Het ware verhaal: van bisschop tot commercie IE ZATEBDAGS BIJVOEGSEL GOEDHEILIGMAN Gevangenis 9 SÖ Nicolaas werd bestraft. Men nam hem zijn bijbel en stool af en smeet hem in de gevangenis. Drie dagen en drie nachten bad hij, totaal door Hans Invernizzi EZ3I UM W maakte verder een dla-serie over Sinterklaas en vulde samen met Jos Beke en Toon Rabou een nummer van het, inmiddels opgeheven, jeugdblad „Jeugd”. Hij besteedt, kortom, erg veel tijd aan de goedheillgman. Rijsterborgh hoopt, dat mede door deze publicatie het Sinterklaasfeest met andere ogen bekeken zal worden, dat mensen in gaan zien dat dit feest eigenlijk met commercie niets te maken heeft. Vermenging 9 fc) Protestanten 9 M Kapot 9 Sinterklaas bestaat niet. Dat zegt iedere Nederlander, die pak weg ouder is dan een jaar of zeven, acht. De op een bisschop gelijkende figuur, die momenteel weer overal in ons land opduikt, is een verklede man, ja, natuurlijk. Maar wat bezielt miljoenen volwassenen dan om elk jaar opnieuw het sinterklaasfeest te vieren? We zijn toch niet zo dwaas ons arm te kopen aan cadeaus en snoepgoed alleen vanwege het feit, dat een paar duizend heren zich in een rode mantel hullen en zich, gesponsored door de middenstand, per paard, per auto of per koets door steden en dorpen laten voeren? Sinterklaas mag dan niet bestaan, hij leeft toch voort in de harten van oud en jong. Hoe het komt, dat wij al eeuwen massaal het sinterklaasgebeuren in ere houden, valt te verklaren. Het is een lang verhaal. Een wonderlijk verhaal ook, maar dat mag niemand verbazen. Sinterklaas is en blijft immers een wonderbaarlijke verschijning. De Haarlemse leraar Engels Jan Rijsterborgh (41 jaar) is bezeten van Sint Nicolaas. Al tien jaar lang maakt hij samen met twee vrienden, Jos Beke en Toon Rabou, studie van alles wat er over deze bisschop geschreven Is. Ook verzamelt hij tekeningen en prenten. Rijsterborghs archief Is groot en waarschijnlijk uniek. Jan, Jos en Toon spelen al geruime tijd met de gedachte een dik boek aan Sinterklaas te wijden, maar u zult nog even op de verschijning ervan moeten wachten. Jan hoopt, dat het boekwerk over twee, drie jaar gereed Is. Hij is nog naarstig op zoek naar geschikt materiaal. Wie hem daaraan denkt te kunnen helpen, kan hem schrijven. Het adres Is: Postbus 3212 in Haarlem. Overigens heeft Rijsterborgh al een kinderboekje over Sinterklaas op zijn naam staan. Het heet „Sint Nicolaas, milde gever” en is bij de boekhandel op bestelling verkrijgbaar. Het boekje is uitgegeven bij Versluys in Amsterdam. Rijsterborgh Rusland Germanen 9 M Bari 9 SÖ Germanen maakten van Sint Nicolaas heidense heilige 134 11 bikt IS ter ijn I werk wisse- itionis- e voor iden, oofd in rondgestrooid, met dezelfde vaart terug!) danken. Voor hen was rood de kleur van het nieuwe leven. Het Germaanse „sinterklaasfeest” was immers oorspronkelijk een heidens vruchtbaarheidsfestijn. Psychologen hebben uitgedokterd, dat dat verhaal over Oei, die zaden wierp door het rookgat, niets anders is dan een verhaal over de paringsdaad. Daarnaast werden op markten poppetjes verkocht. Poppen die gewone mensen en heilige mensen voorstelden, sancten heten. Deze sanctekramen nu waren een doorn in het oog van de protestanten. Verbood het tweede gebod immers niet het maken van een gesneden Was de originele Sint Nicolaas al door de Germanen bijna onherkenbaar veranderd, tegenwoordig is er van de gulle gever Nicolaas, die vriendelijke heilige die alleen maar, onbaatzuchtig, wilde helpen, praktisch niets meer over. Het sinterklaasfeest is niet langer een geeffeest, maar het feest van het krijgen, het feest van de hebzucht. Een te sombere voorstelling van zaken? Misschien, maar een feit blijft, dat