmin”.
Duwen door renners onderling wordt
eveneens gestraft, zowel in de vorm van 10
seconden per keer alsook middels geld
boetes. Als renners van verschillende
ploegen elkaar duwen wordt dat drie keer
getolereerd, met dien verstande dat er de
eerste keer 5 seconden straf en 25 gulden
boete wordt opgelegd en de twee volgende
keren resp. 10 en 30 seconden, plus telkens
50 gulden boete. Bij de vierde overtreding
(die weer met 50 gulden bestraft wordt)
volgt automatisch verwijdering uit de
wedstrijd.
De tijdslimiet die overschreden kan
worden is voor de diverse soorten etappes
verschillend. In totaal zijn er acht sche
ma’s, o.a. een voor de tijdritten in Brussel
(8 juli) en Dijon (19 juli). Als de achter
stand 20 procent hoger is dan de tijd van
de winnaar betekent dit het vroegtijdig
Toureinde. In de bergetappes hanteert
men weer een ander schema. De bergtijd-
De chef d’équipe van de Franse mer
kenploeg waarin Kuiper de rol van kop
man vervult, deelde de mening van de ex-
wereldkampioen niet. „Hennie, rijden zo
hard als je kunt”, zei Demuer. .Anders
verspeel je te veel ten opzichte van de
andere tourfavorieten”.
Met Knetemann als glorieus winnaar,
Joop Zoetemelk in derde stelling, Jan
Raas als zevende, Hennie Kuiper als acht
ste en Henk Lubberding als twaalfde,
kwam de Nederlandse wielertop succes
vol uit de Tourproloog.
Tevreden was ook Joop Zoetemelk. Dat
gold zowel zijn derde plaats (achter Kne
temann en Knudsen), maar evenzeer het
feit dat hij Bernard Hinault achter zich
had gehouden. Dat het verschil tussen de
twee rivalen minder dan een seconde
was, moest van ondergeschikt belang
worden genoemd. Het was meer een
kwestie van moedgevende importantie.
DOOR PETER HEERKENS
Tour de France (bedragen in Nederland
se guldens):
De eindwinnaar krijgt voor zijn eer
ste prijs in Parijs een bedrag van
50.000, nummer twee ontvangt 30.000
en de derde aankomende 25.000. In
totaal zijn er 35 eindprijzen waarvan de
laatste tien gemiddeld 400.
Per etappe (uitgezonderd de tijdrit
ten, waarvoor aparte regelingen gelden)
zijn er 30 prijzen met een totale waarde
van 11.000, een ritwinnaar wordt be
loond met 2500, nummer twee krijgt
1750 en nummer drie 1375. De 30e en
rit van Luchon naar Super-Bagneres (vrij
dag) mag met een achterstand van 25
procent van de tijd die de winnaar noteert
worden afgesloten.
Als de winnaar bijvoorbeeld een uur
laat afdrukken worden alleen die renners
uit koers genomen waarvan het verlies
groter is dan een kwartier. De tijdslimie-
Jan Raas, een andere specialist in het
proloogwerk, kon Knudsen noch de
Fransman verslaan. „Ik had, achteraf be
keken, het parcours beter niet kunnen
verkennen”, zei Jan Raas. „Nu wist ik
waar het gevaarlijk was. Op een bepaal
de plaats moesten we schuin over spoor
rails. Als ik ruim anderhalve seconde heb
verspeeld op Knudsen, denk ik dat het
grootste deel van dat verlies op de eerder
genoemde plaats heeft gelegen. Om een
proloog te winnen, moet je risico’s dur-
FLEURANCE. In totaal is er voor
de renners in de 66e Tour de France een
bedrag van 1.320.120 Franse francs te
verdienen, wat neerkomt op ongeveer
f635.000. Het grootste deel van deze
prijzenpot is met een bedrag van
f239.000 voor de individuele dagklasse-
menten. Tweede in de rij van verdien
sten staat de persoonlijke eindrang
schikking, waarvoor f 159.000 beschik
baar werd gesteld. De belangrijkste pos
ten uit het geldklassement van deze
Tegen die uitdaging ziet Hennie Kui
per niet op, want een sensitivity-training
Henk Lubberding noch Jan Raas zijn
renners die nederlagen proberen te ver
bergen in een scala van excuses. Dat ze,
gisteren in de vroege avond, doodgewoon
geklopt werden, was niettemin een feit.
Geklopt werd eveneens Hennie Kuiper.
Toen de druilerige regen het traject glad
der en dus gevaarlijker maakte, vond hij
het raadzaam risico’s uit de weg te gaan.
