Werk minder zwaar, psychische belasting groter
Burgerij - mag meepraten over inpoldering
Inspraak over Markerwaard
O
Continudienst
is bedreiging
van gezondheid
Verzuim wegens
ziekte groot in
havenbedrijven
1980
MAANDAG 29 DECEMBER
6
(Van een onzer verslaggevers)
Personeelsvoorziening
Automatisering
Aandachtspunten
Prognoses
HAARLEM. Wie het belang
in ziet van een goede ruimtelijke
ordening kan het nieuwe jaar
goed beginnen. Gedurende het
eerste kwartaal van 1981 is het
mogelijk mee te doen aan de in
spraak met betrekking tot de
Markerwaard. Zoals bekend
heeft het kabinet Van Agt/Wiegel
gemeend te moeten kiezen voor
inpoldering van de Marker
waard. Een kwalijk idee, vinden
velen. Hoe men er ook over denkt,
tot 15 april kan men zijn of haar
reacties opsturen naar Inspraak
PKB (PKB betekent Planologi
sche Kern Beslissing) nota
mMarkerwaard, Postbus 97611,
2509 GA Den Haag.
IJMUIDEN. Technologische
ontwikkelingen hebben een gun
stige uitwerking op het begrip
„zwaar werk”. Daartegenover
wordt een duidelijke toename ge
signaleerd van zogenoemde „psy
chische belasting” als gevolg van
grotere verantwoordelijkheid
voor kostbare installaties en vei
ligheid. Ook het verschijnsel, dat
het menselijk handelen in toene
mende mate ondergeschikt wordt
aan steeds verdergaande verfijn
de technische systemen, mist zijn
uitwerking niet. Aan de wer
kende mens worden steeds hoge
re opleidingseisen gesteld. Het
benutten van kennis en ervaring
wordt echter slechts in uitzonde
ringsgevallen aangesproken om
dat zijn taak in toenemende mate
een controlerende is, waarbij
slechts in geval van storingen
daadwerkelijk handelend moet
worden opgetreden. Het gevolg is
niet zelden een gevoel van „on
derbenutting”.
Br
u.:
en
en
L.45
de landbouw is ermee gebaat;
gegevens
lt-
ag
en
>er.
)-12
tel.
zat.
str.,
,De
3.30
19
en
Natuurlijk is er gezorgd voor informatie
en begeleiding van de insprekers. Op ver
zoek van het Rijk heeft het Opbouwor-
De georganiseerde inspraak start met een
aantal informatieavonden in januari. In
woners van Haarlem en omstreken kun
nen het beste de informatieavond bij wo
nen, die op maandag 19 januari in gebouw
De Hoeksteen aan de Jan van Galenstraat
10 wordt gehouden. Deze bijeenkomst be
gint om acht uur.
Uit gesprekken met werknemers is ko
men vast te staan dat gebruikmaking van
neelsinkrimping leiden. Ongeschoolde ar
beid kan daarbij relatief een belangrijk
aandeel blijven uitmaken van het totale
arbeidsbestand.
Bij de geïntegreerde havenbedrijven is
nog sprake van veel zwaar en vuil werk.
Werkkrachten daarvoor worden vaak be
trokken uit de zogenoemde „havenpool”.
het vestedelijkingsbeleid kan er mee
worden ondersteund;
Onderzoek te Apeldoorn) onderzocht de
invloed van de technologische ontwikke
ling op de kwaliteit van de arbeid.
De NOK (Nederlandse Organisatie
Kring te Utrecht) verrichtte het onder
zoek naar de kwaliteit van de arbeid.
doordat er ruimte beschikbaar komt
kan er op het oude land ruimte be
schikbaar komen voor verstedelijking
recreatie, natuurbehoud en structuur
verbetering in de landbouw;
nieuwe natuurgebieden kunnen tot
ontwikkeling komen;
de ruimte die beschikbaar komt geeft
op de lange termijn meer mogelijkhe
den in het ruimtelijk beleid;
de bosbouw krijgt grote mogelijk
heden;
noemen) een groot militair oefenter
rein;
wetenschap en techniek kunnen nieu
we impulsen krijgen.
Tegenover deze voordelen (waarvan er
zeker een aantal zijn die door lang niet
iedereen als „voordeel” worden ge
waardeerd) staan de volgende nadelen:
personeelsvoorzieningsproblema-
de grote watersport (zeilsport) verliest
een belangrijk gebied;
de beroepsvisserij heeft juist in de rij
ke visgronden een kleiner watergebied
tot zijn beschikking. De visopbrengst
zal verminderen.
