i: W R IS KJ door Chriet Titulaer De televisiesatelliet Voordelen Over de grenzen Nadelen Omroepbestel De toekomst i2 eigen n. Deze j bevat: Ken met voonka- en twee is voor- lagprijs erende merging de Z- ft deze niehout iwapp., t ligbad Prijs Eén van de belangrijkste argumenten om ruimtevaart te verdedigen, is het bestaan van communicatiesatellieten. Vanaf de lancering van de eerste kunstmaan is het duidelijk ge weest dat de ruimte gebruikt zou kunnen wor den om de communicatie op aarde te verbete ren. Het principe is vrij eenvoudig: met een steunzender kunnen we op aarde bereiken dat een programma over enige afstand wordt door gegeven. Hoe hoger de steunzender is, des te verder het bereik. Een kunstmaan kan ook worden gebruikt als een heel hoge steunzen der. Dit betekent dat we een programma dat we via een kunstmaan kunnen doorgeven, vele duizenden kilometers verder op de aardbol kunnen brengen. embad. tig ge- o.a. z’n (42 m2), dkamer k.k. In Hilversum zit een aantal mensen al maandenlang wat onrustig op hun stoel te schuiven. Het zijn de topfiguren binnen de Nederlandse omroep. Ze vrezen de komst van de televisiesatelliet, omdat ze denken dat deze wel eens een tijdbom zou kunnen zijn onder ons omroepbestel. De komst van de satelliet betekent namelijk dat de gemiddelde Nederlandse televisiekijker enkele tientallen kanalen zal kunnen ontvangen. De omroepen krijgen dan veel meer concurrentie uit het buitenland dan nu al het geval is en dat zou wel eens kunnen betekenen dat niet alleen de kijker, maar ook de adverteerder meer afstemt op zenders van buiten onze landsgrenzen dan op zenders die vanuit Hilversum worden gevoed. In onderstaand artikel zet onze wetenschapsmedewerker Chriet Titulaer uiteen hoe de televisiesatelliet precies werkt, wat de voor- en nadelen ervan zijn en wat de invloed kan zijn op ons bestel. Voorts komen de praktische uitvoering, de financiering en de mogelijkheden tot piraterij aan bod. De opmars van de satelliet is niet meer te stuiten; de toekomst is begonnen. v: RM r Televisiesatelliet in opmars jNBMJ Ook Nederland doet mee aan deze organisatie. zullen worden gebruikt om ook de programma’s lietcommunicatie in het Friese plaatsje Burum. In dat plaatsje staan twee schotelvormige antennes, elk met een middellijn van ongeveer 25 meter. Eén van die antennes is gericht op een geostationaire satelliet, ergens boven de Atlantische Oceaan. Met deze satelliet wordt het merendeel van de telefoongesprekken tussen Nederland en Amerika gevoerd. Als u 09 draait en vervolgens een 1, hebt u verbinding met die satelliet. Vanuit deze code kunt u verder automatisch een willekeurige abonnee kiezen, in bijvoorbeeld de Verenigde Staten. De tweede antenne is gericht op een kunstmaan boven de Indische Oceaan. Met deze kunstmaan wordt contact gelegd met de landen van het Verre-Oosten. De belangstelling voor kunstmanen in een geosta tionaire baan is zó groot geworden, dat er een waar parelsnoer van geostationaire satellieten om de aarde ontstaat. Op dit ogenblik bevinden zich vele tientallen satellieten in die baan. t van één ontvangst- van de televisiesatellieten te distribueren. Kabel netten bieden daarom aan abonnees een groot voordeel: ze hoeven immers met de komst van de televisiesatelliet geen nieuwe antenne te kopen. In feite is de opmars van de televisiesatelliet daarom een duidelijk argument voor kabeltelevisie. De abonnees krijgen extra programma’s aangebo den, zonder dat dit werkelijk noemenswaardige kosten met zich meebrengt. De kabeltelevisie zal de komst van de televisiesatelliet daarom gebruiken als argument om ook in minder dichtbevolkte ge bieden een kabelnet te gaan aanleggen. Een ander voordeel dat televisiesatellieten bieden is, dat zij het bestaande landnet vrijlaten voor regionale uitzendingen. In Nederland wordt er steeds meer gesproken over regionale radio- en televisieprogramma’s en er wordt druk mee geëx perimenteerd. Een Nederlandse televisiesatelliet zou het bestaande zenderpark volledig vrij kunnen maken voor dit soort regionale programma’s. Een televisiebeeld, opgevangen op de Technische Hoge school in