Benosselen
:r$
sj
100,-
ZAT E=ïDAGS 3ijVOEGSEL
I
DE GROTE TRUKENDOOS STAAT IN DEN HAAG
en.
IJL.
CRI
JU
)P
N!
>M
Aanpassen
L
-
Wie zich voorneemt nooit te bedriegen, stelt zich bloot aan het gevaar vaak bedrogen te worden.
La Rochefoucauld
Dé grote trukendoos van Nederland staat in een voormalig klooster in Den Haag,
door Hans Rombouts
door Wouter Hendrikse
Daar staat achteloos in een grote kast een fiks aantal voorwerpen, waarin
verdovende middelen werden gesmokkeld. De eigenaars van deze spulletjes,
zoals uitgeholde hakken, doorgezaagde beeldjes, dubbele kofferbodems, holle
Nieuwe kapers
Volgende truc
Ik
lï
i
DEREN
gang is het prototype van een speciaal geprepareerde auto voor het vervoer van
heroïne, hashiesh, hennep enz. Dat ging een beetje moeilijk in de kloostergang.
Een zeker gegeven is in ieder geval wel, dat de smokkel met dat soort voertuigen
steeds meer toeneemt. Hoofdzakelijk, omdat de verdovende middelen sinds
enkele jaren niet meer in zo grote hoeveelheden uit Zuidoost-Azië (o.a. de
Gouden Triangle) maar uit Zuidwest-Azië (Pakistan, Afghanistan, Midden
oosten en Turkije) komen. De aanvoer gaat nu via Turkije. Per auto. Die
smokkelroute is nog moeilijker aan te pakken dan die via de luchthavens.
u
I-
I tegenwoordig het hoofdkwartier van de Centrale Recherchedienst en Interpol.
- Daar staat achteloos in een grote kast een fiks aantal voorwerpen, waarin
boeken, blikjes, zijn in het cachot terecht gekomen. Wat ontbreekt op die smalle
Ik heb diepe bewondering voor zwendelaars,
tenminste voor echte grote zwendelaars. Niet
de zogenaamde antiquair die een eigentijdse
tafel oud maakt, door er een schot hagel op af
te vuren, maar de jongens die het groter
aanpakken. Wereldberoemd zijn de verhalen
van de man die de Eiffeltoren verkocht aan
een stel Franse slopers of de truc met de
geldcopieermachine. Beide
superzwendelaars zijn door één man bedacht:
Victor Lustig.
Cocaïnejaar
/a
frJ
'c®
F
drugsmarkt
m een j aar van
>1*
laapkam
.000,- u
IIIIIIIIIIIW
2e toilet,
ir In hall
Maar nieuwe kapers verschenen op de
kust. Dat betekent dat het
opsporingsapparaat zich opnieuw moest
oriënteren, nu op de Turkse verdovende-
middeleninvasie. In het afgelopen jaar
namen de Turken de markt compleet
over. Dat werd vergemakkelijkt door de
grote massa Turken, die de laatste jaren
voor werkgelegenheid over Europa waren
uitgezwermd. Om een belangrijk gegeven
te noemen: in West-Duitsland zijn 1,2
miljoen Turken werkzaam. Voor West-
Duitsland, dat voordien nauwelijks in
prominente mate met de smokkel van
verdovende middelen te maken had
Eenmaal weer terug in de Verenigde Staten
bedacht Lustig de volgende truc: een machine die
geld copieerde. Aan deze zaak werd destijds door
de pers grote aandacht besteed.
Victor Lust ig reisde naar een mondain
vakantieoord en deed zich daar voor als een rijke
excentriekeling. Zijn Japanse chauffeur was voor
de gasten van het hotel waar Lustig logeerde al
meteen een onderwerp van gesprek. Al spoedig
merkten de andere hotelgasten dat „Graaf’
Lustig een wat vreemde man was. Hij stond
uiterst gereserveerd tegen elke openlijke poging
tot conversatie. In werkelijkheid echter
bespioneerde hij de gasten en aan het eind van de
week had hij de juiste man gevonden, die hij
inwijdde in zijn „grote geheim”
Lustig’s plan was even simpel als briljant. Wat
had hij gedaan? Voor enkele guldens had hij een
houten kistje in elkaar getimmerd met wat
knopjes en lampjes erop, zodat het er interessant
uitzag. Het was hèt apparaat om snel rijk te
worden: het houten kistje was de enige
geldcopieermachine op de wereld.
