J Van Agt pakt geld terug dat hij nooit gegeven heeft ir. Jl IS I PROFESSIONALS EINDELIJK IN HOOFDBESTUUR b BH f door Peter Heerkens l Prijzengeld tl i 1 1 Beleid bepalen ’MB een zetel in het NDR-hoofdbestuur, waarmee de Draf- en rensport zit in de zorgen - 4 iding, Hoofddorp, reis Ik een keer of drie, vier, per week naar wedstrijden”. M oor tleeg- kt )rga- J. STOPPER Van Agt wil dus geld terugpakken i igen. i Vereniging voor Draf- en Rensport Professionals (de VDRP) een zetel in het NDR-hoofdbestuur, waarmee de mogelijkheid is geschapen om voor de in zorgen ie ig tot Vanaf het begin van de oprichting (in 1970, toen de pikeursvereniging Nederland en de Nederlandse Vereniging van Trainers en Jockeys samengingen onder de naam Vereniging Draf- en Rensport Professionals), heeft het bestuur van de VDRP onder leiding van ir. Johan Oosting gevochten tegen dat onrecht. Het vertegenwoordigde daarbij de trainers, pikeurs, jockeys, leerlingen en stalpersoneel, die met een getalsterkte van rond de 300 een stevige groep vormen op een actief ledenbestand van ruim 1000. Er moest een rapport aan te pas komen om de grote doorbraak te Er blijft te veel binnenskamers verborgen, kennelijk omdat de verantwoordelijke krachten niet bewerkstelligen. In een 67 pagina’s tellend geschrift, dat verscheen onder de titel „Man en paard”, zette de VDRP de draf- en rensportzaken hard en duidelijk op een rij. De opmerkingen en conclusies waren niet mis. Enkele citaten: De bestaanszekerheid van een groot aantal VDRP-leden staat op het spel; Het VDRP-bestuur is van oordeel dat de NDR in goed overleg met alle betrokkenen, zich opnieuw moet gaan oriënteren op plaats en functie van de profs in de draf- en rensport. De VDRP heeft er recht op meer betrokken te worden bij het NDR-beleid in algemene zin; opgewassen zijn tegen de stroom werk of de ingewikkelde materie; Het is hoog tijd dat er wat gebeurt in de draf- en rensport; Wie als professional in de draf- en rensport werkzaam is moet rekening houden met minimale arbeidsvoorwaarden; Het inkomen is beneden de maat; Pensioenvoorzieningen zijn er voor de professionals niet; Het gaat financieel slecht met de draf- en rensport in Nederland. Minister Van der Stee van Landbouw en Visserij, onder wiens ressort de stichting Nederlandse Draf- en Rensport (NDR) draait, heeft dat in niet mis te verstane woorden gesignaleerd. „In het bezoekersaantal zit geen groei”, zo sprak de minister onlangs bij gelegenheid van de heropening van het gebouw van de stichting Totallsator Nederland. „De Inkomsten van de baanverenigingen zijn ontoereikend. Ook de inkomsten voor wie In de paardesport een boterham verdient, vertonen een negatieve tendens. De kosten In de gehele paardesport stijgen onrustbarend", aldus de heer Van der Stee. In dat licht bezien, is de strijd die de professionele groepering binnen de NDR-organisatie tien jaar lang gestreden heeft, op het juiste moment met succes beëindigd. Sinds 1 januari namelijk, heeft de Zolang dit niet gebeurt zal de bedrijfstak zich moeten blijven generen over de arbeidsvoorwaardensituatie van haar professionals. Het rapport „Man en paard”, waarin alle facetten van deze sporttak werden doorgelicht, bereikte vorig jaar zijn doel toen de NDR aan een zelfonderzoek begon en daarbij een nieuwe opzet van het hoofdbestuur ging nastreven. Het uitgangspunt: meer zetels voor het hoofdbestuur. En met dat initiatief werd de NDR een nieuwe conflictsituatie rijker. Er moest een commissie van goede diensten (professor Wagenaar, mr. Van Dinther, mr. Hylkema) aan te pas komen om de zaken te ordenen. Resultaat: in plaats van een groter, een kleiner verkerende beroepssectie op de meest directe manier invloed uit te oefenen op het beleid. Het is allemaal erg ondoordacht en dommig, er zal dus weer veel moeten worden rechtgebreid en kromgepraat om deze pseudo-maatregel weer onge daan te maken, maar gelukkig heeft onze fietsende premier bewezen dat dat nu juist zijn sterkste punt is. Toch zou iemand hem eens moeten aanraden dat als hij dit vak nog een tijdje wil blijven uitoefenen, het misschien raadzaam is om wat meer te studeren en wat minder te showen. Er zijn dit jaar trouwens een miljoen fietsen verkocht in Nederland, dus zo bijzonder is dat