Benosselen :r$ sj 100,- ZAT E=ïDAGS 3ijVOEGSEL I DE GROTE TRUKENDOOS STAAT IN DEN HAAG en. IJL. CRI JU )P N! >M Aanpassen L - Wie zich voorneemt nooit te bedriegen, stelt zich bloot aan het gevaar vaak bedrogen te worden. La Rochefoucauld Dé grote trukendoos van Nederland staat in een voormalig klooster in Den Haag, door Hans Rombouts door Wouter Hendrikse Daar staat achteloos in een grote kast een fiks aantal voorwerpen, waarin verdovende middelen werden gesmokkeld. De eigenaars van deze spulletjes, zoals uitgeholde hakken, doorgezaagde beeldjes, dubbele kofferbodems, holle Nieuwe kapers Volgende truc Ik lï i DEREN gang is het prototype van een speciaal geprepareerde auto voor het vervoer van heroïne, hashiesh, hennep enz. Dat ging een beetje moeilijk in de kloostergang. Een zeker gegeven is in ieder geval wel, dat de smokkel met dat soort voertuigen steeds meer toeneemt. Hoofdzakelijk, omdat de verdovende middelen sinds enkele jaren niet meer in zo grote hoeveelheden uit Zuidoost-Azië (o.a. de Gouden Triangle) maar uit Zuidwest-Azië (Pakistan, Afghanistan, Midden oosten en Turkije) komen. De aanvoer gaat nu via Turkije. Per auto. Die smokkelroute is nog moeilijker aan te pakken dan die via de luchthavens. u I- I tegenwoordig het hoofdkwartier van de Centrale Recherchedienst en Interpol. - Daar staat achteloos in een grote kast een fiks aantal voorwerpen, waarin boeken, blikjes, zijn in het cachot terecht gekomen. Wat ontbreekt op die smalle Ik heb diepe bewondering voor zwendelaars, tenminste voor echte grote zwendelaars. Niet de zogenaamde antiquair die een eigentijdse tafel oud maakt, door er een schot hagel op af te vuren, maar de jongens die het groter aanpakken. Wereldberoemd zijn de verhalen van de man die de Eiffeltoren verkocht aan een stel Franse slopers of de truc met de geldcopieermachine. Beide superzwendelaars zijn door één man bedacht: Victor Lustig. Cocaïnejaar /a frJ 'c® F drugsmarkt m een j aar van >1* laapkam .000,- u IIIIIIIIIIIW 2e toilet, ir In hall Maar nieuwe kapers verschenen op de kust. Dat betekent dat het opsporingsapparaat zich opnieuw moest oriënteren, nu op de Turkse verdovende- middeleninvasie. In het afgelopen jaar namen de Turken de markt compleet over. Dat werd vergemakkelijkt door de grote massa Turken, die de laatste jaren voor werkgelegenheid over Europa waren uitgezwermd. Om een belangrijk gegeven te noemen: in West-Duitsland zijn 1,2 miljoen Turken werkzaam. Voor West- Duitsland, dat voordien nauwelijks in prominente mate met de smokkel van verdovende middelen te maken had Eenmaal weer terug in de Verenigde Staten bedacht Lustig de volgende truc: een machine die geld copieerde. Aan deze zaak werd destijds door de pers grote aandacht besteed. Victor Lust ig reisde naar een mondain vakantieoord en deed zich daar voor als een rijke excentriekeling. Zijn Japanse chauffeur was voor de gasten van het hotel waar Lustig logeerde al meteen een onderwerp van gesprek. Al spoedig merkten de andere hotelgasten dat „Graaf’ Lustig een wat vreemde man was. Hij stond uiterst gereserveerd tegen elke openlijke poging tot conversatie. In werkelijkheid echter bespioneerde hij de gasten en aan het eind van de week had hij de juiste man gevonden, die hij inwijdde in zijn „grote geheim” Lustig’s plan was even simpel als briljant. Wat had hij gedaan? Voor enkele guldens had hij een houten kistje in elkaar getimmerd met wat knopjes en lampjes erop, zodat het er interessant uitzag. Het was hèt apparaat om snel rijk te worden: het houten kistje was de enige geldcopieermachine op de wereld. NHOUT voorzien m2, met ram. met lergrulm- (orte ter- T-vorm. moderne met bad