wij de echte Sint Nicolaas onrecht aandoen door zijn feest te vieren zoals we het doen. beeld? Om kort te gaan, de plaatselijke machthebbers trachtten dit roomse en zondige gedoe de kop in te drukken. In steden als Dordrecht, Amsterdam, Nijmegen, Arnhem, Kampen en Delft werden keuren uitgevaardigd, waarin de burgerij met zware boetes werd bedreigd zo men door bleef gaan met die verfoeilijke sanctekramerij. In Tiel werd zelfs in 1618 het schoen zetten door kinderen verboden C van lemen- rdende type- ezit en Toen de Germanen Sint Nicolaas leerden kennen trad de grote vermenging op. Sint Nicolaas werd een heilige van het volk. Men noemde hem Sint Heer Klaas, later verbasterd tot Sinterklaas en tuigde hem op met het uiterlijk en de attributen van Wodan. En vandaar de gedaanteverandering, die Sint Nicolaas onderging. Hij kreeg de witte baard van Wodan, een zwarte knecht (Oei), een wit paard (Sleipnir), een staf (de speer van Wodan), hij werd, kortom, een heidense heilige. Maar er is meer. De Germanen zagen werkelijk een wit voorwerp door de lucht gaan: de maan en zij geloofden, dat die maan ’s morgens in een zak werd gestopt en daar ’s avonds weer uit werd gelaten. Trekken we de parallel, dan krijgt Sinterklaas een wit, vollemaansgezicht en zijn knecht een zwart gelaat en een zak. Piet (deze naam werd hem toebedeeld in het kader van de „vervolksing”, vergelijk Sint Heer Klaas, ook een doodgewone naam) heeft een zwart gezicht, omdat hij de maan die er niet is voorstelt. Die maan zit in zijn zak. Aan Sinterklaas zit een heel pakket symboneK vast. Hij draagt een rode mantel en een hoge, rode mijter. In feite rijdt hij rond als een groot vruchtbaarheidssymbool. Dat hebben we ook aan de Germanen te Hoever zijn we nu. We hebben een Sinterklaas beschreven, die een volksheilige is, eruit ziet als een soort bisschop (als gevolg van de Nicolaasverering), veel weg heeft van de Germaanse dus heidense god Wodan en die bovendien beschouwd kan worden als een vruchtbaarheidssymbool. Is het een wonder, dat de protestanten in de zestiende en zeventiende eeuw niets met deze figuur te maken wilden hebben? Weg met dat pauselijk bijgeloof, riepen de heren. Ze hadden evenwel nog een andere reden om het sinterklaasfeest te verbieden. U herinnert zich Oei en zijn zaad? Wel, men bleef dat vruchtbare goedje aan elkaar geven in de vorm van, uit zaad ofte wel noten vervaardigde lekkernijen, speculaas, bijvoorbeeld, en marsepein. Sinterklaas was echter niet kapot te krijgen. Men bleef feest vieren, zij het binnenskamers. Laat in de zeventiende en achttiende eeuw kreeg de sint een concreter vorm tijdens de festiviteiten. Hij verscheen, verkleed en wel, ten tonele. In de vorige eeuw begon men hem in te halen. De commercie sloeg voor het eerst toe in 1935 met een grootscheepse intocht van de goedheillgman in Amsterdam. het mid-winterfeest vieren, de zonnewende, het feest van de vruchtbaarheid. Een puur heidens feest dus, dat door de christenen werd verafschuwd. Sint Nicolaas wordt in Rusland en de Balkanlanden nog altijd als een echte heilige vereerd. Bijna iedere gelovige Rus heeft een Nicolaas- ikoon in zijn huis hangen, waarop de heilige zeer realistisch is afgebeeld met een hoog voorhoofd, cirkelvormig haar, een korte baard en een betrekkelijk jong gezicht. Alleen de ogen zijn opvallend groot geschilderd op deze ikonen. Nicolaas lijkt langs ons heen de eeuwigheid in te kijken, maar daar is hij dan ook een heilige voor. Nu nog is Nicolaas de belangrijkste heilige in het oosten. In 1917, toen in Rusland de revolutie uitbrak, werd zelfs gezegd: God is dood, maar Nicolaas leeft nog. Het communistische regiem heeft Nicolaas niet klein kunnen krijgen: hij is ondanks