„Waarom ten gunste van misschien twee
seconden het gevaar opzoeken?”, zei hij
tegen zijn ploegleider, Maurice Demuer.
I
De tijdrit naar Superbagnères begint met
een nagenoeg vlak stuk wegdek van 5,5 kilome
ter Tot aan de 15e kilometer loopt het parcours
stevig op waar na de echte klim naar Superbag
nères begint
Toen Raas deze woorden sprak, moest
Knetemann nog aan het karwei beginnen.
Henk Lubberding noemde de spoorlijn
eveneens als een handicap die hem parten
had gespeeld. „Verleden jaar, tijdens de
Proftour Nederland, heb ik een zware val
gemaakt op die ijzeren staven”, aldus de
nationale kampioen. „Ik weet dat het lijkt
op zoeken naar een uitvlucht, maar auto
matisch speelt zo’n val toch nog door je
hoofd”.
a
Ook Knut Knudsen, let
de komende dagen op die
man. Knudsen heeft een
bijzonder sterke Giro d’L
talia gereden en ik acht
hem in staat erg hoog te
eindigen. De Noor heeft de
afgelopen dagen niet die
publiciteit gehad als Zoete
melk, Hinault, Pollentier,
Van Impe en Kuiper, maar
hij gaat wel degelijk mee
tellen. Dat zelfde geldt ui
teraard voor Zoetemelk.
Joop heeft een bijzonder
knappe tijdrit gereden. Hij
eindigde hoog in het klas
sement, hoewel hij op die
korte afstandjes in feite
maar moeilijk uit de voe
ten kan. Die hoge klasse
ring bewijst echter dat hij
momenteel in de vorm van
zijn leven verkeert.
Ik vind overigens wel dat
er iets te veel ophef werd
gemaakt van de tijd van
Gerrie Knetemann, die bij
na 17 seconden sneller
FLEURANCE. De uitslag van de proloog
over vijf kilometer in Fleurance is: 1 Knete
mann (Ned-Post) 5 min 59.58 sec. (Gem. 50,058
km.u), 2 Knudsen (Noo-Ferretti) 6.03.13, 3 Zoete
melk (Ned-Danguillaume) 6.03.23, 4 Hinault
(Fra-Guimard) 6.03.96, 5 Hézard (Fra-Demuer)
6.04.13, 6 Thurau (Wdl.-Jossart) 6.04.86, 7 Raas
(Ned-Post) 6.05.65, 8 Kuiper (Ned-Demuer)
6.10.29, 9 Bossis (Fra-Demuer) 6.11.35, 10 Jacobs
(Bel-Jossart) 6.12.21, 11 Duclos-Lasalle (Fra-De
muer) 6.12.34, 12 Lubberding (Ned-Post) 6.13.10,
13 Wesemael (Bel-Post) 6.13.14, 14 Vertinden
(Bel-Jossart) 6.15.25, 15 Van Vliet (Ned-Post)
6.15.58, 16 Wellens (Bel-Post) 6.16.62, 17 Laurent
(Fra-Demuer) 6.17.06, 18 P. Pevenage (Bel-De
Bruyne) 6.17.82, 19 Arbes (Fra-Guimard) 6.18.71,
20 Bernaudeau (Fra-Guimard) 6.18.89, 21 Agos-
tinho (Por-Huysmans) 6.19.70, 22 Pollentier (Bel-
Lauwers) 6.20.03, 23 Criquielion (Bel-Lelanque)
6.20 05, 24 Van de Poel (Bel-Jossart) 6.20.07, 25
Mutter (Zwi-Post) 6.20.42, 33 Van de Velde (Ned
Post) 6.22.91, 34 Maas (Ned-De Bruyne) 6.22.97.
39 Sutter (Zwi-Post) 6.25.36.
ken, is zijn letterlijke interpretatie van
zijn opdracht in dit seizoen. Hij werd
vorig jaar inzet van de meest spectacu
laire transfer toen de Franse ploeglei
der Maurice de Muer een nieuwe troef
zocht voor de Ronde van Frankrijk,
waarin hij met Bernard Thevenet niets
meer kon bereiken.
Kuipen „Vanaf het begin van de on-
derhandelingen heeft de Tour centraal
gestaan. Ik mocht van De Muer mijn
hele seizoenprogramma afstemmen op
deze Ronde: tevoren hoefde ik niets te
bewijzen. Natuurlijk had ik graag een
grote uitslag meegepakt, zoals bijvoor
beeld Zoetemelk en Hinault, maar het
was geen dwingende noodzaak. Daar
door ben ik ook veel rustiger en meer
ontspannen dan andere jaren naar de
Tour toegegroeid. De Midi Libre en de
Tour de I’Aude waren voor mij lekkere
voorbereidingskoersen, ook al brak ik er
geen potten. Ik reed gewoon goed en
daar ging het om.”
