Prof. Odell waarschuwt voor angst
"1
ZATERDAGS 3ÜVOEGSEL
Het oerbedrog
mV
SS,*
ifUi
i
30
Wij vergieten vaak tranen, die ons zelf bedriegen na anderen te hebben bedrogen.
La Rochefoucauld
-)
door Hans Rombouts
Eigen ministerie
door Léon Klein Schiphorst
1
EN B.V
In den beginne was het woord
En 't woord was leugen
De luchten trilden van de namen
Der dingen die tenslotte nooit ge
schapen zijn
Aankondiging van wat zich nooit
voltrok
Beloften heilig maar onuitgesproken
En nimmer ingelost
Zo leef ik met mijn ingeboren
Verwachting hunk’ring dorst
En weet dat van 't begin der tijden
Nog nooit één wens
Tot werkelijkheid geworden is
Te midden van het vluchtige onbe
zoedeld
De diamant onzer eerste en laatste
waarheid
En de enige De dood
Voorbeeldig zonder keerzij
Betrouwbaar ongerept nauwkeurig.
Die roepen om een zekerheid
Roepen de dood aan
Die zich niet ontbieden laat
De dood, de dood
O lieve dood, stik dooie dood
J. Greshoff
(Uit: „Wachten op Charon Gedich
ten 1958-1960”; uitg. Nijgh Van
Ditmar
Zelf prijs opjagen
Oliemaatschappijen
Zichzelf te bedriegen, zonder het
te merken, is even gemakkelijk als
het moeilijk is anderen te bedrie
gen, zonder dat zij het merken.
La Rochefoucauld
Bi
Meer produceren
EN B.V
s
Ochtend. De auto legt een bijna menselijke weerzin aan de dag.
Tegensputterend komt de motor op gang en de zuigers draaien
rochelend hun eerste rondjes in het motorblok. Op zo’n moment kun
je daar begrip voor opbrengen. Alsof de techniek zich solidair wil
verklaren met jouw gemoedstoestand. Alle begin is moeilijk, maar
vroeg opstaan daar wen je nooit aan. Stuiptrekkend schud je het
laatste restje bedwarmte van je af. Rillend en omzichtig schik je het
onderlichaam in de koude kunstleren stoelzitting. De rest gaat
vanzelf. Als een robot laatje handelingen elkaar opvolgen. Het licht
aan, de handrem los, ontkoppelen, schakelen en rijden maar. De
nieuwe werkdag is begonnen.
Politiek
Al pratend met professor Peter Odell, twaalf hoog in het gebouw van de Erasmus
Universiteit in Rotterdam, kom je meer en meer tot de conclusie dat het
angstaanjagende beeld van binnenkort uitgeputte gas- en olievoorraden op de
wereld in zekere mate een vorm van volksbedrog is. Odell zegt bijvoorbeeld dat
West-Europa zelf naar zijn schatting een gasvoorraad van 8500 miljard kubieke
meter heeft (om misverstanden te vermijden kalkt hij dit getal nog eens op het
schoolbord in zijn kamer). De behoefte per jaar is minder dan 200 miljard. Dit jaar
kwam ongeveer 160 miljard uit eigen produktie (twintig procent van het totale
gebruik bereikte ons o.a. uit Rusland). Dat is voldoende voor ruim 50 jaar. Aan
olie uit de Noordzee komt er dit jaar 150 miljoen ton. Naar zijn schatting verbergt
het water van de Noordzee 11 miljard ton olie. Genoeg dus voor zeker 20 25
jaar, als de productie naar 500 miljoen ton zal gaan. Alléén uit de Noordzee.
Jfe' -•
Energietekort
eigenlij k
*1
volksbedrog?
VERWORDING OP
SNELWEG
;kring,
ntal.
eis-
iver-'
ling,
nde-
werkt
brengen. Nu is er alleen de doffe
berusting.