Delft en afkomstig van een geostationaire satelliet die een uitzending verzorgde in de richting van India. We zien dat er zeer ver bulten het gebied waarvoor de uitzending is bestemd signalen kunnen worden opgevan gen (foto TH. Delft). Een televisiesatelliet bestrijkt een ovaalvormig gebied op de landkaart. Op deze tekening zijn een aantal gebieden aangegeven die vanuit een geostationaire baan gericht bestreken kunnen worden. We zien dat er nogal wat televisiesignalen op Nederland worden „gemorst". Als we genoegen nemen met een iets mindere kwaliteit, kunnen al deze gebieden nog iets groter worden gemaakt, zodat er nog veel meer in Nederland opgevangen kan worden (tekening ESA). Duitsland, België, Frankrijk en Engeland met satel lieten gaan verzorgen, op te vangen. Dit overlappen heeft betrekking op een perfecte kwaliteit van het signaal. Een signaal wordt echter langzaam zwakker en dat betekent dat als we iets grotere antennes gebruiken of tevreden zijn met een iets slechtere kwaliteit, dit overlappen een veel groter effect gaat hebben. We zouden in staat kunnen zijn ook de signalen van programma’s die bestemd zijn voor landen als Zwitserland of Dene marken, hier op te vangen. CTS, een experimentele telecommunicatiesatelliet van Amerika en Canada, die wordt gebruikt voor uitzendingen die met kleine antennes opgevangen kunnen worden. De CTS is een voorloper van een televisiesatelliet (foto SPAR) (geheel links). uime 19.63. iden, imer, ir, 2e ibbel nter- gas. n en (lig- jren In feite is het een beetje vreemd dat we ook in Nederland denken aan televisiesatellieten, omdat we een uitstekend landnet van zenders en steunzen- ders hebben. Het net dat wij hebben, is zelfs bere kend op de komst van een derde kanaal. Plannen voor het gebruik van dat derde kanaal worden op het ogenblik volop gemaakt. Technisch is het echter zo dat het derde kanaal ook meteen het maximum betekent: ook in de verre toekomst hebben we geen mogelijkheid een vierde kanaal in Nederland te gaan aanleggen. Televisie- satellieten voegen echter vijf nieuwe kanalen aan deze mogelijkheden toe. Op een conferentie in Genève is uitgemaakt dat ieder land ter wereld de beschikking zal krijgen over vijf televisiekanalen die via satellieten verzorgd kunnen worden. Die vijf kanalen kunnen worden gebruikt voor vijf verschil lende televisieprogramma’s of bijvoorbeeld voor vier televisieprogramma’s en het vijfde kanaal voor acht radioprogramma’s. Met een televisiesatelliet kunnen we in elk geval de volgende voordelen bereiken: in de eerste plaats zijn alle steunzenders overbodig geworden. Eén televisiesatelliet is voldoende om heel Nederland te bestrijken. Eén televisiesatelliet is zelfs voldoende om een veel groter gebied, mogelijk zelfs heel Europa, te bestrijken. Vooral in bergachtige gebie den is dit een groot voordeel. Als er nog geen bestaand landnet is, is een televisiesatelliet een heel goedkope mogelijkheid om een eigen televisienet werk in het land aan te leggen. Een tweede voordeel is dat de kwaliteit van de uitzendingen verbeterd kan worden. Omdat de uitzendingen vanuit de ruimte plaatsvinden, zal er minder storing zijn. Een derde voordeel is dat televisiesatellieten een goedkopere zendmogelijkheid bieden. Een satelliet kost rond honderd miljoen gulden, een lancering zestig miljoen gulden. Een satelliet is nu berekend op een levensduur van zeven jaar. Per jaar zou er dus ruim twintig miljoen gulden moeten worden afgeschreven. Aangezien één satelliet vijf kanalen kan verzor gen, bedragen de vaste kosten vier miljoen gulden per jaar. Bij die kosten komt dan nog het bedrag dat nodig is om een grondstation te onderhouden en een satelliet te voeden met programma’s. Verschil lende berekeningen hebben uitgewezen dat een satellietkanaal ongeveer vijftien miljoen gulden per jaar gaat kosten. In kleine landen is een landnet zeker niet duurder. In Nederland bedragen de kosten van één zender op dit ogenblik zelfs minder dan dat bedrag. In grote landen is een televisiesatel liet echter erg veel goedkoper dan een landnet. >ning. ter- -gas. t pla- eet- >ggia, laap- itafel, berg- rden. jude. met