NHOUT
voorzien
m2, met
ram. met
lergrulm-
(orte ter-
T-vorm.
moderne
met bad
de beslo
et), grool
je. Ind.
teuken,
kamer,
kamer
lie-c.v..
lopsom
net
NHOUT
I uitzicht
dhuls
e om-
e en
Iders,
imers
rd en
iparte
verd.:
adka-
>n ka-
,- k.k.
vestiging
>ers, mei
i trappen
chte ratal-
enverem-
55,-) het
keringen,
zorgt. De
itsoen en
•keergele-
slaap!»
men
sten,
igen
mng
eid".
i van
eken
men
mze
tken
een
<omt
toe!
In Nederland is de invloed van de
Chinezen op de verkooplijnen van
verdovende middelen aanmerkelijk
afgenomen. De Turken namen binnen een
jaar de zaken voor een groot deel over.
Wat het er voor de recherche niet
gemakkelijker op heeft gemaakt, omdat
er nu eenmaal meer Turken (120.000) dan
Chinezen (4000) in ons land wonen. En
omdat de weg-grensovergangen door
Europese bepalingen steeds „opener’
worden.
Victor Lustig was een beroepszwendelaar van het
zuiverste water. Al heeft hij dan niet de grootste
bedragen geïncasseerd, hij was zonder meer de
origineelste èn hij zwendelde met stijl. Hij werd in
1890 in het Tsjechische Hestinne geboren en
stierf uiteindelijk in 1947 in de gevangenis van
Springield in het Amerikaanse Missouri.
Beroemd is het verhaal van de man die de
Eiffeltoren twee keer verkocht. In het door Colin
Rose geredigeerde boek „De zwendelaars” doet
free-lanceschrijver Elliot J. Mason deze
geschiedenis nauwgezet uit de doeken.
Het verhaal speelt zich af in de maand mei van
het jaar 1925 in de Franse hoofdstad. Victor
Lustig, of liever Graaf Lustig, zoals hij zich bij
voorkeur noemde, was vergezeld van een
compagnon, „Dapper” Dan Collins. Beide heren
voerden een toneelstuk op dat de Franse
sloperswereld zich tot op de dag van vandaag met
het schaamrood op de wangen herinnert.
Aanvankelijk wist Lustig nog niet hoe hij geld
moest verdienen in Parijs, maar een artikeltje dat
op 8 mei in de avondbladen verscheen bracht hem
op een idee. De inhoud van het stukje luidde dat
de Eiffeltoren nodig in de revisie moest, hetgeen
vele duizenden francs zou kosten. Het zou zelfs zo
duur zijn dat men overwoog de toren af te breken
in plaats van hem te repareren.
Lustig ging onmiddellijk aan de slag. Een kennis
vervalste voor hem het briefpapier van het
Ministère des Postes et Telegraphes, de officiële
autoriteit die verantwoordelijk was voor de
Eiffeltoren. Voorts stelde Lustig een grondig
onderzoek in naar de voornaamste ijzer- en
staalaandeelhouders en schroothandelaren in de
buurt van Parijs en ontdekte er één die precies in
zijn plan paste. Niettemin nodigde hij vijf
schrootkoningen uit voor een „vertrouwelijke
bijeenkomst”. Lustig stelde zich in een peperduur
hotel voor als plaatsvervangend directeur van het
ministerie. Als reden voor het feit dat de
vergadering in een hotel plaatsvond gaf hij op dat
het om zo een delicate zaak ging, dat zij niet op het
ministerie kon worden gehouden. Lustig begon de
Herman Loller was het slachtoffer van Lustig.
Een self-made staalmagnaat. Eenmaal met Loller
op zijn hotelkamer begon Lustig zijn toneelspel.
Hij draaide een honderd-dollarbiljet in de
machine en legde uit dat er nu een chemisch
proces in het apparaat van start ging, waardoor
het bankbiljet tot in de kleinste details werd
gecopieerd. Dit zou zes uur duren. Na de
voorgeschreven tijd maakte Lustig het apparaat
open en haalde er twee zelfde briefjes van
honderd dollar uit. Beide leken volkomen echt.
Dat kon ook niet anders, want ze wéren echt.