Nergens tekent de verwording van
onze samenleving zich zo scherp af
als in de dagelijkse files. Om het
begin van de dag zo lang mogelijk
uit te stellen en de reistijd toch nog
enigszins nuttig te besteden,
worden veel noodzakelijke
activiteiten uitgesteld tot de
autotocht. De verkoop van
snoerloze scheerapparaten beleeft
dank zij de file gouden tijden. Er
wordt op grote schaal ontbeten in
de auto’s. En er is tijd genoeg om de
ochtendkrant te spellen. Dat lezen
vergt een zekere handigheid van de
bestuurder. Hij moet zijn aandacht
verdelen tussen het nieuws en de
weg. Dat leidt doorgaans tot een
vermakelijk soort ja-knikken. Niet
iedereen is daar even bedreven in,
zo kunnen schade-experts van
verzekeringsmaatschappijen
bevestigen
Toch betrap ik mezelf erop datje
leert leven met de file. Je krijgt de
gelatenheid over je die je ook
aantreft bij mannen, die zich door
hun vrouw hebben laten overhalen
mee te gaan om inkopen te doen. Bij
de warenhuizen zie je ze tussen de
rekken kleren met verongelijkte
gezichten gelaten hun lot
ondergaan. Het is dezelfde
apathische blik, waarmee je veel
automobilisten voor zich ziet
uitstaren. Zelf blijf ik op de been
door mijn lotgenoten te observeren.
Je moet een afleiding zoeken om
niet knettergek te worden. Mijn
vader bestreed op lange autoritten
de verveling door ons als jongens de
Aan dat opjagen van de prijs doen de
landen, die zelf over energievoorraden
beschikken (zoals Nederland bijv.) hard
mee. Zij gaan namelijk zelf ook minder
produceren onder het motto: je moet
zorgen wat voor later achter de hand te
hebben. Ze kopen olie en gas aan. Voor de
170 miljoen vaten per dag geleverd
kunnen worden (8500 miljoen ton per
jaar)” (de olieconsumptie in 1972 was in de
niet-communistische wereld 45 miljoen
vaten per dag, 2250 miljoen ton per jaar).
Odell citeert voorts de heren Inglis en
Jamieson van BP: „Er zal altijd genoeg
olie zijn om de behoefte te dekken”
(woorden gesproken in de beginjaren
zeventig).
Er is in tien jaar natuurlijk veel veranderd
op het gebied van de energievoorziening.
De oliemaatschappijen met name zagen
hun macht en invloed zeer ingeperkt
worden. En zij zagen en zien daarom de
toekomst met somberte tegemoet. Alsof
de olie mèt de directiezetels van de
multinationals in de Arabische (en
andere) gebieden in het niet was
verdwenen. Nü verzekeren juist de
oliemaatschappijen dat het zeer, zeer
somber is gesteld met de
energievoorziening. Een forse zwaai
achterwaarts dus op het slappe koord van
de internationale handelsmarkt, waar de
OPEC (organisatie van olie-exporterende
landen) nu de dienst uitmaakt.
De OPEC, ook rijk voorzien van listige
mannen, sloot zich, aldus professor Odell,
natuurlijk aan bij de vreesaanjagende
nieuwe uitspraken van Shell, Gulf, BP en
andere. De OPEC, die in enkele jaren nu
een min of meer hecht oliekartel gevormd
heeft, zegt ook, dat somberte geboden is.
Daarmee kan de kraan wat naar rechts
gedraaid worden bij de produktie (het
aanbod wordt dan kleiner) en de prijs
wordt verhoogd.
Zo kan met iedereen het opbrengen
rustig zijn beurt af te wachten.
De van nature ongeduldigen blijven
prijs die de OPEC vraagt. En diezelfde
OPEC kan de kraan nog iets meer naar
rechts draaien, zodat de toevloed aan olie
nog minder wordt, de prijs hoger enz. enz.
hardnekkig zoeken naar listen om
stukken file over te slaan. De
parkeerplaatsen en benzinestations
zijn enkele mogelijkheden voor zo’n
arglistige inhaalmanoeuvre. De
ongedurige automobilist wendt een
plaspauze of tankstop voor en
Zou het dan niet nuttig zijn, dat ons land
een speciaal ministerie voor energie zou
krijgen?
jaar na de boringen de gegevens op tafel
moeten komen. Er wordt hier veel te
geheimzinnig mee gedaan”.
voor dit geweld plaats maakt. Deze
heren in het verkeer rijden
doorgaans tot vlak onder je
achterbumper door en geven als
dat niet genoeg is om je weg te
jagen lichtsignalen. Dan verdient
het aanbeveling met de linkervoet
even het rempedaal aan te tippen.
Een geheimzinnigheid, die de gewone
burger de indruk geeft, dat er achter de
muren gesjoemeld wordt. Neem nu
gesprekken, die er gevoerd zijn (en
wellicht nog gevoerd worden) met het
Saoedische staatsolie bedrijf Petromin.