gas. .met iers, igen 10,16 gen □or- •ilet, inkl. itie- ien. Een televisiesatelliet kan zo worden gebouwd dat hij programma’s uitzendt naar een bepaald gebied. Zo’n gebied is op de landkaart ovaal van vorm. Omdat de landen niet dezelfde ovaalvormige be grenzingen hebben, zal er steeds wat worden „overlapt”. Een deel van het signaal komt buiten de landsgrenzen terecht en kan door anderen worden opgevangen. Op die manier zullen we in Nederland in staat zijn om ook de televisie-uitzendingen die per- trok- erre: erne aap- /lizo- 00,-. Er zijn ook nadelen verbonden aan de komst van I i nrWl nen kan ook televisiePr°grarnrrla worden overgeseind. Onze PTT heeft een eigen grondstation voor satel- Een heel bijzondere in het scala van banen die ruimtevaartuigen beschrijven, is de geostationaire baan. Dit is een baan op 36.000 km boven de aarde, ze is cirkelvormig en loopt precies boven de eve naar. Het bijzondere van zo’n baan is dat de kunst maan die haar beschrijft, er 24 uur over doet om één keer rond de aarde te gaan. Verreweg de meeste kunstmanen bevinden zich in een lagere baan. Die lagere baan houdt tevens in dat het veel korter duurt om één keer rond de aarde te wente len: Skylab bijvoorbeeld draaide één keer in de 89 minuten om de aarde voordat het ruimtelaboratori- um op 11 juli 1979 in de atmosfeer van de aarde verbrandde. Omdat de aarde ook één keer in de 24 uur om haar eigen as draait, betekent dit dat een kunst maan in een geostationaire baan stil hangt ten opzichte van de aarde. Een geostationaire kunst maan kan daarom worden beschouwd als het topje van een heel hoge (steun)zender, maar dan zonder paal. In principe kunnen we de helft van de aarde met één geostationaire satelliet overzien. In de praktijk wordt de kwaliteit van het signaal vlakbij de rand van het gebied dat wordt bestreken, zó slecht dat het daar niet bruikbaar is. We kunnen echter met drie van deze geostationaire satellieten, die op 'gelijke afstanden van elkaar in die baan zijn ver spreid, de hele aarde overzien. Van geostationaire kunstmanen wordt volop ge bruik gemaakt voor het distribueren van televisie uitzendingen over de hele wereld en ook voor het overbrengen van telefoongesprekken van het ene continent naar het andere. De organisatie die over de hele wereld zorgt voor het totstandkomen van communicatie via de ruim te, heet Intelsat Deze organisatie beschikt op dit moment over enkele tientallen kunstmanen, die samen een capaciteit hebben van meer dan 100.000 telefoonlijnen. Met enkele honderden van deze lij nen OTS, een experimentele Europese telecommunica tiesatelliet. De OTS zal over enkele jaren worden opgevolgd door een nieuwe generatie Europese communicatiesatellieten (foto Fokker) (foto hier naast). De televisiesatelliet. Dit is een Duits ontwerp voor een televisiesatelliet die in 1983 in de ruimte zou kunnen zijn (foto MSB). n Ieder land kan in principe vijf televisiekanalen via satellieten gaan verzorgen. Nederland zou, als alles gaat zoals nu is voorzien, de volgende pro gramma’s kunnen ontvangen: België, Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk, Zwitserland, en Luxem burg. Deze zes landen hebben namelijk dezelfde positie toegewezen gekregen als Nederland in de al genoemde geostationaire baan. Die positie is 19 graden westerlengte. Dat wil zeggen dat een Neder landse satelliet op 19 graden westerlengte pal boven de evenaar op 36.000 km hoogte gebracht kan worden. Het is geen probleem dat er nog zes landen in diezelfde positie zitten; de afstanden van de satellie ten ten opzichte van elkaar zullen zo groot zijn dat botsingen zijn uitgesloten. Al deze landen kunnen we daarom gaan ontvangen met één schotelvormi ge antenne die op dat bepaalde punt is gericht. We kunnen gemakkelijk uitrekenen dat zo’n antenne in ongeveer zuidelijke richting zou moeten wijzen, naar een punt op 27 graden boven de horizon. In theorie is het mogelijk om, als al deze landen hun volle capaciteit gaan gebruiken, 7x5 is 35 televisiekanalen met één parabolische antenne te gaan ontvangen. Het hoeft overigens daar niet mee op te houden, want met een tweede antenne