alles de beschermheilige van het land gebleven. Hoe anders verging het Nicolaas in het westen en met name in Nederland. Aanvankelijk werd hij ook hier als een „gewone” heilige aanbeden, getuige de vele Nicolaas-kerken die hier en in andere, ons omringende, landen in handelssteden staan. In Amsterdam, bijvoorbeeld, hebben we nu nog drie kerken die naar Nicolaas genoemd zijn. Ook in Maastricht staat een kerk, waar een gave tand van de heilige wordt bewaard. Merkwaardig, is het niet? Sinterklaas is toch die man die kwistig snoepgoed uitdeelt? Je kunt natuurlijk stellen, dat er in zijn tijd nog geen sinterklaasfeest werd gevierd, maar met die verklaring neemt u uiteraard geen genoegen. Hoe is het dan mogelijk, dat enerzijds Sint Nicolaas als heilige nog steeds, zij het in mindere mate dan vroeger, wordt vereerd, terwijl anderzijds een Sinterklaas ons telkenjare de warenhuizen injaagt. Ons verhaal wordt nu pas echt ingewikkeld. De Germanen, onze bet-bet-overgrootouders. hadden, voor zij tot het christendom bekeerd werden en geconfronteerd werden met de figuur van de heilige Nicolaas, hun eigen góden. Wodan was de belangrijkste. Wodan nu reisde iedere nacht langs de hemel op zijn witte paard Sleipnir. Vooral in de lange, koude winternachten kon je hem voorbij horen razen. Zijn grote speer suisde als een bliksemschicht door de lucht. Wodan wist alles van de mensen, dank zij zijn zoon, de god Oei, die hij naar de aarde zond om de mensen te gaan bekijken door het rookgat van hun hut In de winter kwam Oei geschenken halen voor het paard van zijn vader en schonk als tegenprestatie zaden, waaruit in het voorjaar nieuwe planten konden groeien. Hij strooide die zaden door het rookgat en kwam dan bij Wodan terug met een zwart gezicht. Dit verhaal mag wat kinderlijk klinken; de Germanen waren nu eenmaal eenvoudige mensen. Kern van de zaak is, dat zij ontredderd, tot God. En toen, opeens, verschenen Christus en Maria in zijn cel, badend in het licht. Ze gaven Nicolaas zijn tekenen van bisschoppelijke waardigheid terug en zeiden hem, dat hij gelijk had gehad toen hij Arius de mantel uitveegde. Dit moet een legende zijn, dat voelt u wel, maar het feit, dat dit verhaal over Nicolaas bestaat zegt alles over het belang dat men aan zijn woorden en daden hechtte. Ook zijn heiligverklaring, die overigens inmiddels door de Rooms- Katholieke Kerk ongedaan is gemaakt, is tekenend. Je moet iets gepresteerd hebben om het woord Sint voor je naam te mogen zetten. Heeft Nicolaas dan zoveel uitzonderlijks tot stand gebracht? Wie zal het zeggen. Wanneer we geloof hechten aan de legendes, moeten we volmondig ja antwoorden. Zoveel is zeker, dat al die legendes de basis hebben gevormd van de Sint-Nicolaas- viering die we nu kennen. Daarover straks meer. Nemen we eerst enkele legendes bij de kop. Wat dacht u van dit verhaal. Er leeft in Patara een arme koopman, die drie dochters heeft. De dames willen graag trouwen, maar er dienen zich geen kandidaten aan omdat pa geen cent in huis heeft en hun bruidschat dus niet kan opbrengen. In arren moede overweegt de man zijn dochters te dwingen zich aan prostitutie over te geven in de heidense tempel van Patara. Nicolaas, jong maar rijk dankzij de erfenis die zijn ouders hem hebben nagelaten, besluit te hulp te schieten. Óp drie achtereenvolgende nachten werpt hij anoniem drie zakjes goud bij de koopman naar binnen. De laatste keer rent de koopman hem achterna om Nicolaas, onder tranen, te bedanken. Maar onze heilige wil niet weten, dat hij de gulle gever is. En wanneer de meisjes hun vader vragen hoe hij plotseling aan al dat goud komt, antwoordt hij: „Van een vreemdeling gekregen, die in de stad verdwaald was zeker.” Andere