Het blad Platt’s Oilgram News meldde dat
Nederland (als staat) een contract zou
gaan sluiten met Saoedi-Arabië over de
levering van ongeveer 5 miljoen ton olie
per jaar. Minister Van Aardenne ontkent
dat het om een bilateraal („tweelandig”)
contract gaat. Wie dan wel met de
Saoedi’s praat? Dat zal later bekend
worden, zegt de minister (aldus de NRC)
geheimzinnig. Bekend is wel, dat Shell
voor Petromin een raffinaderij bouwt in
Jubail. Shell is dan voor het eerst
betrokken bij levering van olie uit Saoedi-
Arabië. Allemaal toevallig? We vragen het
Odell. Hij glimlacht fijntjes.
Hzijdig,
it in4
:ht.
ïrwijs
joek;
voof-
o’n
dan
ins,
en
vens
,t. 1
Professor Odell nu trekt ten strijde tegen
die angst voor een snel voor de deur
staand energietekort. „De landen buiten
de OPEC zouden juist veel meer moeten
gaan produceren. Dan duw je de
internationale prijzen terug. De olieprijs
ligt nu al bijna op 40 dollar per vat. Over
een langere termijn zou dat tot 15 20
dollar teruggedrongen kunnen worden.
Als er maar een goed energiebeleid werd
gevoerd. Daar is nog steeds weinig of niets
van te merken”.
Professor Odell: „Op 11 februari 1971
schreef ik al in de New Society dat het
nodig was om een goede internationale
energiepolitiek, inclusief rantsoenering
van olie, uit te stippelen onder de titel
„Against an oil cartel”. Ik voorzag de
kartelvorming van de OPEC en het
opjagen van de prijzen. In december 1970
had de OPEC immers besloten om stevige
controle op de prijsvorming te gaan
uitoefenen. Driejaar gebeurde er
helemaal niets van de kant van de olie-
importerende landen. Totdat de oorlog in
het Midden-Oosten in 73-74 voor de eerste
grote oliecrisis zorgde. De volgende crises
(verstoting van het sjah-regime en de
huidige oorlog Irak-Iran) openden de
ogen wat meer. Maar wat was er met de
prijs gebeurd? Die was sedert 1970
dank zij de OPEC en de angst van de
andere landentot het tienvoudige
opgelopen, terwijl de consumptie in de
niet-communistische wereld sinds 1973
(crisis) jaarlijks slechts met 0,75 procent
toenam. Ter vergelijking: in de 25 jaar
vóór 1973 was die groei ongeveer 7,5
procent per jaar”.
Duidelijk, aldus professor Odell, die in
1978-79 de Engelse regering als advisuer
diende (hij schreef een rapport „British
Oil Policy: a radical alternative”), is de
waanzinnig gestegen prijs het loon van de
angst.
dan kan worden voorgesorteerd,
wijken automobilisten al uit naar
de vluchtstrook. Met grote snelheid
wordt de file binnendoor ingehaald.
Sta je toevallig met een lekke band
of kokende radiator langs de kant
van de weg, dan wordt de vouw uit
je broek gereden.
Wie zich niet te buiten gaat aan dit
soort piraterij kan zijn lol niet op,
als hij na enige tijd een bermfile op
de vluchtstrook passeert. Het
portier van de eerste auto staat dan
meestal open en door de knieën
gezakt zit daar op het asfalt een
witgejaste rijkspolitieman
opgewekt notities te maken in een
opschrijfboekje.
Overigens is ook professor Odell vóór het
terugdringen van het energiegebruik. „We
kunnen niet eindeloos onbeperkt
doorgaan”. Hij staat op en loopt naar het
raam, dat een schitterend uitzicht biedt op
de Brienenoordbrug. „Kijk nou, al die
auto’s in die files. Dat is toch eigenlijk te
gek om los te lopen. Elke werkdag weer
hetzelfde. Dèt onder controle brengen
behoort natuurlijk ook tot een goed
energiebeleid”.
pro
pose
we-'
De man met file-ervaring weet dat
trucs niet helpen. Toch blijven er
automobilisten die zich altijd snel
aansluiten bij de rijstrook die in
beweging komt. In een soort slalom
hopen ze sneller hun reisdoel te
bereiken. Wie keurig op zijn
weghelft blijft, ziet ze later weer
terug. Het is net als bij de
supermarkt. De kassa met de
kortste rij garandeert nooit datje
sneller op straat staat. De vrouw
voor je kan alleen maar met groot
geld betalen en het wisselgeld is op
(even de chef roepen) of er is wel
weer; een betaalpas vergeten en
daar moet ook iedereen aan te pas
komen.
