TU RBOPROP-TOESTEL NA 25 SUCCESVOLLE BAREN NOG HYPERMODERN Zaankanter verdiende miljoenen aan fraude \e^ Niet doodstaren op hoe ’t in het verleden ging” I Prof Lambooy over toekomst industrie in Amsterdam: Officier eist 4 jaar celstraf Statenvragen over gebruik artikel 19 I t ,óeie',eva PROVINCIE 7 ZATERDAG 22 NOVEMBER 1980 A le I n 1 r :n >k er n- Milieu-eisen SCHIPHOL Fokker beleeft op 24 november een jubileum dat in de rijke geschiedenis van de vliegtuigbouw ui terst zeldzaam is: de F-27 Friendship is dan 25 jaar in produktie. En het eind is nog lang niet in zicht. De nieuwe Friends hip was, in de herfst van 1955, meer dan alleen een mooi rood vliegtuig. Hij zat zo boordevol nieuwe technieken, dat haast niemand er een durfde te bestellen. De KLM kocht er twee. Niet om er mee te vliegen, maar om ze onverwijld door te verkopen. 02^'3 3 m. 19 10 jd- lis 17 len A. ds. D. en in eN ils )3 ‘JJS.! H.) ui- 19 1.30 Kas Kas ke- ien- am) aar- zou •ant was toe- ater (Van een onzer verslaggevers) AMSTERDAM. „Er zit een nega tieve tendens in mijn rapport over de toekomst van de industrie in Amster dam. Toch moeten we bij het beden ken van maatregelen voor verbete ring ons niet teveel doodstaren op hoe het in het verleden ging. Boven dien heeft Amsterdam nog zoveel ele menten in zich om een vitale werk stad te zijn.” Ook wil het CDA-Statenlid weten of de gemeenten tijdig van de maatregel op de hoogte zijn gebracht. Hij vraagt of GS zijn mening delen, dat van een algeheel afzien van medewerking aan planologische pro cedures voor detailkwesties geen sprake Zoals gemeld, hebben GS de gemeenten laten weten, niet langer te willen meewer ken aan het oneigenlijk gebruik van arti kel 19 van de wet op de ruimtelijke orde ning. De gemeenten hebben van de toe- nieuwingsbeleid wat meer moeten letten op het lot van de bedrijven die weggesa neerd worden. De bedrijven moeten de financiële middelen krijgen om in de oude stadsdelen terug te keren of in een duur dere vestiging in een industriegebied. In dit kader had wethouder Schaefer zijn verzoek om geld te lenen voor de stadsver nieuwing aan het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds ook best door de Amster damse Industrie Vereniging mede kunnen laten ondertekenen. Hij heeft dat alleen niet gevraagd. Het geld is duur, maar de bedrijven ontkomen niet aan nieuwe in vesteringen. Prof. Lambooy: „De traditio nele linkse partijen als PvdA en CPN mogen best weer een positievere houding innemen ten opzichte van het investeren in het algemeen. Uiteindelijk keert de wal het schip.” heeft de Friendship nog? Ik wijs dan op twee aspecten. In de eerste plaaats de ontwikkelingen in de Verenigde Staten, waar in feite sinds de oliecri sis van 1973 de vraag naar forensenvluchten sterk is toegenomen”. rijker. De officier rondde de opsomming af met een eis van vier jaar gevangenis straf. De verdachte werd in zijn bouwbedrijf bijgestaan door een man die tegenover de politie had verklaard dat hij alleen maar een „handtekeningenmachine” was. Hij hoefde alleen maar valse facturen te on dertekenen. Die werden ondermeer ge bruikt in het „verkeer” tussen dit bedrijf en een andere firma waarin de verdachte belangen had. Aan die firma werden twaalf vrachtwagens „geleverd”, die hij op drie na nog niet eens had ontvangen van de leverancier in Stadskanaal. Vol- u. ed. ;oor be- /or- ilijk for- ,De J ter- De Friendship: een uniek vliegtuig i riLlLLiL ;en, B. J. tie- gd- erk ink >oed'9 (Van een onzer verslaggevers) HAARLEM. Het CDA-Statenlid Roozen heeft schriftelijke vragen gesteld over de aankondiging van Gedeputeerde Staten voortaan geen medewerking meer te zullen verlenen aan afzonderlijke pla nologische procedures voor uitbouwen van woningen en dergelijke. Roozen vraagt of GS de maatregel