de beslo et), grool je. Ind. teuken, kamer, kamer lie-c.v.. lopsom net NHOUT I uitzicht dhuls e om- e en Iders, imers rd en iparte verd.: adka- >n ka- ,- k.k. vestiging >ers, mei i trappen chte ratal- enverem- 55,-) het keringen, zorgt. De itsoen en •keergele- slaap!» men sten, igen mng eid". i van eken men mze tken een <omt toe! In Nederland is de invloed van de Chinezen op de verkooplijnen van verdovende middelen aanmerkelijk afgenomen. De Turken namen binnen een jaar de zaken voor een groot deel over. Wat het er voor de recherche niet gemakkelijker op heeft gemaakt, omdat er nu eenmaal meer Turken (120.000) dan Chinezen (4000) in ons land wonen. En omdat de weg-grensovergangen door Europese bepalingen steeds „opener’ worden. Victor Lustig was een beroepszwendelaar van het zuiverste water. Al heeft hij dan niet de grootste bedragen geïncasseerd, hij was zonder meer de origineelste èn hij zwendelde met stijl. Hij werd in 1890 in het Tsjechische Hestinne geboren en stierf uiteindelijk in 1947 in de gevangenis van Springield in het Amerikaanse Missouri. Beroemd is het verhaal van de man die de Eiffeltoren twee keer verkocht. In het door Colin Rose geredigeerde boek „De zwendelaars” doet free-lanceschrijver Elliot J. Mason deze geschiedenis nauwgezet uit de doeken. Het verhaal speelt zich af in de maand mei van het jaar 1925 in de Franse hoofdstad. Victor Lustig, of liever Graaf Lustig, zoals hij zich bij voorkeur noemde, was vergezeld van een compagnon, „Dapper” Dan Collins. Beide heren voerden een toneelstuk op dat de Franse sloperswereld zich tot op de dag van vandaag met het schaamrood op de wangen herinnert. Aanvankelijk wist Lustig nog niet hoe hij geld moest verdienen in Parijs, maar een artikeltje dat op 8 mei in de avondbladen verscheen bracht hem op een idee. De inhoud van het stukje luidde dat de Eiffeltoren nodig in de revisie moest, hetgeen vele duizenden francs zou kosten. Het zou zelfs zo duur zijn dat men overwoog de toren af te breken in plaats van hem te repareren. Lustig ging onmiddellijk aan de slag. Een kennis vervalste voor hem het briefpapier van het Ministère des Postes et Telegraphes, de officiële autoriteit die verantwoordelijk was voor de Eiffeltoren. Voorts stelde Lustig een grondig onderzoek in naar de voornaamste ijzer- en staalaandeelhouders en schroothandelaren in de buurt van Parijs en ontdekte er één die precies in zijn plan paste. Niettemin nodigde hij vijf schrootkoningen uit voor een „vertrouwelijke bijeenkomst”. Lustig stelde zich in een peperduur hotel voor als plaatsvervangend directeur van het ministerie. Als reden voor het feit dat de vergadering in een hotel plaatsvond gaf hij op dat het om zo een delicate zaak ging, dat zij niet op het ministerie kon worden gehouden. Lustig begon de Herman Loller was het slachtoffer van Lustig. Een self-made staalmagnaat. Eenmaal met Loller op zijn hotelkamer begon Lustig zijn toneelspel. Hij draaide een honderd-dollarbiljet in de machine en legde uit dat er nu een chemisch proces in het apparaat van start ging, waardoor het bankbiljet tot in de kleinste details werd gecopieerd. Dit zou zes uur duren. Na de voorgeschreven tijd maakte Lustig het apparaat open en haalde er twee zelfde briefjes van honderd dollar uit. Beide leken volkomen echt. Dat kon ook niet anders, want ze wéren echt. Alleen had Lustig het ene briefje voordat het proces begon al in de machine gestopt. Lustig overhandigde de verblufte Loller beide biljetten en zei hem ze naar een bank te brengen ter controle. De bankbediende zei wat Lustig al wist: het geld was echt. Op dat moment was Loller zonder het zelf te weten al het slachtoffer. Hij