kunnen we programma’s van andere landen, zoals Enge land en de Scandinavische landen, gaan ontvangen. Het is daarom niet overdreven te zeggen dat we in de toekomst (we denken dan aan een periode over tien jaar) zo’n veertig programma’s in Nederland kunnen ontvangen. Voorwaarde daarvoor is dat alle landen hun capaciteit van vijf kanalen inder daad zullen gaan gebruiken Een belangrijke hin derpaal om dat inderdaad te gaan doen, zal overi gens de financiering zijn: wie gaat het maken van deze programma’s betalen? Een deel van de financiering zal opgebracht kun nen worden uit reclamegelden. Ook televisiesatel lieten kunnen worden gebruikt om STER-reclame vanuit de ruimte te gaan verzorgen. Het ziet er nu naar uit dat als Nederland niet snel zorgt dat het zelf een regeling treft voor het vullen van deze satellietkanalen, dat andere landen dat gaan doen. Met name Luxemburg wordt genoemd als een kandidaat voor het verzorgen van televisie-uitzen dingen vanuit de ruimte, gericht op Nederland. Luxemburg zou Nederlandse adverteerders kun nen aantrekken en televisieprogramma’s met Ne derlandse reclameboodschappen speciaal op Ne derland kunnen richten. Luxemburg ontkent offici eel dat het hiermee bezig is, maar een stroom van berichten bewijst duidelijk het tegendeel. De komst van de televisiesatelliet is zeker bedrei gend voor de Nederlandse omroep. Met de komst van die satelliet zal de concurrentie zo sterk toene men, dat het voor de Nederlandse omroepen moei lijk wordt om hun eigen identiteit te bewijzen. Als de gemiddelde Nederlander over tien jaar de keuze heeft uit 40 televisiekanalen waarvan bijvoorbeeld vier Nederlandse, dan zal het minder vaak voorko men dat zonder meer voor de Nederlandse uitzen ding wordt gekozen. Er doemen overigens heel andere mogelijkheden op. Zo is het mogelijk om één beelduitzending over heel Europa te verzorgen, waarbij in ieder land in de eigen taal een commentaar te beluisteren is. Technisch is zo’n Europese uitzending met toch per land een eigen karakter, goed te realiseren. De vraag of zoiets gerealiseerd zal worden is eerder een politieke: het nieuwgekozen Europese Parle ment mag in dit opzicht bewijzen wat het waard is. In het verleden hebben we zowel op het gebied van radio als van televisie, de uitzendingen van piraten meegemaakt. Nadat deze piraten een aantal jaren hun gang waren gegaan, werd de wetgeving aangepast aan de nieuwe situatie. De dreigende mogelijkheid van het verzorgen van uitzendingen vanuit de ruimte roept opnieuw de mogelijkheid op piraterij te gaan bedrijven. Onze wetgeving voorziet nog niet in deze moge lijkheid. Zolang dit gat in de wetgeving bestaat, zullen piraten de mogelijkheid hebben om vanuit de ruimte eigen uitzendingen te gaan verzorgen. Radio Luxemburg lijkt, zoals gezegd, een aangewe zen kandidaat voor deze vorm van piraterij. Het lijkt wellicht futuristisch om nu te praten over televisiesatellieten. Toch is de komst van deze satelliet heel dichtbij. In de Verenigde Staten zijn er al experimentele uitzendingen geweest en Japan heeft op dit ogenblik al een eigen televisiesatelliet, de GS. China heeft tien televisiesatellieten besteld in Duitsland. Een aantal landen, waaronder een combinatie van Scandinavische landen, onderzoekt wie het beste een televisiesatelliet voor hen kan bouwen. Een aantal Arabische landen en enkele Europese landen overwegen om snel met een eigen televisie satelliet te komen. Waarschijnlijk zullen Duitsland en Frankrijk in 1984 al uitzendingen verzorgen met behulp van een televisiesatelliet. Momenteel wordt onderzocht of ze dit samen zullen doen of dat beide landen hun eigen weg zullen gaan. Voordat deze plannen definitief werden, heeft de Europeese ruimte-organisatie ESA plannen ge maakt voor een Europese televisiesatelliet. De be sluiteloosheid van de Europese landen heeft Duits land en Frankrijk er echter toe gebracht niet te wachten op de Europese plannen, maar hun eigen weg te gaan. Lanceermogelijkheden zullen er volop zijn in de nabije toekomst. Hoewel de Amerikaanse Space Shuttle vertraagd is, is het waarschijnlijk dat. het toestel vanaf het