fietsen nu ook weer niet. „Een goede zaak”, zegt Cees Berg, „want dan kan de VDRP de andere kant eens zien en aan de achterban uitleggen waarom iets wel of iets niet kan. Vanaf nu zijn die profs dus betrokken bij de beleidsbeslissingen. En dat is een ontwikkeling die je vandaag-de-dag niet kunt tegenhouden bent ■er weten. iord- hoofdbestuur. Mét een stoel voor de VDRP! 1 maar wil dan wel dat de sport deze hete kastanje uit het vuur haalt. En om de sport daarbij een duwtje in de rug te geven, pakt ze het geld voor de reis- en verblijfkosten af (die ze dus nooit gege ven heeft, maar dat potsierlijke onder werp hebben we al behandeld). best fietste, te weinig trainde, af en toe met de afstand smokkelde, maar wel elke keer een interessante babbel over politiek, kunst, de maatschappij en de woningnood aan de journalisten kon verkopen? Willem van Hanegem is nooit tot sportman van het jaar geko zen, hoewel hij naast z’n babbel en z’n Truus altijd nog een van de beste voet ballers was die we ooit gehad hebben. Maar je krijgt bij Van Agt vaak de indruk dat hij door al die nevenactivi teiten te weinig tijd overhoudt voor het bestuderen van de zaken waarvoor hij eigenlijk is ingehuurd, zodat je de vreemde figuur krijgt dat hij steeds populairder wordt om steeds oneigen lijker redenen. Waarom is Jan Raas populair? Omdat hij zo hard en slim fietst, Waarom is Van Agt zo populair? Omdat hij zo aardig converseert met Jan Raas die zo hard en zo slim fietst. En omdat hij zelf ook fietst, maar niet zo hard, en het toch doet. „We hebben”, zo kijkt ir. Oosting terug op die periode van tien jaar, „hard moeten knokken en dat is niet altijd even prettig geweest. We zijn soms erg vervelend behandeld door andere NDR- groeperingen, die meesmuilend lachten over onze acties en ronduit zeiden: jullie komen toch nooit in het hoofdbestuur. Wij hebben dat altijd als een onverteerbare discriminatie ervaren. Waarom iedereen in de boot en wij niet?” Antwoord van NDR-woordvoerder Cees Berg (al ruim 30 jaar perschef) op deze vraag: „Wij meenden dat de VDRP eerst maar eens orde op zaken moest stellen in de eigen huishouding. De werkgevers- werknemersverhouding met name, was statutair onvoldoende geregeld. Het stalpersoneel had bij de VDRP geen inspraak en dat vonden we onjuist”. In de emotionele geschiedschrijving over dit De rechtspositie van de meeste professionals is uiterst zwak; De relatie tussen eigenaar en beroepstrainer wordt gekenmerkt door het vrijwel geheel ontbreken van verplichtingen; De rechtspraak vertoont nog volledig amateuristische trekken; De pensionprijzen dienen enkele honderden guldens per maand hoger te zijn om een gezonde basis te verzekeren. Hun positie heeft de VDRP met bloed, zweet en tranen bereikt, omdat de verschillende NDR-groeperlngen de deur waardoor de profs naar binnen wilden, met gezamenlijke inspanning dicht hielden. Terwijl de langebaanverenigingen een stoel kregen aan de tafel van het hoofdbestuur, evenals de korte-baanverenigingen, de eigenaarsvereniging van de drafsport plus die van de rensport, de fokkersvereniging drafsport, en apart ook de rensport, bleef het hoogste college voor de VDRP ontoegankelijk. ''.-Et Net als de scheidende voorzitter op zijn HB-stoel, heeft ook de VDRP die tijdens de jaarvergadering in maart een opvolger voor de heer Oosting gaat kiezen, het financiële vraagstuk bovenaan het beleidsplan staan. Vice-voorzitter Jan van Dooyeweerd: „Wat het prijzengeld betreft, liggen we achter bij alle ons omringende landen. Wij rijden voor veel te lage bedragen. De kosten stegen enorm, maar daar schijnt niemand rekening mee te willen houden. Wij krijgen voor een eerste prijs op een A-baan 1500,- en op de kleinere banen 1300,-. In Duitsland betaalt men gemiddeld zo’n 2500 DM. En in België, een paar jaar geleden nog het armste drafland, is dat 3500,-. In Zweden en Italië liggen de bedragen ook ver boven die van ons”. Die problematiek overziende, begint en eindigt het vraagstuk met het feit dat er in Nederland niet buiten de banen gespeeld mag worden. De toto draait binnen de hekken van de banen. En: de hoogte van de prijzen hangt samen met de inkomsten van de totallsator. Vandaar het streven om wettelijk de weg vrij te krijgen voor het grote publiek