willen versoe pelen en of de invoering kan worden uitgesteld tot tenminste 1 juli 1981. heeft blijkt wel uit kindertekeningen. Het is altijd iets groots met vieze rook uit een schoorsteen. Industrie is vandaag de dag iets heel anders. Het bedrijfsleven kan er zelf wat aan doen om dat imago te veran deren. Ondernemers staan ook teveel in een kwade reuk. Vooral jonge mensen zien in elke ondernemer een speculant. Ik durf te zeggen dat 99 percent van de ondernemers smetteloos in gedrag is.” Bedrijfsleven en gemeente moeten vol gens Lambooy een offensieve strategie voeren gericht op de toekomst. Hij spreekt van „revitalisering” van bedrij ven. Het is de taak van de gemeente om te zorgen voor een afgeronde economische strategie. Het ruimtelijk plan (op welke plaats de industrieën komen) is er wel, maar dat is niet voldoende. De gemeente zou ook in het stadsver- „En dan zijn we er nog niet. Want er kan antipa thie bestaan tegen Fokker of tegen Nederland. Of het parlement hier in Den Haag kan tussenbeide komen, Ja, en dat vinden wij dan erg jammer. Nederland weet vaak erg goed hoe andere landen geregeerd moeten worden. Als het daaraan lag zouden er niet zoveel landen zijn waar we mogen verkopen. Griekenland heeft wel een Van der Stoel Laan, maar geen Fokkers”. In het rapport wordt ook het gevoelige punt aangeroerd van de milieu-eisen die aan bedrijven gesteld worden. Teveel be drijven voelen zich door de strenge eisen beknot. Het rapport suggereert deze eisen opnieuw te bezien, omdat we eigenlijk op dat punt nogal verwend zouden zijn. De AIV maakt dit punt actueel in een apart ingediend „verlanglijstje” aan de politie ke partijen in Amsterdam in het licht van de eerstvolgende gemeenteraadsverkie zingen in 1982. De AIV dringt aan op het niet toelaten van woningbouw in gebieden die voor de vestiging van bedrijven zijn aangewezen. Door de woningbouw zou den de milieu-eisen te hoog worden opge schroefd, waardoor industrieën van vesti ging moeten afzien. Concreet speelt dit op het moment op het industriegebied Am stel III, waar het college van B. en W. een aantal woningen wil laten bouwen. Wet houder Heerma heeft het voor het be drijfsleven opgenomen en wil persé niet dat er huizen komen. (Van onze rechtbankverslaggever) HAARLEM. „Het is mij helaas nog niet helemaal duidelijk”, zei offi cier van justitie mr. C. van Riel lako- niek tegen de 35-jarige Zaanse onder aannemer nadat deze gisteren voor de Haarlemse rechtbank zijn systeem voor de bepaling van de omzet in zijn bouwbedrijf had uitgelegd. Aan de hand van een voorbeeld legde de man, die was aangeklaagd in de Haar lemse bouwfraude, uit hoe hij wanneer er aangifte voor de belasting gedaan moest worden de omzet berekende. „Ik heb 180 gulden in kas, nou dan heb ik een omzet van 1000 gulden gemaakt. Zo deed ik het al tien jaar. Nooit last mee gehad.” Vorig jaar zomer werd het pas „lastig” toen hij werd gepakt op verdenking van aandeel houderschap in de kapitale Haarlemse bouwfraude. Ook voor deze verdachte had officier mr. C. van Riel een rekensom metje gemaakt. De belastingdienst en het Sociaal Fonds Bouwnijverheid zijn vol gens de officier samen getild voor bijna vier miljoen. Het kopen van vakantieze- gels op de zwarte markt leverde hem een „besparing” op van ruim 1,1 miljoen. Ge- manipuleer met vrachtwagens, die hij in Stadskanaal had besteld en op „papier” had doorverkocht, maakte hen 1,1 miljoen „Met name in de VS”, benadrukt Krook, „heeft die energiecrisis tot een omwenteling geleid in het gebruik van transportmiddelen, die gepaard ging met een verschuiving van de auto naar het vlieg tuig. Bij de overstap groeit niet de vraag naar grote, maar wel naar kleinere vliegtuigen. Mits ze goed koop kunnen vliegen, zoals de F-27. Dat is iets dat los staat