Na de Dauphiné bleef Hennie Kuiper
in de Alpen om er, net als Joop Zoete
melk, wat ritten te verkennen. Daarna
trok hij naar de Pyreneeën, waar hij het
parcours reed van de tijdrit Luchon-
Super-Bagnères en dat van de zware le
en 3e etappe. Kuiper: „De praktijk heeft
uitgewezen dat ik in de Tour pas na
enige tijd goed in mijn ritme kom. Daar
om vond ik het gezien de zwaarte van de
start noodzakelijk om me sterk te con
centreren op het begin van deze ronde.
En met die voorbereiding ben ik zelf
geweldig tevreden.”
Meer succesvol in de strijd met de laatste ontwikkelingen op technisch gebied was
Gerrie Knetemann, die twee aërodynamische wielen van Zwiterse makelij had gesto
ken. Het opvallende aan dit materiaal: afgeplatte spaken (net als Hinault overigens) die
niet gekruist zijn maar recht naar de as lopen en een aan de linkerkant afgefreesde naaf
van de achteras. Knetemann: „Dit wiel is uitgedacht door een Zwitserse ingenieur die ik
tijdens vakantie tegenkwam. Ik heb er een stel van laten maken door de mecanicien van
de Zwitserse bond en sinds ik er tijdritten mee rijd want daar zijn ze speciaal voor
heb ik gewonnen: twee keer in de ronde van Zwitserland en nu”.
Deze ingreep aan de fiets van Gerrie Knetemann is dus geheel voorbij gegaan aan het
werk van ploegmecanicien Jan le Grand, die zich daarvoor overigens niet gepasseerd
voelt. „Aërodynamica”, zegt Le Grand, „is een specialisme waar ik geen verstand van
heb. Ik kan dat soort spul dus niet maken want die techniek ligt op een heel ander
terrein; dat van de vliegtuig-industrie. Wat het rendement van het materiaal in een
wedstrijd betreft ben ik voorlopig nog niet zo enthousiast. Daarvoor hou ik misschien te
veel van het oude vak. Ik zal niet zeggen dat al die nieuwigheid niet goed is, maar
toch.Laat ik het zo stellen: zet renners van het formaat Knetemann en Hinault op
een bakfiets en geef de anderen zo’n aërodynamisch ding en er zal in de uitslagen weinig
veranderen
Bernard Hinault heeft zich niet laten ontmoedigen door het missen van de overwin
ning op zijn speicale fiets, die het meest opviel door de smalle velgen, de merkwaardige
vorm van het stuur waar geen remkapels bovenuit steken omdat ze door de buis lopen
en de afgeplatte buizen. Na de race in Fleurance liet hij weten dat het resultaat (vierde
plaats) geen reden vormde om deze fiets bij de volgende tijdritten aan de kant te laten.
„Ik zal er dan weer op starten”, aldus Bernard Hinault.
in België heeft zijn gewenste uitwerking
op hem gehad. ,Jk ben mezelf belangrijk
gaan vinden”, zegt Hennie Kuiper over
de cursus die hij op advies van zijn
meesterknecht José de Cauwer afgelo
pen winter volgde. „In de wielersport
moet je jezelf -niet onderschatten. Die
I sensitivity-cursus heeft me wat dat be
treft in belangrijke mate veranderd.
Niet dat de problemen verdwenen, maar
ik heb geleerd ze positief te benaderen.”
Die techniek kwam hem uitstekend van
pas in de Dauphiné van vorige maand,
toen Bernard Hinault kort voor de start
van de Tour een flinke tik uitdeelde door
hem op een half uur te rijden.
Kuiper: „Mentaal raakte me dat niet.
Dat wil zeggen: zo’n uitslag, of het feit
dat anderen dit voorjaar meer presteer
den dan ik, gaat niet langs me heen,
maar ik laat me er niet door beïnvloe
den. Ik blijf geloven in mijn eigen moge
lijkheden en dat is het belangrijkste. In
het verleden ben ik ook tot prestaties
gekomen in de Tour: ik heb me dit
seizoen uitstekend verzorgd, dus waar
om zou ik dan nerveus gaan doen...?”