vroeg aan Lustig of er nog zo’n machine op de wereld bestond. Lustig antwoordde ontkennend. Loller bood Lustig 25.000 dollar voor de machine. Lustig overwoog het bod rustig. Dit was immers het moment waar hij het meest van genoot: het moment waarop het slachtoffer hem probeerde over te halen. Lustig stemde uiteindelijk toe, en liet de gelukkige staalmagnaat beloven nooit een woord over de machine te reppen tegen anderen. Binnen vier uur was Lustig uit het hotel verdwenen. Maandenlang probeerde Loller de machine. Natuurlijk zonder resultaat. Aanvankelijk dacht hij dat hij iets fout deed en hij bleef proberen. Pas na een jaar begon hij verdenkingen tegen Lustig te koesteren en stapte naar de politie. Hoe was Lustig nu bij de eerste demonstratie aan twee gelijke bankbiljetten gekomen? Welnu, heel eenvoudig. Hij zorgde ervoor dat hij een biljet had waarvan het laatste cijfer een drie was en één met als laatste cijfer een acht. Van een drie maak je tenslotte vrij gemakkelijk een acht. Het spreekt voor zich dat de nummers van beide biljetten verder identiek waren. Toch liep Lustig uiteindelijk tegen de lamp. Hij werd door de Amerikaanse geheime dienst Triangle in Thailand. Laos, Cambodja en Birma produceert de meeste heroïne, maar Pakistan en Iran. Om het in verhoudingen uit te drukken: Triangle 300, Pakistan 700 en Iran 600. Daar komen dan nog bij gebieden als Afghanistan, Syrië en Libanon. De smokkel in verdovende middelen is het afgelopen jaar dus drastisch van patroon veranderd. De grondstof uit Zuidoost- Azië is schaars geworden. De Turken doken met hun prijzen ook omlaag. Dat alles betekent dat de Verdovende Middelen Centrale en de drugsbestrijdende afdelingen van de politie in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag (De Grote Vier genoemd) hun tactiek, hun tegenlisten en -lagen moesten herzien en aanpassen. Turken hebben een andere mentaliteit, een ander cultuurpatroon dan de Chinezen. De afstand van Turkije naar de Europese afnamepunten is aanmerkelijk kleiner dan die uit het Verre-Oosten. De controle is daardoor moeilijker. ook al omdat het s, kelder, 1 aonkam, ipkam.,2 stafel en I transport voor een groot deel over land, per auto, geschiedt. Vandaar dat er onlangs een Nederlandse delegatie naar Turkije is geweest om de connecties met de autoriteiten dóór steviger aan te knopen. Overwogen wordt, aldus commissaris Oosterbroek, om in navolging van Bangkokeen Nederlandse politieman in Turkije te stationeren. De Turken, die zowel in groepsverband - zij het minder sterk dan de Chinese triades dan wel als individu opereren, zijn vooral experts in het verbergen van de spullen in auto’s. De wagens worden helemaal uit elkaar gehaald en dan met de smokkelwaar erin aan elkaar gelast. Commissaris Oosterbroek: „Het is natuurlijk in wezen niet zo moeilijk het spul te verstoppen. En je kunt niet elke auto aan de grens volledig slopen, nog afgezien van de mensen en de tijd die je daarvoor moet hebben”. Het is list tegen list in deze wereld. Maar natuurlijk liggen de criminelen vóór op de politie. Oosterbroek: „de financiële balans is in hun voordeel. Ze kunnen alles kopen: vervoer, koeriers, snelheid. Het gaat om gigantische bedragen. De winstpercentages zijn enorm groot. Die lieden hebben niet veel werkelijk grote kosten. En de omzet in Nederland aan heroïnehandel is zo’n 500 miljoen gulden”. In Nederland kampt het opsporingsapparaat (dat zijn aantal Turkse specialisten nu heeft uitgebreid) met nog meer problemen dan alleen maar financiële. Het is ook geen dienst, die I Chinezen over Cv «WiWW »w I IW*I IM VW4VU III Wil VWIIIIMIiy IMWQIVI III I I IU( ^<0 ^Turken namen