Alleen had Lustig het ene briefje voordat het
proces begon al in de machine gestopt. Lustig
overhandigde de verblufte Loller beide biljetten
en zei hem ze naar een bank te brengen ter
controle. De bankbediende zei wat Lustig al wist:
het geld was echt. Op dat moment was Loller
zonder het zelf te weten al het slachtoffer.
Hij vroeg aan Lustig of er nog zo’n machine op de
wereld bestond. Lustig antwoordde ontkennend.
Loller bood Lustig 25.000 dollar voor de machine.
Lustig overwoog het bod rustig. Dit was immers
het moment waar hij het meest van genoot: het
moment waarop het slachtoffer hem probeerde
over te halen. Lustig stemde uiteindelijk toe, en
liet de gelukkige staalmagnaat beloven nooit een
woord over de machine te reppen tegen anderen.
Binnen vier uur was Lustig uit het hotel
verdwenen. Maandenlang probeerde Loller de
machine. Natuurlijk zonder resultaat.
Aanvankelijk dacht hij dat hij iets fout deed en hij
bleef proberen. Pas na een jaar begon hij
verdenkingen tegen Lustig te koesteren en stapte
naar de politie.
Hoe was Lustig nu bij de eerste demonstratie aan
twee gelijke bankbiljetten gekomen? Welnu, heel
eenvoudig. Hij zorgde ervoor dat hij een biljet had
waarvan het laatste cijfer een drie was en één met
als laatste cijfer een acht. Van een drie maak je
tenslotte vrij gemakkelijk een acht. Het spreekt
voor zich dat de nummers van beide biljetten
verder identiek waren.
Toch liep Lustig uiteindelijk tegen de lamp. Hij
werd door de Amerikaanse geheime dienst
Triangle in Thailand. Laos, Cambodja en
Birma produceert de meeste heroïne,
maar Pakistan en Iran. Om het in
verhoudingen uit te drukken: Triangle
300, Pakistan 700 en Iran 600. Daar komen
dan nog bij gebieden als Afghanistan,
Syrië en Libanon.
De smokkel in verdovende middelen is het
afgelopen jaar dus drastisch van patroon
veranderd. De grondstof uit Zuidoost-
Azië is schaars geworden. De Turken
doken met hun prijzen ook omlaag.
Dat alles betekent dat de Verdovende
Middelen Centrale en de
drugsbestrijdende afdelingen van de
politie in Amsterdam, Rotterdam en Den
Haag (De Grote Vier genoemd) hun
tactiek, hun tegenlisten en -lagen moesten
herzien en aanpassen. Turken hebben een
andere mentaliteit, een ander
cultuurpatroon dan de Chinezen. De
afstand van Turkije naar de Europese
afnamepunten is aanmerkelijk kleiner
dan die uit het Verre-Oosten. De controle
is daardoor moeilijker. ook al omdat het
s, kelder, 1
aonkam,
ipkam.,2
stafel en I
transport voor een groot deel over land,
per auto, geschiedt.
Vandaar dat er onlangs een Nederlandse
delegatie naar Turkije is geweest om de
connecties met de autoriteiten dóór
steviger aan te knopen. Overwogen wordt,
aldus commissaris Oosterbroek, om in
navolging van Bangkokeen
Nederlandse politieman in Turkije te
stationeren.
De Turken, die zowel in groepsverband -
zij het minder sterk dan de Chinese
triades dan wel als individu opereren,
zijn vooral experts in het verbergen van
de spullen in auto’s. De wagens worden
helemaal uit elkaar gehaald en dan met
de smokkelwaar erin aan elkaar gelast.
Commissaris Oosterbroek: „Het is
natuurlijk in wezen niet zo moeilijk het
spul te verstoppen. En je kunt niet elke
auto aan de grens volledig slopen, nog
afgezien van de mensen en de tijd die je
daarvoor moet hebben”.
Het is list tegen list in deze wereld. Maar
natuurlijk liggen de criminelen vóór op de
politie. Oosterbroek: „de financiële
balans is in hun voordeel. Ze kunnen alles
kopen: vervoer, koeriers, snelheid. Het
gaat om gigantische bedragen. De
winstpercentages zijn enorm groot. Die
lieden hebben niet veel werkelijk grote
kosten. En de omzet in Nederland aan
heroïnehandel is zo’n 500 miljoen gulden”.