voorjaar van 1980 beschikbaar is voor het uitvoeren van commerciële vluchten in de ruimte. In principe kan iedereen een complete Space-Shuttlevlucht reserveren en zo eigen satellie ten in de ruimte brengen. De Europese raket Ariane zal nog in dit jaar een eerste vlucht maken. Ook de Ariane is geschikt om televisiesatellieten te lan ceren. Bij dit alles zouden we kunnen opmerken dat Nederland in feite niet staat te wachten op de komst van een televisiesatelliet Dit is zeker waar. De situatie zal echter zijn, dat andere landen om ons heen wel gaan beginnen. De ervaring leert dat de Nederlandse kijker dan de mogelijkheid zal willen hebben om ook die programma’s op zijn eigen toestel te ontvangen. Dit betekent dat niet alleen individuele televisie kijkers in ons land, maar ook exploitanten van centrale antenne-inrichtingen en kabelnetten, zul len komen met antennes waarmee zij een satelliet- programma kunnen opvangen. Op die manier wordt Nederland ook zonder Nederlandse televisie satelliet geschikt gemaakt voor de ontvangst van programma’s van televisiesatellieten. Het argument dat een Nederlandse televisiesatel liet niet gelanceerd moet worden omdat dan ieder een verplicht wordt zo’n antenne te kopen, gaat daarom niet op. De situatie zal omgekeerd zijn. De antennes zullen er komen om buitenlandse zenders op te vangen, daarna kan een Nederlandse televi siesatelliet de zo gecreëerde mogelijkheid verder gaan gebruiken. De opmars van de televisiesatelliet is niet te stuiten. televisiesatellieten. Eén nadeel is dat de individuele kijker zelf een nieuwe antenne en een stukje elek tronica om het signaal dat via de antenne binnen komt geschikt te maken voor het tv-toestel, moet kopen. Volgens Philips zal bij massaproduktie de antenne en dat apparaat samen ongeveer duizend gulden gaan kosten. Bezitters van een aansluiting op kabeltelevisie of centrale antenne-inrichtingen zullen deze kosten niet hoeven te maken, daar zal de ontvangst van de beelden van de televisiesatelliet centraal worden geregeld. Een ander nadeel is dat de antenne steeds in een vaste richting moet staan. De antenne is gericht op het punt 27 graden boven de horizon. Dat is niet zo heel veel. Dit betekent dat hoge gebouwen een goede ontvangst in de weg kunnen staan, als deze hoge gebouwen in de stralengang van de antenne staan. Omdat de antennepositie vast is, betekent dit ook dat het moeilijk zal zijn radio-uitzendingen uit de ruimte op een autoradio op te vangen. Een antenne zou dan immers niet steeds op hetzelfde punt gericht kunnen zijn. Dit soort problemen zal technisch gezien overigens ongetwijfeld oplosbaar zijn. sss’^ De veelbesproken televisiesatelliet onderscheidt zich van de bestaande communicatiesatellieten, doordat hij in staat is direct uitzendingen naar de kijkers toe te verzorgen. De bestaande communica tiesatellieten kunnen worden gebruikt voor het overseinen van een televisieprogramma punt naar een ander punt. Vanuit het o punt moet zo’n televisieprogramma daarna weer worden gedistribueerd. De ruimtevaartuitzendingen die wij hebben ver- I zorgd, kwamen bijvoorbeeld uit de Verenigde Sta ten, gingen via een satelliet de oceaan over, werden opgevangen in Raistings en werden vandaar naar I Hilversum gebracht. Vanuit Hilversum vond de distributie van deze televisiebeelden plaats alsof het een normale uitzending betrof. Met de televisiesatelliet behoeft het opvangen niet meer in een centraal punt te gebeuren. Er is geen antenne van 25 meter middellijn meer nodig, zoals bij de huidige communicatiesatellieten. Een scho telvormige antenne met een middellijn van 90 cm is voldoende. Een kijker kan daarom met de komst t van televisiesatellieten als hij zo’n antenne met een middellijn van 90 cm op zijn dak plaatst, recht streeks uit de ruimte een programma ontvangen. Kijkers, die zijn aangesloten op een kabeltelevi sienet, hebben helemaal geen problemen. De ex ploitant van het kabelnet zal zorgen dat hij een geschikte antenne krijgt om de programma’s van de televisiesatelliet op te vangen. De kabelnetten

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1979 | | pagina 23