linUHIM* jaNBMj gearresteerd, nadat hij grote hoeveelheden vals geld in omloop had gebracht. Lustig had te hoog gegrepen en een basisregel overtreden. Het grote voordeel van de oplichter is namelijk dat zijn slachtoffer liever niet naar de politie stapt uit angst voor gek te staan. Maar door het in omloop brengen van vals geld bracht hij de economie van het land in gevaar en tegen de CIA kon ook hij niet op. Hij stierf aan een longontsteking in de gevangenis van Cleveland. Het boek „De zwendelaars” waarin deze verhellen en nog vele anderen op kostelijke wijze staan opgetekend is het lezen meer dan waard. Men krijgt in zekere zin er recpect voor oplichters door. Het is bijna jammer te lezen dat ze vrijwel altijd vroeg of laat tegen de iamp lopen. Het verhaal van Victor Lustig is er slechts één uit het boek dat verder onder meer het verhaal bevat van de schilder Han van Meegeren, de beroemdste Nederlandse oplichter. Ook de vervalste biografie van Howard Hughes komt men tegen alsmede de grootste bankzwendel aller tijden, die zich op hoog niveau in het begin van de jaren zeventig in Europa en Amerika afspeelde. De zwendelaars, of „The Confident Tricksters”, zoals de oorspronkelijke titel luidt, wordt in Nederland uitgegeven door Tiebosch uitgeversmaatschappij BV in Amsterdam. De prijs van het boek is 17,50. gekregen, men had in hoofdzaak te doen met transitovervoerzat nu ineens midden in de problemen. De handel concentreert zich nu op de Bondsrepubliek. Het alarmerende dodencijfer van drugsslachtoffers daar zegt veel: dit jaar al 600. (In Amsterdam alleen kwamen dit jaar trouwens ook al 42 meldingen binnen, twee maal zo veel dan in het vorig jaar, hetgeen ook op een duidelijke toename van heroïnegebruik wijst). Dat de Turken de markt hebben overgenomen is niet zo vreemd. Zelf kende men nationaal de handel, gebruik en teelt van verdovende middelen al lang. Denk aan de papaverteelt, die indertijd door de Amerikanen werd uitgekocht, maar herleefde sedert de Cyprus-oorlog toen de VS de gelden lees de wapenleveranties aan Turkije stopten. Turkije ligt als een sleutelgebied in het vervoer tussen Midden-Azië en Europa. De lijnen vanuit Zuidwest-Azië, ook dus voor verdovende middelen, liepen grofweg langs Istanboel en Ankara. En wat blijkt? Niet het gebied van de Gouden „Ja kijk es maat, als je de boel wil scheppen, trappen, palen, bijlen, oetsen, slingeren, belaze ren, benosselen, beseibelen, besjoemelen, besode mieteren, verlinken, verloenen, vemachelen of verneuken de hele handel kortom op link, op loene of in de veiling wil nemen dan moet je wel gis zijn, goochem, gekloft, gescheft, van kinds af aan op de wereld; je moet dus niet met een slappe gemaakt zijn. Pas ddn kan je ’t befietsen, versier je ’t, maak je 'm; dan zit-ie geheid, gescheten, voor z’n reet. Maar verkanker, verschud of versjteer je de zaak, dan ben je gepikt, dan kom je zélf achteruit, dan krijg je de kanen. Dan ga je door 't behang, sta je voor schut, met je kloten voor de mast; dan zit je met je pik in ’t zand. Dan kan je ’m maar beter peren, je pruim of je porum drukken en tabak halen bij Lub, want ’t is pleite, ’t is pisse. En als je je niet gedeisd houdt, dan zak je door het touw, dan ga je naar de barrebiesjes, naar de filistijnen, naar de kloten, naar de ratsmodee en je eindigt nog es in de krententuin, villa Duinzicht of hotel De Houten Lepel, voel je wel, ouwe bosneuker?” (Bron: Endt/Frerichs, Bargoens Woordenboek; uitg. Erven Thomas Rap). Toen de Chinezen hun lucratieve handel op grote schaal in Nederland ter hand namen (men schat de jaaromzet op zo’n 500 miljoen gulden, alleen wat heroïne betreft) betekende dat