bekende legendes gaan eveneens over het helpen van mensen in nood door Nicolaas. Gaandeweg is hij zo’n beetje de schutspatroon van iedereen geworden. Hij trok zich echter vooral het lot aan van zeelieden en reizigers. Talrijk zijn de verhalen over wonderbaarlijke reddingen van zeevarenden, die met de verdrinkingsdood werden bedreigd. Heel fraai is die Er valt over Sint Nicolaas of zo u wilt Sinterklaas nog veel meer te vertellen, dan in ne venstaand artikel staat. Daar om in dit kader puntsgewijs de verklaring van een aantal (raadselachtige) zaken. Dit altaar-reliëf uit de elfde eeuw ver beeldt de legende van Sint Nicolaas en de arme koopman. Nicolaas (rechts) geeft de man zakjes goud, waarmee hij de bruidschat van zijn dochters kan betalen s CAO geschiedenis over de drie studenten. Deze jongens werden door een bloeddorstige herbergier vermoord, in stukken gesneden en gezouten en wel in de kelder bewaard tot op zekere dag Nicolaas in de herberg een hapje kwam eten. Hij had de waard natuurlijk meteen door, liet de ton met de brokken student boven komen en schonk de jongelieden het leven weer. De herbergier wierp zich snikkend en berouwvol aan de voeten van Nicolaas en begreep vanaf die dag hoe machtig deze bisschop was. Het grootste deel van de stoffelijke resten van Sint Nicolaas ligt begraven onder een magnifieke kerk in de Italiaanse stad Bari. En toch is Nicolaas in zijn leven Turkije niet uitgeweest. Hij stierf immers in Myra. Ra ra hoe kan dat? Het zit zo. Reizende kooplieden en zeelui verspreidden de verhalen over Sint Nicolaas in West- en Oost- Europa. Ook in het katholieke Bari wist men wie en Wat Nicolaas was. In de elfde eeuw dreigden de mohammedanen het graf van de heilige te verwoesten en daar moest, besloten enkele avontuurlijke monniken en kooplieden, een stokje voor gestoken worden. In 1087 organiseerden zij een expeditie naar Myra en brachten zij het gebeente van Nicolaas over naar Bari. Inderhaast vergaten de heren enkele vingerkootjes; die zijn nu nog te bewonderen in de Turkse stad Antalya. Groot was de vreugde toen het skelet van Nicolaas veilig en wel aan land werd gebracht. Nog steeds viert men in Bari het Sint- Nicolaasfeest op 7 mei, de dag dat de expeditie terugkeerde. Ook zou de heilige uit dankbaarheid wonderen verrichten. Hoe dan ook, Bari is sedert de elfde eeuw een gewild pelgrimsoord. (Een paar jaar geleden is de Nederlandse Sinterklaas in Bari geweest. De Italianen snapten er niets van. Ze dachten dat „Zie ginds komt de stoomboot” ons volkslied was en smeten de pepernoten, die door de zwarte pieten werden Sint Nicolaas en de drie studenten, die hij het leven terug gaf nadat zij door een bloeddorstige herbergier waren vermoord. Een le gende van choco lade. Laten we bij het begin beginnen en de klok 1700 jaar terug zetten. In circa 270 na Christus werd in Patara in Lykië, een deel van zuid west Turkije, een jongetje geboren. Nicolaas, heette het. Volgens de overlevering deed de pasgeborene al direct van zich spreken. Er gebeurde een wonder. De kleine werd gewassen en zie, hij verhief zich in zijn badje, vouwde de knuistjes en bad, rechtop staand, twee uur lang tot God om deze te bedanken voor de voorspoedig verlopen geboorte. En dat was nog niet alles: de krielkip besloot op de dagen, dat er in die tijd gevast werd, geen moedermelk tot zich te nemen. Voorwaar, een wonderkind. Nicolaas groeide op, werd een voorbeeldige jongeling en bracht het tot bisschop in het in de buurt van Patara gelegen stadje Myra. Dat laatste weten we zeker. Óok is komen vast te staan, dat Nicolaas, ongeveer zeventig jaar oud, op 6 december 342 overleed. U heeft altijd gedacht, dat we zijn verjaardag vierden? Mis, we gedenken