dat dan, net als met de voetbaltoto, in de winkel op de hoek het formulier kan halen en inleveren. Ir. Oosting: „Dé oplossing voor al die geldzorgen is het spel buiten de baan te brengen, plus hard werken aan accommodatieverbetering”. Jan van Dooyeweerd: „Dat zijn inderdaad de twee punten waar het om draait. Zo lang wij de massa niet kunnen bereiken voor het meedoen aan de totallsator, zal het sukkelen blijven. Wat betreft het slechte toeschouwersaantal, en de daarmee samenhangende lage inkomsten, moet - er veel gedaan worden aan de accommodaties want die zijn te gebrekkig. De mensen willen tegenwoordig comfort, waar ze groot gelijk in hebben. In dat opzicht schieten wij tekort. Het mankeert aan goede accommodaties. Maar, daar wordt aan gewerkt”. W Ik zal niet zeggen dat alle tijd die minister-President Van Agt besteedt aan het uitreiken van Jaap Eden-beeld- jes en het lossen van startschoten on- produktief is in die zin, dat het geen stemmenwinst oplevert, want anders was hij natuurlijk nooit tot Man van het Jaar uitgeroepen. De manier ook waarop de Sportman van het Jaar, Jan Raas, over Van Agt spreekt, doet onge twijfeld ieder reclamebureau likke baarden dat dolgraag gebruik zou ma ken van de Sportman van het Jaar voor het aanprijzen van rijwielen, gortepap of spelglansmiddelen. 1 Stel je voor dat de regering de subsi die zou intrekken van het Publieksthea- ter, omdat dat van plan is een stuk van wijlen de Oostduitse communist Ber- told Brecht op te voeren! Of dat het Nederlands Ballet zijn subsidie zou kwijtraken, omdat het van plan is een toemee door de Sovjet-Unie te maken. Of dat Gerard Komelis van het Reve, van wie een boek door de jury is voorge dragen om bekroond te worden, die be kroning niet krijgt, omdat de minister van CRM toevallig katholiek is en niet gecharmeerd is van het proza van G. K. van het Reve. Dat zou toch ondenkbaar zijn? Toch is dat laatste een keer gebeurd, lang geleden weliswaar, de betreffende minister, die later net als Van Agt mi nister-president werd, is inmiddels overleden (het was mr. Cals), maar he lemaal ondenkbaar is het dus blijkbaar niet. Vandaar dat de ongerustheid van het NOC en de NSF terecht niet „pro forma” is, maar heel reëel. Het is ook een geniepige methode na tuurlijk. Zelf onthoudt de regering zich van enigerlei directe actie tegen de Sov jet-Unie nadat die Afghanistan is bin nengetrokken. De ambassadeur wordt niet teruggeroepen (wat Engeland nog wel deed), handelsbetrekkingen worden niet opgeschort, culturele verdragen worden niet ontbonden verklaard, de regering doet in feite niets tastbaars. onderwerp, blijkt echter dat toen de VDRP dat probleem oploste de NDR weer wat anders bedacht. De VDRP zou moeilijk inpasbaar zijn omdat, zo legt Cees Berg nog eens uit, de strafcommissie in die tijd gevormd werd uit leden van het T hoofdbestuur. „Een VDRP-man kon dus 4 wel eens zijn eigen rechter moeten zijn”, 1 aldus Cees Berg. „Of hij kon T geconfronteerd worden met de strafzaak 1 van een goede vriend. Die situatie zou je kunnen vergelijken met de aanwezigheid van Wim van Hanegem in de strafcommissie van de KNVB. Stel je dat eens even voor „Flauwekul”, zegt de vice-voorzitter van de VDRP, Jan van Dooyeweerd uit Hoofddorp, over die uitleg. „Ons streven was niet om in de tuchtcommissie te komen, maar om inspraak te krijgen bij het bepalen van het beleid”. „Onzin”, zegt ook voorzitter Oosting over die argumenten. „Zal ik het eens heel duidelijk uitleggen Het enige argument dat gold, was dat een aantal mensen ons gewoon niet in het hoofdbestuur wilde. Daar draaide het om”. Cees Berg: „Dat het tien jaar duurde voor de VDRP kreeg waar het voor ijverde, heeft naar mijn mening ook te maken gehad met een mentaliteitskwestie. Laat ik het zó zeggen: er waren nogal eens problemen met hun benadering tot bepaalde zaken. Die VDRP’ers kwamen, wanneer het ging over emotionele zaken als bijvoorbeeld doping, te veel voor hun eigen mensen op. In een hoofdbestuur dien je toch wel wat afstandelijker te kunnen werken”. Jan van Dooyeweerd: „Volgens mij lag het anders: beroepsmensen als wij zagen ze liever niet hun keuken binnenwandelen want dat is slecht’uoörje’ïanden^'maar het staat je natuurlijk helemaal vrij om zelf te beslissen of je al dan niet een Marsreep wilt eten. Maar voor je die beslissing neemt, wil ik wel eerst de gulden zakgeld terug, die ik je gisteren gegeven heb!”