Al die tegenvallers leiden weer tot
teleurstellingen en opkroppende
woede. Ongezond voor hart en
bloedvaten. En wie onwel wordt in
een file is slecht af. Kom je aan de
kant van de weg terecht, dan kun je
langer op hulp wachten dan de
alleenwonende man die van zijn
keldertrapje stort. Daar belt vroeg
of laat de meteropnemer aan. In de
file heeft al het ingeblikte chagrijn
alleen maar oog voor de bumper
van de auto die voor hem uitrijdt.
Soms kom je er niet onderuit zelf
corrigerend op te treden. Zo zijn er
autobestuurder^ die aan de omvang
en motorinhoud van hun
vervoermiddel menen bepaalde
rechten te kunnen ontlenen. Ze
verwachten datje met heilig ontzag
gebruiken. Dat drukt de internationale
prijs. Met alle gunstige gevolgen voor onze
economie. Zo lang we bang zijn, blijft de
internationale prijs stijgen. Angst is een
slechte raadgever. Het gaat er om de korte
termijn (van zo’n vijf jaar) te overbruggen
naar een grote eigen produktie”.
En Odell komt weer met cijfers: „Ik heb in
1973 gezegd, dat rond de begiiyaren
tachtig meer dan de helft van de olie- en
gasvoorziening van West-Europa uit de
Noordzeevoorraden geleverd zou kunen
worden. Dat zou wat wat olie betreft 200
miljoen ton moeten zijn. Maar dat is nu
nog maar ongeveer 160 170 miljoen ton.
Uit de Engelese en Noorse velden. Dat
komt omdat er nog geen geïntegreerde
politiek is om de produktiemogelijkheden
te maximaliseren”.
„In het Noordzeegebied zijn er ongeveer
300 gas- en oüevelden ontdekt. Daarvan
zijn er nu nog maar vijftig in
ontwikkeling. Nederland heeft zestig
velden, waarvan twaalf in ontwikkeling.
Dat is niet meer dan twintig procent. De
ontginning vraagt hier veel tijd. Voordat
een maatschappij een vergunning heeft,
gaan er minstens achttien maanden
overheen”.
opdracht te geven de koeien te
tellen. Maar in de file gebeuren
genoeg andere beestachtige dingen.
„Het is geen kwestie van de bronnen niet
hebben natuurlijke energie is er
voorlopig genoeg maar van politieke
beslissingen. Onze angst voor
energielevering op lange termijn is niet
juist. Er moeten zo snel mogelijk
maatregelen genomen worden om onze
eigen bronnen te exploiteren en ze niet stil
te laten liggen als een soort wissel op de
toekomst. Die wissel is juist: zelf veel
produceren en zo min mogelijk
1 janu-
■nd I
sn) I'
inan-
aat i
Odell: „Dat zou inderdaad nuttig en bijna
noodzakelijk zijn. Energievoorziening
valt nu onder Economische Zaken. Een
eigen ministeriële post, zoals in landen als
Engeland, Noorwegen, de Verenigde
Staten en Canada het geval is, zou van
groot belang zijn. Het is een urgentie van
de eerste orde, onze energietoevoer. Er i's
meer dan genoeg te doen, zoals op de
Noordzee, waar we méé hebben, dat de
ligging gunstig is, niet te diep. De
olievelden bij Schoonebeek bevatten nog
volop (zware) olie. Dank zij nieuwe
technische methoden kunnen we denken
aan een produktie van misschien 40
procent van de geschatte voorraad van 2
miljard vaten. In Groningen en Zeeland
zijn enkele diepboringen gedaan. Het
resultaat daarvan is nog niet bekend”.
Vanwaar toch die geheimzinnigheid bij
resultaten van onderzoekingen als het om
olie of gas gaat) (Odell is in het verleden
nogal eens voor fantast uitgemaakt als hij
met zijn cijfers kwam, waarna hij later
gelijk bleek te hebben).