voor de Nederlandse overheid en opsporingsdiensten een volkomen nieuw probleem. Het was moeilijk een goed zicht te krijgen op die Chinese handelaren, diedoor hun culturele achtergronden wel thuis waren in die mysterieuze malafide negotie. De JU onderlinge moorden volgden elkaar snel op in de Chinese triades (zoals men trouwens nu al diverse Turkse moordpartijen in verband met de heroïnesmokkel kan brengen). In 1976, toen Amsterdam enkele jaren de twijfelachtige eer genoten had het centrum van de handel in Europa te zijn, werden de zaken in Nederland eindelijk stevig aangepakt. De politiële en justitiële poepen, die deze tak van misdaad intensiever gingen bestrijden, werden uitgebreid en kregen ook een betere opleiding, eerst in de VS en later op de eigen rechercheschool. De coördinatie werd verbeterd zowel nationaal als internationaal, er kwam een databank met gegevens, de training werd gespecialiseerd, er kwamen speciale assistentieverleners, de research en voorlichting werden geïntensiveerd. Een permanente bezetting van een post in Bangkok (nu twee man) trok het net ook wat strakker aan. Resultaat bleef niet uit. In 1978 en 1979, aldus commissaris J. Oosterbroek, plaatsvervangend hoofd Verdovende Middelen Centrale, vielen de grootste klappen bij de Chinezen. Er werden enkele belangrijke jongens gegrepen. De gangs versnipperden. 2000 Chinezen, illegaal in het land, werden uitgewezen. De kentering werd duidelijk zichtbaar in 1979. De greep van de politie werd groter (hoewel men dat relatief moet zien), vanuit Zuidoost-Azië werden slechte oogsten gemeld, de toestand werd er ook politiek labieler. Kortom, de vette jaren van de Chinezen lijken ten einde. vijf heren te bewerken: hij zou hen inwijden in een uiterst geheime zaak, waarvan slechts hij, de premier en de president van Frankrijk op de hoogte waren. De regering wilde de Eiffeltoren slopen en de vijf konden voor deze enorme opdracht intekenen. Hun offertes werden binnen vier dagen verwacht. Het bod van Lustigs slachtoffer kwam keurig op tijd binnen, maar Lustig liet de sloper nog enige tijd in onzekerheid alvorens het bod te accepteren. Het slachtoffer was dolblij en brak voor het eerst de geheimhouding door het verhaal aan zijn vrouw te vertellen. Deze was echter wat achterdochtiger dan haar man en bracht hem aan het twijfelen. Opeens had hij niet zo’n haast meer de reeds getekende cheque aan de plaatsvervangend directeur te overhandigen. Lustig merkte de aarzeling onmiddellijk en begon subtiel op het slachtoffer in te praten. Hij vertelde de schroothandelaar dat zijn functie als ambtenaar niet al te veel opbracht en dat het gebruikelijk was dat hij een kleine commissie ontving. Het slachtoffer begreep de bedoeling, trok zijn knip en overhandigde enkele briefjes van duizend francs. Alle twijfels waren bij het slachtoffer nu uit de weg geruimd. Steekpenningen, dat was iets dat hij begreep en eindelijk was hij er zeker van dat deze zaak klopte. Hij overhandigde de cheque. Nog die middag zaten Lustig en zijn maat in de trein naar Wenen. De weken erna lazen ze zorgvuldig de kranten. Er werd met geen woord over de hele affaire gerept. Lustig had de juiste persoon uitgekozen. De schroothandelaar bewaarde liever zijn trots en waardigheid dan dat hij zijn paar honderdduizend francs zou terugkrijgen. Drie weken later waren Lustig en Dappere Dan wederom in Parijs en verkochten de Eiffeltoren nog een keer. zichzelf zou kunnen bedruipen door het opsporen en dan door de staat verkopen van de grondstoffen. Want legaal zijn de verdovende middelen niet duur. Je zou het als het niet zo triest was een enorme windhandel kunnen noemen. Het