. "Maar mam, ik krijg toch nooit zak geld van je voor snoep? Toch alleen om schoolboeken te kopen? Mijn snoepgeld heb ik zelf verdiend, met kranten be zorgen”. Het communiqué van het NOC en de NSF zegt verder nog: "Indien de uitlatingen van de minis ter-president de bedoeling mochten heb ben. eventuele rijkssubsidies te hante ren als instrument om de sport te bewe gen tot bepaalde politieke gedragingen, dan menen wij dat dit in strijd zou zijn met het subsidiebeleid zoals dit op alle niveaus in Nederland wordt toegepast. Een dergelijk besluit zou tevens beteke nen dat de regering van oordeel zou zijn het recht en de plicht te hebben de Nederlandse sport om door de regering te bepalen redenen te isoleren”. Aan ir. Johan Oosting de taak om de plaats van de VDRP in het hoofdbestuur vorm te geven. Hij is aangesteld als eerste vertegenwoordiger van de profsectie in het hoofdbestuur. Hem wacht een zware taak. De zorgen zijn gesignaleerd in het onder zijn voorzitterschap verschenen rapport „Man en paard”, en minister Van der Stee attendeerde er medio vorige maand ook al op. De heer Oosting: „Mijn eerste doel is het prijzengeld. Dat moet omhoog; de inkomsten zijn niet met de uitgaven meegegroeid. Ik vind dat een bijzonder groot probleem en ik beschouw het als de grootste prioriteit. Daarnaast wil ik gaan werken aan de arbeidsvoorwaarden die er in het rapport „Man en paard” nogal negatief afkwamen. Ik zou graag een enquête houden, die uitsluitsel geeft over vragen als werkuren, te overbruggen afstanden, vakanties enzovoorts. Daar weten we voldoende van om te kunnen zeggen dat het mankeert aan goede regelingen, maar we beschikken niet over duidelijke cijfers, verkregen uit een onderzoek. En zo’n overzicht zou ik graag op tafel hebben”. Zou Jan Raas ook tot Sportman van het Jaar zijn gekozen, als hij niet zo dat hij nooit gegeven heeft. Als ik aat lees, dan denk ik toch echt dat hij zijn tijd nuttiger had kunnen besteden dan aan het lossen van een startschot en het uitreiken van een paar beeldjes. In de uren die hem deze bezigheden gekost moeten hebben, had hij dan even in zijn paperassen kunnen snuffelen zodat hij bijtijds had kunnen voorkomen dat hij tegenover mr. J. D. J. Idenburg (voorzit ter NOC), mr. J. W. van der Krol (vice- voorzitter NOC) en dr. W. van Zijll (algemeen secretaris NSF), allemaal gestudeerde mensen dus, voor aap kwam te staan met zijn intrekking van die niet bestaande rijkssubsidies. Bo vendien had hij dan even de tijd gehad te bedenken, dat het op zijn minst niet „elegant” was om eerst te betogen dat het al dan niet deelnemen aan de Spe len in Moskou een zaak was van de sportbonden, en niet van de regering, om vervolgens de denkbeeldige gelden die dat mogelijk zouden moeten maken, haastig terug te vorderen. „Mam, mag ik een Marsreep kopen?”. ,Als je mij vraagt of ik zelf een Mars reep zou kopen dan zou ik zeggen: nee, „Deze uitspraken hebben niet alleen aanleiding gegeven tot verwarring, maar zouden ook grote gevolgen kun nen hebben voor het toekomstige sport beleid in Nederland. Voor zover is ge sproken over verstrekking van rijkssub sidies, stellen wij vast dat in Nederland dergelijke subsidies met betrekking tot de topsport (Europese en wereldkampi oenschappen en Olympische Spelen) niet voorkomen”. Jan van Dooyeweerd, die In Hoofddorp een entrainement heeft met 53 paarden waarvoor zes man personeel In vaste dienst, is als vice-voorzitter van de VDRP een van de grootste kandidaten om de tot het hoofdbestuur toegetreden ir. Johan Oosting op te volgen. „Maar”, zegt Van Dooyeweerd, „daar voel Ik eigenlijk niet veel voor. Ik denk dat Ik in problemen kom met de tijd die zo’n baantje kost. Behalve mijn werk in Neem bijvoorbeeld die uitspraken van minister-president Van Agt over het intrekken van een rijkssubsidie voor de Nederlandse deelneming aan de Olympische Spelen in Moskou. Het Ne derlands Olympisch Comité en de Ne derlandse Sport Federatie hebben daarover een gezamenlijk communiqué uitgegeven waarin zij onder meer schrijven: '("V 3 310.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1980 | | pagina 39