zijn sterfdag. Maar waarom dan toch worden op 5 l december bij ons de pakjes al Luitgepakt? Dat komt zo. In het t oosten begint de dag niet te 'middernacht, maar zes uur eerder. - In onze ogen dus de avond tevoren. Anders gezegd: we vieren sinterklaasavond exact op het juiste tijdstip. Over het leven van Nicolaas valt, in feitelijke zin, verder weinig te i melden. Legio daarentegen zijn de legendes die over de man verteld werden en worden. Zo zou hij in 325 hebben deelgenomen aan het Concilie van Nicea, maar zijn naam staat niet onder de geloofsbelijdenis die de deelnemende bisschoppen ondertekenden. Wat wil het geval? Nicolaas zou naast een zekere bisschop Arius gezeten hebben, een man die dermate als een ketter te keer ging, dat Nicolaas het niet meer kon aanhoren. Onze brave Nicolaas rukte zich de mijter van het hoofd en sloeg daarmee Arius I om de oren. Een Russisch ikoon uit de zestiende eeuw van Sint Nicolaas. Een hele an dere figuur, dan de Sinterklaas die wij kennen. Spanje. We zingen, dat Sin terklaas uit Spanje komt. In feite slaat dat nergens op, want de man is er nooit ge weest. Wel is het zo, dat de botten van Sint! Nicolaas be graven liggen in de Italiaanse stad Bari en die stad maakte vroeger deel uit van het Spaanse Rijk, van Arragon. Zoals bekend zijn de grenzen van diverse landen in de loop der eeuwen nogal eens verlegd. Appeltjes van Oranje. Dat Oranje met een hoofdletter klopt niet. Het moet zijn: ap peltjes van oranje, sinaasap pels dus. De heilige Nicolaas schonk ooit drie zakjes goud aan een arme koopman (zie het hoofdverhaal). Van die zakjes maakte men bij het doorver tellen van het verhaal gouden appels, later gewone sinaasap pels. Goedheillgman. Logisch, dat woord. Sinterklaas noe men we een heilige. Fout Oor spronkelijk zong men Goed Heylikman. Heylik betekent huwelijk. Sint Nicolaas zorgde er immers voor, dat de doch ters van de koopman (zie we derom nevenstaand artikel) konden trouwen. Nog steeds is hij de patroon van huwbare jonge vrouwen. De roe. Zwart Piet heeft een roe bij zich en tikt daar jonge meisjes mee op de billen. Prachtig, want daar worden ze zo wil het verhaal vrucht baar van. De Germanen, die Piet die roe of gard gaven, geloofden dat aanraking met een jonge berketak tot vrucht baarheid leidde. Nu nog zijn er volken, die hun pubers een klap met een tak verkopen, wanneer ze tot de wereld der volwassenen worden toege laten. Vrijer. Goed gebruik is het, dat een jongen zijn meisje een vrijer geeft. Dit is een specu laaspop, die de gever voor stelt. Zo van: ik ben om op te vreten, ga je gang. Vrijers wor den ook wel verguld, dan zijn ze nog mooier. Wist u, dat een vrijer, die niet uit de vorm wil vallen een „houten klaas” ge noemd wordt? Suikerbeesten. Niet zomaar snoepgoed. Het was bij de Ger manen gebruik aan hun god Wodan echte beesten te offe ren. Wij doen het nu iets be schaafder en eten de diertjes zelf op. Zakje met wat zout. We zin gen erover, maar waar slaat het op. Vroeger kregen kinde ren, die te oud werden geacht om het Sinterklaasfeest als „kleintje” te vieren, een zakje zout Vergelijk kalveren die „afgezouten” worden, wan neer zij te groot zijn geworden om bij de moederkoe te drinken. Bijnaam. Sint Nicolaas wordt in legendes De Natte genoemd, omdat hij zoveel op had met zeelieden. Relikwieën. Delen van het skelet van Sint Nicolaas zijn door pelgrims meegenomen naar alle uithoeken van de we reld. Zo liggen er bijvoorbeeld zelfs in Amerika (in Flushing bij New York) enkele botjes. Stro en wortel. De gaven van kinderen voor het paard van Sinterklaas. Vergelijk de giften van de Germanen aan het paard van Wodan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1980 | | pagina 25