In Nederland kampt het
opsporingsapparaat (dat zijn aantal
Turkse specialisten nu heeft uitgebreid)
met nog meer problemen dan alleen maar
financiële. Het is ook geen dienst, die
I
Chinezen over
Cv «WiWW »w I IW*I IM VW4VU III Wil VWIIIIMIiy IMWQIVI III I I IU(
^<0
^Turken namen
linUHIM*
jaNBMj
gearresteerd, nadat hij grote hoeveelheden vals
geld in omloop had gebracht. Lustig had te hoog
gegrepen en een basisregel overtreden. Het grote
voordeel van de oplichter is namelijk dat zijn
slachtoffer liever niet naar de politie stapt uit
angst voor gek te staan. Maar door het in omloop
brengen van vals geld bracht hij de economie van
het land in gevaar en tegen de CIA kon ook hij niet
op. Hij stierf aan een longontsteking in de
gevangenis van Cleveland.
Het boek „De zwendelaars” waarin deze verhellen
en nog vele anderen op kostelijke wijze staan
opgetekend is het lezen meer dan waard. Men
krijgt in zekere zin er recpect voor oplichters
door. Het is bijna jammer te lezen dat ze vrijwel
altijd vroeg of laat tegen de iamp lopen. Het
verhaal van Victor Lustig is er slechts één uit het
boek dat verder onder meer het verhaal bevat van
de schilder Han van Meegeren, de beroemdste
Nederlandse oplichter. Ook de vervalste biografie
van Howard Hughes komt men tegen alsmede de
grootste bankzwendel aller tijden, die zich op
hoog niveau in het begin van de jaren zeventig in
Europa en Amerika afspeelde.
De zwendelaars, of „The Confident Tricksters”,
zoals de oorspronkelijke titel luidt, wordt in
Nederland uitgegeven door Tiebosch
uitgeversmaatschappij BV in Amsterdam. De
prijs van het boek is 17,50.
gekregen, men had in hoofdzaak te
doen met transitovervoerzat nu ineens
midden in de problemen. De handel
concentreert zich nu op de
Bondsrepubliek. Het alarmerende
dodencijfer van drugsslachtoffers daar
zegt veel: dit jaar al 600. (In Amsterdam
alleen kwamen dit jaar trouwens ook al 42
meldingen binnen, twee maal zo veel dan
in het vorig jaar, hetgeen ook op een
duidelijke toename van heroïnegebruik
wijst).
Dat de Turken de markt hebben
overgenomen is niet zo vreemd. Zelf
kende men nationaal de handel, gebruik
en teelt van verdovende middelen al lang.
Denk aan de papaverteelt, die indertijd
door de Amerikanen werd uitgekocht,
maar herleefde sedert de Cyprus-oorlog
toen de VS de gelden lees de
wapenleveranties aan Turkije stopten.
Turkije ligt als een sleutelgebied in het
vervoer tussen Midden-Azië en Europa.
De lijnen vanuit Zuidwest-Azië, ook dus
voor verdovende middelen, liepen
grofweg langs Istanboel en Ankara. En
wat blijkt? Niet het gebied van de Gouden
„Ja kijk es maat, als je de boel wil scheppen,
trappen, palen, bijlen, oetsen, slingeren, belaze
ren, benosselen, beseibelen, besjoemelen, besode
mieteren, verlinken, verloenen, vemachelen of
verneuken de hele handel kortom op link, op
loene of in de veiling wil nemen dan moet je
wel gis zijn, goochem, gekloft, gescheft, van
kinds af aan op de wereld; je moet dus niet met
een slappe gemaakt zijn. Pas ddn kan je ’t
befietsen, versier je ’t, maak je 'm; dan zit-ie
geheid, gescheten, voor z’n reet. Maar verkanker,
verschud of versjteer je de zaak, dan ben je
gepikt, dan kom je zélf achteruit, dan krijg je de
kanen. Dan ga je door 't behang, sta je voor schut,
met je kloten voor de mast; dan zit je met je pik in
’t zand. Dan kan je ’m maar beter peren, je pruim
of je porum drukken en tabak halen bij Lub,
want ’t is pleite, ’t is pisse. En als je je niet
gedeisd houdt, dan zak je door het touw, dan ga
je naar de barrebiesjes, naar de filistijnen, naar
de kloten, naar de ratsmodee en je eindigt nog es
in de krententuin, villa Duinzicht of hotel De
Houten Lepel, voel je wel, ouwe bosneuker?”
(Bron: Endt/Frerichs, Bargoens Woordenboek;
uitg. Erven Thomas Rap).