Wat Hennie Kuiper ook al in een be
duidend rustiger gemoedstoestand aan
de Tourstart bracht dan men zou den-
(Van onze speciale verslaggever)
FLEURANCE. Op Hennie Kuiper
rast in de Tour de France een zware
taak. Waar andere vedetten in de loop
van de maanden het nodige wonnen om
zichzelf en hun sponsor tevreden te stel
len, bleven zijn prestaties beperkt tot
vier criteriumoverwinningen, wat voor
een coureur van zijn kaliber een bene-
denmaatse oogst is. Voor hem betekent
resultaat in de Ronde van Frankrijk
dus dubbele noodzaak.
(Van onze speciale verslaggever)
FLEURANCE. De moderne techniek heeft Bernard Hinault niet kunnen helpen in
de openingstijdrit van de Tour de France. Hij moest het op zijn aërodynamische fiets
afleggen tegen Gerrie Knetemann, Knut Knudsen en Joop Zoetemelk, die het op
minder gestroomlijnd materiaal verder brachten dan hij. Ook Hinaults ploeggenoten
Hubert Arbes en Pierre Raymond Villemiane slaagden er niet in om het nieuwe
produkt spectaculair te introduceren. Arbes kwam op de 8,4 kilo wegende fiets tot een
onopvallende 19e plaats en Villemiane zette het rijwel zelfs te schande door als 116e te
eindigen.
brengt dagelijkd ƒ400 op en is in het
eindklassement goed voor 10.000.
Voor het bergklassement, waarvan de
lijstaanvoerder herkenbaar is aan de
zogenaamde „bolletjes-trui”, is 30.500
uitgetrokken. De belangrijkste onder
verdelingen: 350 voor wie als eerste
doorkomt op een col van de le categorie,
275 voor de snelste op een berg van de
2e categorie, 200 op een berg van de 3e
categorie en 150 voor een eerste plaats
op een col van de 4e categorie. De eind
winnaar van de bergprijs ontvangt
4000.
De kop van de Tour is er
af. Of beter gezegd: het
kopje, want wat betekenen
nu eigenlijk die 6 km die
woensdag in Fleurance
werden afgelegd in verge
lijking met de honderden
kilometers die nog moeten
volgen. Ik moet echter zeg
gen dat de start van de
Tour bijzonder pittig is ge
weest. De mannen hebben
in die 6 km het licht uit de
ogen gereden met als enige
doel elkaar een paar secon
den af te snoepen. En dat
terwijl er voor vandaag
een knap lastige bergetap
pe op het programma
staat.
Er wordt wel eens ge
steld dat coureurs zo vlak
voor een zware etappe niet
met hun krachten moeten
smijten. Dat gaat maar ge
deeltelijk op, vind ik. Ik
geloof namelijk dat de top
pers zichzelf in dergelijke
wedstrijdjes moeten pre
senteren. Voor mij was het
vroeger altijd een geweldi
ge vorm van doping als ik
me in een tijdrit bij de be
sten kon plaatsen. Dat
geeft een geweldig zelfver
trouwen. Na een nachtje
slapen kun je dan de vol-
reed dan Thurau twee jaar
geleden in Fleurance. Kijk,
een wielerbaan blijft 25
jaar precies hetzelfde; een
parcours waarop een tij
drit moet worden verreden
is aan veranderingen on
derhevig: bochtje minder,
hellinkje minder en dan
kom je al vlug aan een
snellere tijd. Bovendien
worden elk jaar de fietsen
steeds beter geconstrueerd
en dat geeft natuurlijk ook
voordelen. Met alle respect
voor de prestatie van de
Kneet, dat vergelijken met
tijden van vroeger vind ik
waanzin.
Vandaag zullen de cou
reurs in ieder geval geen
gebruik maken van die
lichte fietsen, want daar rij
je regelrecht het ravijn
mee in. Het wordt vandaag
van dik hout zaagt men
planken, geloof me. Van
daag meldt zich de uitein-
delijke Tourwinnaar. Alle
kopmannen van de sterke
ploegen zullen in de eerste
bergetappe in het voorste
gelid moeten strijden. Zijn
ze er niet bij, dan is voor
hen de Tour al op de eerste
etappe onherroepelijk af
gelopen.
Duwen strenger gestraft
ten in andere etappes zijn bovendien af
hankelijk van de gemiddelde snelheid.
Hoe hoger het moyenne, hoe groter de
limiet. Dat geldt ook voor de twee ploe
gentijdritten. Bij een snelheid van 46 km.
per uur (of meer) is de limiet 25 procent;
bij 45 tot 46 kilometer 24 procent; bij 44 tot
45 km. 23 procent, enzovoort.