Professor Odell: „Tja, dat zit ’m
waarschijnlijk onder meer in de aard van
het Nederlandse overheidsstelsel. Het is
hier niet wettelijk verplicht om informatie
te geven, zoals bijv, in Canada, waar een
verlaat snel de file om inplaats
van te stoppen in een ruk door te
rijden en zo’n vijftig auto’s
verderop weer in te voegen. Erg
populair is ook het vroegtijdig
afslaan. Kilometers voor de
onderbroken krijtstreep aangeeft
Citeren is leuk om dingen te
bevestigen. Ontwaken is als
geboren worden, heeft eens iemand
gezegd. Die uitspraak wil ik graag
opvoeren. Als eerste kind die de nog
ongeschonden moederschoot
verliet, moet het een benauwd
avontuur zijn geweest. Daarom
blijft de geboorte van een nieuwe
dag voor mij mijn leven lang een
zware bevalling. Daarmee is ook
verklaard waarom de dagelijkse
tocht naar mijn bureau een
terugkerende plaag moet zijn. Het
blijft een afschuwelijke manier om
de dag te beginnen.
De opgewektheid waarmee de radio
je de problemen in het vooruitzicht
stelt, is op zichzelf al een reden om
uit rancune geen luistergeld meer te
betalen. „Voor de Velsertunnel
staat een file van zes kilometer”,
klinkt het pesterig. Wat moetje met
die informatie. Flauwekul. Dat ding
staat er elke dag en hij wordt er niet
minder lang door. Toevallig moet
iedereen op datzelfde onmenselijke
tijdstip door die tunnelbuis onder
dat kanaal door. Vanaf het viaduct,
dat de auto naar de ingang van deze
mallemolen leidt, heeft het uitzicht
nog iets fascinerends. Als een
landingsbaan op een vliegveld trekt
de onafzienbare rij oplichtende
achterlichten een rode streep tot
zover het oog reikt. Het vooruitzicht
,weer snel vaste grond onder je
voeten te voelen, kan je in een
vliegtuig tot groot enthousiasme
De perfecte oplossing voor alle file
problemen had een oude kameraad
van mij gevonden. Hij schafte zich
bij een autohandelaar een
gebruikte ziekenwagen aan. De
brancard werd er uitgesloopt
Achterin was het, in zachte kussens
met boeken en drankjes binnen
handbereik goed toeven voor de
passagiers. De ramen bleven
geblindeerd en ook de drietonige
hoorn werkte nog uitstekend.
De snelheid blijft gelijk, maar het
remlicht vlamt onheilspellend op.
Schuddend zie je de achteropkomer
daarop in je achteruitkijkspiegel
kleiner worden. Zoiets heeft
natuurlijk wel een
dominosteneneffect, maar als
iedereen de juiste afstand in acht
neemt, blijft het bij de schrik. De
meest brutalen willen nog weleens
een poging wagen je binnendoor te
passeren. Gedraag je dan als een
beginnend automobilist, die
onwennig en op een laat moment de
richtingaanwijzer „uitsteekt” om
aan te geven datje weer naar rechts
gaat. Succes vérzekerd: de
onverlaat keert op zijn schreden
terug. Zo zijn er heel wat manieren
om je ongenoegen kwijt te raken en
toch nog opgewekt aan je dagtaak
te beginnen.
Odell laat het niet alleen bij cijfers, die hij
zelf op tafel legt. Hij begeeft zich in
gezelschap van bijv. ir. Hols, toen hoofd
t produktieafdeling Shell, die in 1972
f schreef: „Rond het jaar 2000 zullen er in
de niet-communistische wereld aan olie
Professor dr. Peter R.
Odell is een Britse
deskundige op het ge
bied van olie- en ener
gievoorziening. Hij is
hoogleraar in de eco
nomische en geogra
fische aardrijkskun
de aan de Rotterdam
se Erasmus Univer-
stieit. Hij is o.a. lid
van het Institute of
Petroleum en de In
ternational Associa
tion of Energy Econo
mists. Hij trad in
1977-78 op als advi
seur van de Britse re
gering. Volgend jaar
treedt hij af als hoog
leraar en gaat zich
dan geheel wijden
aan het Centrum voor
Internationale Ener-
giestudie, dat in het
kader van de econo
mische faculteit van
de Erasmus Universi
teit in Rotterdam
wordt opgericht. Pro
fessor Odell is 50
jaar.
I