Toen de Chinezen hun lucratieve handel
op grote schaal in Nederland ter hand
namen (men schat de jaaromzet op zo’n
500 miljoen gulden, alleen wat heroïne
betreft) betekende dat voor de
Nederlandse overheid en
opsporingsdiensten een volkomen nieuw
probleem. Het was moeilijk een goed
zicht te krijgen op die Chinese
handelaren, diedoor hun culturele
achtergronden wel thuis waren in die
mysterieuze malafide negotie. De
JU onderlinge moorden volgden elkaar snel
op in de Chinese triades (zoals men
trouwens nu al diverse Turkse
moordpartijen in verband met de
heroïnesmokkel kan brengen).
In 1976, toen Amsterdam enkele jaren de
twijfelachtige eer genoten had het
centrum van de handel in Europa te zijn,
werden de zaken in Nederland eindelijk
stevig aangepakt. De politiële en justitiële
poepen, die deze tak van misdaad
intensiever gingen bestrijden, werden
uitgebreid en kregen ook een betere
opleiding, eerst in de VS en later op de eigen
rechercheschool. De coördinatie werd
verbeterd zowel nationaal als
internationaal, er kwam een databank
met gegevens, de training werd
gespecialiseerd, er kwamen speciale
assistentieverleners, de research en
voorlichting werden geïntensiveerd. Een
permanente bezetting van een post in
Bangkok (nu twee man) trok het net ook
wat strakker aan. Resultaat bleef niet uit.
In 1978 en 1979, aldus commissaris J.
Oosterbroek, plaatsvervangend hoofd
Verdovende Middelen Centrale, vielen de
grootste klappen bij de Chinezen. Er
werden enkele belangrijke jongens
gegrepen. De gangs versnipperden. 2000
Chinezen, illegaal in het land, werden
uitgewezen.
De kentering werd duidelijk zichtbaar in
1979. De greep van de politie werd groter
(hoewel men dat relatief moet zien),
vanuit Zuidoost-Azië werden slechte
oogsten gemeld, de toestand werd er ook
politiek labieler. Kortom, de vette jaren
van de Chinezen lijken ten einde.
vijf heren te bewerken: hij zou hen inwijden in
een uiterst geheime zaak, waarvan slechts hij, de
premier en de president van Frankrijk op de
hoogte waren. De regering wilde de Eiffeltoren
slopen en de vijf konden voor deze enorme
opdracht intekenen. Hun offertes werden binnen
vier dagen verwacht.
Het bod van Lustigs slachtoffer kwam keurig op
tijd binnen, maar Lustig liet de sloper nog enige
tijd in onzekerheid alvorens het bod te
accepteren. Het slachtoffer was dolblij en brak
voor het eerst de geheimhouding door het verhaal
aan zijn vrouw te vertellen. Deze was echter wat
achterdochtiger dan haar man en bracht hem aan
het twijfelen. Opeens had hij niet zo’n haast meer
de reeds getekende cheque aan de
plaatsvervangend directeur te overhandigen.
Lustig merkte de aarzeling onmiddellijk en begon
subtiel op het slachtoffer in te praten. Hij vertelde
de schroothandelaar dat zijn functie als
ambtenaar niet al te veel opbracht en dat het
gebruikelijk was dat hij een kleine commissie
ontving. Het slachtoffer begreep de bedoeling,
trok zijn knip en overhandigde enkele briefjes
van duizend francs. Alle twijfels waren bij het
slachtoffer nu uit de weg geruimd.
Steekpenningen, dat was iets dat hij begreep en
eindelijk was hij er zeker van dat deze zaak
klopte. Hij overhandigde de cheque.
Nog die middag zaten Lustig en zijn maat in de
trein naar Wenen. De weken erna lazen ze
zorgvuldig de kranten. Er werd met geen woord
over de hele affaire gerept. Lustig had de juiste
persoon uitgekozen. De schroothandelaar
bewaarde liever zijn trots en waardigheid dan dat
hij zijn paar honderdduizend francs zou
terugkrijgen. Drie weken later waren Lustig en
Dappere Dan wederom in Parijs en verkochten de
Eiffeltoren nog een keer.
zichzelf zou kunnen bedruipen door het
opsporen en dan door de staat
verkopen van de grondstoffen. Want
legaal zijn de verdovende middelen niet
duur. Je zou het als het niet zo triest was
een enorme windhandel kunnen
noemen. Het is de verslaving, de vraag,
die de prijs zo opdrijft in de illegale sector.