is de verslaving, de vraag, die de prijs zo opdrijft in de illegale sector. In de loop der jaren is de politie ook van opsporingsmethoden veranderd. Ging het vroeger om het zoveel mogelijk in beslag nemen van stuf en daarbij het grijpen van de koeriers en kleine handelaren, men streeft er nu vooral naar om de grote mannen achter de schermen te pakken. Om dat voor elkaar te krijgen zijn er nogal wat problemen, behalve dan het gememoreerde verschil in financiële middelen. Commissaris Blaauw, chef van de centrale recherche in Rotterdam, geeft dat duidelijk aan: „De politie is nationaal en internationaal nog niet voldoende ingespeeld op de conspiratieve (samenzweerders) tactieken van professionele misdadigers. De politie is bovendien met handen en voeten gebonden aan wettelijke en andere voorschriften, die nog uit oude tijden spannen. Men maakt nog te weinig gebruik van de internationale communicatie- en informatieverwerkingsmogelijkheden. Er wordt te weinig internationaal gecoördineerd en er wordt nog te weinig aan langere-termijnplanning gedaan”. Wat die wetten betreft: in 1976 is er een nieuwe opiumwet gekomen, die de strafmaat onder meer wel heeft verzwaard (de zwaarste straf inzake harddrugs is twaalf jaar) en de verdovende middelen met name heeft genoemd en onderverdeeld in hard- en softdrugs, „maar”, aldus commissaris Oosterbroek, „wat de vervolgingsbevoegdheden betreft moeten we nog putten uit het oude wetboek van strafvordering”. Dit alles is ook van belang in de manier van bestrijding door middel van infiltranten in de criminele wereld. Over de ethische kant van deze zaak is nogal het een en ander te doen geweest en nog te doen. Wij hebben dat in deze krant al eerder aan de orde gesteld middels een interview met de Amsterdamse hoofdinspecteur Sietsma (24-9-’80). Ondanks alle moeilijkheden blijft de politie uiteraard zeer alert. Is het geen frusterend werk, omdat naar schatting slechts 3 5 procent van alle binnengesmokkelde harddrugs wordt gepakt (hasj 10%)? Commissaris Oosterbroek: „In zekere zin is het wel frustrerend, maar aan de andere kant zit er toch voldoening in ook. Neem het uit elkaar slaan van de Chinese groepen. En stel je eens voor dat er niets aan werd gedaan? Oplossen van het probleem zullen we nooit kunnen. We moeten de handel zo goed mogelijk controleren”. Dat die controle steeds weer attentie vraagt bewijst ook al weer het feit, dat de handel de kant van de cocaïne opgaat. Je zou van 1980 zelfs kunnen spreken van een cocaïnejaar. In die handel vanuit hoofdzakelijk Zuid-Amerika zitten veel Nederlanders. Men denkt kennelijk bij de gebruikers dat cocaïne minder gevaarlijk is dan andere harddrugs. Die gebruikers moeten trouwens nog afwachten met alle ellende en soms de dood tot gevolg of ze wel goede spullen hebben gekocht. Om bij die cocaïne te blijven. Er wordt tegenwoordig ook lidocaine verhandeld, spul dat op cocaïne lijkt. Het kost maar 81 per kg bij inkoop. Er is bekend dat er een pond lidocaïne werd verkocht voor 33.000 Overigens: in de grote trukendoos in Den Haag ontbreken nog de damescorsetten, die de Amsterdamse recherche „veroverde” op drie Chinese dames. Ze hadden er drie kilo heroïne mee gesmok keld. I De dubbele verkoop van de Eiffeltoren sisoleerd1 T_UAn« ,dNBM De narcotlcatang, zoals tekenaar R. v. d. Linde de aan- voerslljnen van verdovende midde len ziet. Een netje „Turkse” heroïne (6 kg) bo ven een autodlffe- rentleel. Een speciaal voor heroïnevervoer vervaardigd corset. Het bevatte bij de vangst een kilo van deze harddrugs. (Afbeeldingen uit het Algemeen Poli tieblad).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1980 | | pagina 27