van de vrije concurrentie die in 1978 is gekomen, maar dat was wel weer een extra stimu lans”. „Ik denk dat als gevolg van de vrije concurrentie nog weer twee andere dingen staan te gebeuren. In de eerste plaats dat elke fabriek die vliegtuigen van ongeveer dezelfde grootte bouwt als Fokker, in dat zogenaamde gat zal zien te springen, en dat tegelijk de grotere maatschappijen zich zullen richten op grootschaliger vervoer. Voor de kleinere lijnen ko men dan hetzij dochterondernemingen, hetzij on dernemingen waarover de grote maatschappij toch een zekere mate van controle zal zien te behouden”. „Een situatie dus als de NLM ten opzichte van de KLM, al heet het dan geen forensenverkeer. Maar eigenlijk is het dus hetzelfde. Neem Brazilië, India, Indonesië, of neem Australië waar we vliegtuigen verkochten aan Ansett en een maatschappij met de fraaie naam Bush Pilots. Telkens hebben maat schappijen voor zulk verkeer vliegtuigen nodig als de Friendship, waarmee we zo’n 50 procent in handen hadden en hebben van de hele markt voor dit type vliegtuig”. Hoe verkoop je nu eigenlijk een vliegtuig? Daar zal toch wat meer aan te pas moeten komen dan een paar mooie blauwe ogen. Krook, gestreeld, leunt achterover en roept uit, „Nou, maar het scheelt wel! Wat je moet weten, is hoe de markt in elkaar zit. Je zult het geloven of niet, maar vliegtuigkopers zijn veel minder geneigd de markt af te zoeken wanneer ze door één fabrikant telkens opnieuw benaderd worden. Maar andersom, als je een vaste klant niet voortdurend opzoekt, loop je de kans dat hij opeens naar een ander overstapt”. „Kopers moeten opletten, maar verkopers ook. Je hebt voortdurend allerlei agenten aan het werk, bijvoorbeeld om je erop te attenderen dat een autocoureur, Niki Lauda, opeens besluit een lucht vaartmaatschappij te beginnen. Anderzijds weet je wanneer ze hun materieel moeten vervangen en soms wanneer ze gaan uitbreiden. En verder moet je voortdurend contacten leggen of verloren gegane relaties opnieuw tot stand zien te brengen. Je moet op de hoogte zijn van hun operationele omstandig heden en hun financiële mogelijkheden. Je moet ze van goede informatie over je produkt voorzien”. passing van dit artikel, dat bedoeld is om in afwachting van een wijziging van het bestemmingsplan bouwplannen mogelijk te maken in strijd met het geldende be stemmingsplan, een regel gemaakt. Het artikel in kwestie is echter bedoeld voor uitzonderingsgevallen. De massale toe passing ervan betekent, dat GS in toene mende mate werden opgezadeld met de beoordeling van lokale aangelegenheden. Daardoor kwam men aan allerlei ander werkelijk provinciaal werk niet toe. GS hebben daarom, zoals gemeld, gemeend een rigoreus einde te maken aan de onter echte toepassing artikel 19. Zij hebben de gemeenten in overweging gegeven oude bestemmingsplannen te wijzigen en daar in de nodige flexibiliteit in te bouwen. „Trouwens, er zijn ook actiegroepen. Neem Ango la, waar we goede contacten hadden. We verdwe nen dus uit Angola, maar denk nu niet dat de Angolezen bij Fokker terugkwamen toen het land eenmaal was bevrijd. Nee, ze gingen naar de con current”. Binnen een half jaar nadat de Friendship voor het eerst vloog, werd er een licentiecontract afge sloten met Fairchild in de VS, die er in betrekkelijk korte tijd 205 verkocht. Was dat licentiecontract niet een wat vreemde zaak? „Je moet dat zien tegen de omstandigheden van toen, de koude oorlog. Eventuele klanten wilden er zeker van zijn dat zij extra toestellen en vooral onderdelen zouden kun nen blijven kopen indien hier in Europa een con flict uitbrak”. „Het contract met Fairchild stelde de produktie veilig, maar Fairchild concentreerde zich op Noord-Amerika. Midden- en Zuid-Amerika werden verwaarloosd, zodat wij eerst van