In de loop der jaren is de politie ook van
opsporingsmethoden veranderd. Ging het
vroeger om het zoveel mogelijk in beslag
nemen van stuf en daarbij het grijpen van
de koeriers en kleine handelaren, men
streeft er nu vooral naar om de grote
mannen achter de schermen te pakken.
Om dat voor elkaar te krijgen zijn er
nogal wat problemen, behalve dan het
gememoreerde verschil in financiële
middelen. Commissaris Blaauw, chef van
de centrale recherche in Rotterdam, geeft
dat duidelijk aan: „De politie is nationaal
en internationaal nog niet voldoende
ingespeeld op de conspiratieve
(samenzweerders) tactieken van
professionele misdadigers. De politie is
bovendien met handen en voeten
gebonden aan wettelijke en andere
voorschriften, die nog uit oude tijden
spannen. Men maakt nog te weinig
gebruik van de internationale
communicatie- en
informatieverwerkingsmogelijkheden. Er
wordt te weinig internationaal
gecoördineerd en er wordt nog te weinig
aan langere-termijnplanning gedaan”.
Wat die wetten betreft: in 1976 is er een
nieuwe opiumwet gekomen, die de
strafmaat onder meer wel heeft
verzwaard (de zwaarste straf inzake
harddrugs is twaalf jaar) en de
verdovende middelen met name heeft
genoemd en onderverdeeld in hard- en
softdrugs, „maar”, aldus commissaris
Oosterbroek, „wat de
vervolgingsbevoegdheden betreft moeten
we nog putten uit het oude wetboek van
strafvordering”. Dit alles is ook van
belang in de manier van bestrijding door
middel van infiltranten in de criminele
wereld. Over de ethische kant van deze
zaak is nogal het een en ander te doen
geweest en nog te doen. Wij hebben dat in
deze krant al eerder aan de orde gesteld
middels een interview met de
Amsterdamse hoofdinspecteur Sietsma
(24-9-’80).
Ondanks alle moeilijkheden blijft de
politie uiteraard zeer alert.
Is het geen frusterend werk, omdat naar
schatting slechts 3 5 procent van alle
binnengesmokkelde harddrugs wordt
gepakt (hasj 10%)? Commissaris
Oosterbroek: „In zekere zin is het wel
frustrerend, maar aan de andere kant zit
er toch voldoening in ook. Neem het uit
elkaar slaan van de Chinese groepen. En
stel je eens voor dat er niets aan werd
gedaan? Oplossen van het probleem
zullen we nooit kunnen. We moeten de
handel zo goed mogelijk controleren”.
Dat die controle steeds weer attentie
vraagt bewijst ook al weer het feit, dat de
handel de kant van de cocaïne opgaat. Je
zou van 1980 zelfs kunnen spreken van
een cocaïnejaar. In die handel vanuit
hoofdzakelijk Zuid-Amerika zitten veel
Nederlanders. Men denkt kennelijk bij de
gebruikers dat cocaïne minder gevaarlijk
is dan andere harddrugs.
Die gebruikers moeten trouwens nog
afwachten met alle ellende en soms de
dood tot gevolg of ze wel goede spullen
hebben gekocht. Om bij die cocaïne te
blijven. Er wordt tegenwoordig ook
lidocaine verhandeld, spul dat op cocaïne
lijkt. Het kost maar 81 per kg bij inkoop.
Er is bekend dat er een pond lidocaïne
werd verkocht voor 33.000
Overigens: in de grote trukendoos in Den
Haag ontbreken nog de damescorsetten,
die de Amsterdamse recherche
„veroverde” op drie Chinese dames. Ze
hadden er drie kilo heroïne mee gesmok
keld.
I De dubbele verkoop
van de Eiffeltoren
sisoleerd1
T_UAn«
,dNBM
De narcotlcatang,
zoals tekenaar R. v.
d. Linde de aan-
voerslljnen van
verdovende midde
len ziet.
Een netje „Turkse”
heroïne (6 kg) bo
ven een autodlffe-
rentleel.
Een speciaal voor
heroïnevervoer
vervaardigd corset.
Het bevatte bij de
vangst een kilo van
deze harddrugs.
(Afbeeldingen uit
het Algemeen Poli
tieblad).