dat contract af moesten voor we ons in dat gebied konden inwer ken. Het heeft vele jaren geduurd voordat we daarin slaagden, want inmiddels waren de Britten (die overigens weinig van hun eigen fouten leren en helemaal niks van de successen van anderen) met de HS-748 op de markt gekomen. Een ontwerp dat nu geheel verouderd is in vergelijking met de F-27”. „De Friendship loopt nog wel een poosje”, zegt Krook, ooit de vierde verkoopdirecteur die door Airbus Industrie werd aangetrokken om toch alsje blieft een Airbus A-300 te verkopen, en de eerst die erin slaagde. In zulke grote aantallen dat de Ameri kaanse vliegtuigbouwers Krook graag in dienst wilden nemen. Airbus Industrie onthutst en ge kwetst achterlatend toen Swarttouw de uitgeleende Krook weer terughaalde naar Schiphol. „Of we de duizend Friendships zullen' halen, is voor mij natuurlijk ook een vraag, ’t Is een goed toestel, dat weten we inmiddels. Zelfs het tweede prototype is nog volop in gebruik, bij een Duitse maatschappij. Die heeft er inmiddels 60.000 vliegu ren opzitten”. „Door diversificatie van toepassingen zullen we het leven van de F-27 zien te rekken, waarmee we tevens onze eigen kwetsbaarheid zullen verkleinen. Met de Friendship is dat gemakkelijker dan met de Fellowship, de F-28. Die zullen we zien te rekken als elastiek, maar meer dan vijf of zes jaar geef ik hem niet”. sieWO^’ gens zijn „rechterhand” had hij niet één vrachtwagen doorverkocht en geleverd. De valse facturen waarop koopsommen prijkten die ongeveer honderd procent hoger lagen dan de prijs die de leveran cier in rekening zou brengen leverden hem 1,1 miljoen op. Raadsman mr. P. Doedens vond dat het „wettelijk systeem met „al zijn tekortko mingen" zijn cliënt had „geholpen”. Het was volgens mr. Doedens niet verwonder lijk dat er „nu ineens” een wetsontwerp ligt om de hoofdaannemer aansprakelijk te stellen voor de afdrachten van de on- deraannemer(s). „Nou, het viel inderdaad niet mee om klanten te vinden”, herinnert zich ir. J. Comelis, thans hoofd van Fokkers constructiebureau en sinds 1947 werk zaam bij Fokker. Maar op de vraag hoe de Friends hip eruit zou moeten zien als hij nu voor het eerst van de band kwam, zegt ir. Comelis: „Als we nu begonnen, zou de Friendship er bijna precies zo uitzien. Hij zou per uur een honderd kilometer sneller moeten kunnen vliegen en dat zou beteke nen dat de vleugels een andere pijlstelling kregen zodat ook de motoren anders werden opgehangen”. „Maar verder zou het opnieuw een turboprop- toestel worden, met inbegrip van de vele plastics en lijmtechnieken die we van meet af hebben toege past, en niet te vergeten de hoog geplaatste vleugel. Dat laatste alleen al geeft een enorme brandstof- besparing”. Maar waarom bouwt vrijwel elke andere vlieg tuigfabriek (en Fokker zelf ook bij de F-28 en de F- 29) de vleugel dan onderin of onder tegen de romp? Ir. Comelis: „Voor grotere veiligheid. De gedachte is dat wanneer een vliegtuig een noodlanding moet maken, de vleugels beter de eerste klap kunnen opvangen dan de passagiers”. Hoe is dat bij de Friendship dan opgevangen? „Met een reeks leng- teribben onder in de romp”. Ook die oplossing heeft zijn nut bewezen bij de ongelukken die in de loop van de jaren met de Friendship zijn gebeurd. Er zijn thans 720 toestel len verkocht waarmee de Friendship al veel eerder het meest verkochte turboprop-toestel ge worden was waarvan er 60 70 zijn verongelukt. „Gekraakt”, in vliegtuigbouwers-Nederlands. Is dat niet een erg hoog aantal? „Nee”, zegt ir, Comelis met grote stelligheid, „gegeven het feit dat 14 vluchten per dag met de Friendship geen uitzon dering blijkt te zijn. Vergeet niet, het is een vliegtuig voor korte afstanden en de kans op ongelukken is altijd het grootst bij de start en de landing”. En dat alles mede dank zij zulke produkten als lijm en plastic, waarmee in de eerste naoorlogse jaren nog nauwelijks ervaring was opgedaan. „In zekere zin moesten we wel”, zegt ir. Comelis. „Fok- de platen op elkaar lijmen, voorzien we ze van een oxydlaag. Dat voorkomt corrosie. Maar de Ameri kanen lijmden direct, waardoor wel degelijk corro sie optrad”. Natuurlijk was de Friendship een gok. De opzet was een opvolger te maken voor de Douglas DC-3. „Die kon je toen, tweedehands, kopen voor een half miljoen gulden. Een nieuwe Fokker zou ten minste vijf miljoen gaan kosten (op het ogenblik 13 miljoen gulden in civiele uitvoering). En dan, wat voor voortstuwing moesten we nemen? De propeller raakte uit de tijd, de straalmotor was nog te duur. De turboprop, een propeller die wordt aangedreven door een straalmotor, is het uiteindelijk geworden, maar mede door allerlei andere vraagstukken had den we toen wel een 180 voorstudies achter de rug”. En toen ging het, aanvankelijk nog niet van een leien dak. „Nee”, zegt Fokkers directeur verkoop, D. Krook, „want achteraf bezien was het uitgangs punt voor de Friendship, een opvolger voor de DC- 3, gewoon onjuist. Maar nu we 25 jaar verder zijn staan we voor andere vragen. Welke mogelijkheden Aldus prof. dr. J. G. Lambooy van de Universiteit van Amsterdam in een toe lichting op zijn deze week verschenen rapport „Kansen voor Amsterdam”, een onderzoek naar de toekomst van de indu strie in Amsterdam en direkte omgeving. Het rapportt is gemaakt in opdracht van de Amsterdamse Industrie Vereniging (ATV) die 50 jaar bestaat. Prof. Lambooy: „Als stad heeft Amsterdam nog steeds gunstige perspectieven. De arbeidsmarkt is van hoge kwaliteit, de transportmoge lijkheden zijn uitstekend en de haven is nog altijd van Europees niveau. Zelfs de Amerikanen vinden dat Schiphol een van de beste luchthavens is. Vooral in de grote steden zien we de voortekenen van een post-industrieel tijdperk: de werkgelegen heid in de industrie daalt en die in de dienstensector stijgt. We moeten op zoek naar nieuwe industrieën waar toekomst in zit.” In zijn rapport pleit Lambooy voor be houd van vooral de kleinere bedrijven die vaak in de oudere stadsdelen zijn geves tigd. Denkend aan nieuwe bedrijven ziet de hoogleraar kleinere, hoog-technische industrieën en bedrijven die zich bezig houden met informatie-verwerking. Deze zullen op hun beurt weer nevenbedrijven als banken aantrekken. Lambooy: „Het imago dat de industrie ker was in de oorlog vernietigd en we wilden terugkomen”. Aldus bouwde Fokker volgens ont werp van ir. H. C. van Meerten, een vooruitstrevend vliegtuig in een tijd dat fabrieken als Douglas en Lockheed de grote van de jaren vijftig zich veel conservatievere ontwerpen konden veroorl oven. Om precies te zijn, nog geen maand nadat de eerste Friendship vloog, liet Douglas op 20 decem ber 1955 het prototype van zijn laatste propeller- vliegtuig opstijgen, de DC-7C. Maar terwijl de Friendship nog een ruime toekomst heeft, is de „Seven Seas”, ooit vlaggeschip van KLM en een aantal andere maatschappijen, bijna een histori sche bezienswaardigheid geworden. Zeker hier in Europa. „Die lijm en dat plastic”, aldus ir. Cornelis, „ga ven de Friendship een veel grotere elasticiteit bij een veel gladdere constructie dan volgens de toen gangbare technieken mogelijk was. Dat lijmen is later wat in diskrediet geraakt, doordat de Ameri kanen er wat slordig mee omsprongen. Voordat wij ,.0000°°'' o^e' W kan zijn. Ook vraagt hij zich af of er geen strijdigheid is met de wet op de Ruimtelij ke Ordening. Wordt de mening van Gede puteerde Staten wel onderbouwd door Kroonjurisprudentie?, zo informeert Roozen. Ha»’’ <je30 ae'°ta'e epó \e'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1980 | | pagina 7