Werk in havenbedrijven is vaak bijzonder
zwaar Het ziekteverzuim in deze bedrijfssec
tor is opmerkelijk hoog.
17-
id
4e-
10-
m).
3e-
itie
Ge-
u.
571)
ams
tel.
het
n,
ks
el.
16
id.
lis
sen
V
155)
lam
ino-
439)
m”,
tel.
nen
1,
>n.
ito-
fen
on-
tel.
n 5
14-
nt-
irs-
an-
i. V
4-
zan
u.
de oppervlakte van het huidige waar
devolle zoetwatematuurgebied neemt
af;
bij
wa
rn
at.,
ine
•ize
itie
nd-
m).
ies-
31
’ar-
san
ac-
21
1de
ng:
Ke-
ind
11-
>n-
•01
en
ün-
18
13-
al.
12
Jm
112
45-
97).
de
Ise,
sra-
in-
ari-
di.
07-
Sia
ur.
le
ur,
es-
>si-
zo.
96).
ars.
m-
ina
31
rt,
la
ng
jn
u.
sr-
!g,
m-
m-
iet
ra
1.
al
le
en
se
ll-,
10-
Verder zal inpoldering onder meer als
gevolg hebben, dat enkele belangrijke
soorten watervogels in aantal zullen afne
men. Voor andere vogelsoorten ontstaan
daarentegen nieuwe mogelijkheden. De
cultuurhistorische waarde van de Noord-
hollandse oostkust zal door inpoldering
worden aangetast. De inpoldering zal to
taal ongeveer 1000 miljoen gulden kosten.
De waarde van de gewonnen landbouw
grond zal ongeveer 2000 miljoen zijn. De
nadelen van de inpoldering zijn echter
maar zeer ten dele in guldens uit te
drukken.
Het onderzoek werd begeleid door een
sub-commissie van de Commissie Zee-
havenoverleg, (sinds eind 1980. Voorlo
pige Nationale Havenraad), onder voor
zitterschap van K. Lewin, oud-directeur
Algemeen Arbeidsvoorzieningsbeleid en
adviseur van de Minister van Sociale
Zaken.
Gekozen werd voor de zogenoemde
„case-study” methode. Dat wil zeggen,
een onderzoeksmethode waarbij wordt
getracht via bestudering van een be
perkt aantal gevallen - in het onderhavi-
In de geïndustrialiseerde landen hebben
zich de laatste decennia spectaculaire ver
anderingen voorgedaan in de relatie
werkgelegenheid en produktie. Na 1965
ging binnen de EG de groei van produktie
niet meer gepaard met een evenredige
groei, na 1973 zelf met een relatieve afna
me, van de werkgelegenheid. Als belang
rijkste verklaring daarvoor is het kosten
besparende vermogen van de moderne
techniek bij een toenemende produktie.
Vooral in de olieraffmage en petroche
mie, die altijd al behoorden tot de bedrijf
stakken met een hoge automatiserings
graad, wordt verdergaande automatise
ring nagestreefd. In deze sector bestaat
dus veel operatorswerk; het controleren
en bedienen van hoogwaardige meet- en
regelapparatuur. Hier speelt met name
dat door het controlerende karakter van
het werk de capaciteiten van de werkers
onvolledig worden benut, met als gevolg
extra psychische belasting.
Ook in de basismetaal wordt meer en
meer automatisering en mechanisering
toegepast die op lange termijn tot perso-
daartoe eveneens over de gegevens van de
inspraak. Als deze beslissing eenmaal is
genomen, duurt het indien inderdaad
tot inpoldering zou worden besloten
nog wel 13 15 jaar eer men met de
inrichting van de polder zou kunnen be
ginnen. En oplossing voor de ruimtelijke
problemen van dit moment is de inpolde
ring van het Markermeer dus zeker niet.
Voordelen van inpoldering zouden on
der meer zijn:
Het voorlopige plan van het kabinet
behelst een inpoldering van 41.000 hectare
van het huidige Markermeer. Rekening
houdend met de inspraakresultaten, be
paalt het kabinet over ongeveer een jaar
zijn definitieve standpunt. Daarna moet
in de Tweede Kamer het plan van de
regering worden besproken en vervolgens
af- of goedgekeurd. De Kamer beschikt
sprake van fysieke belasting. Blootstel
ling aan chemische stoffen, onveiligheid,
stofhinder, extreme temperaturen en la
waai. De volcontinudienst wordt ervaren
als een duidelijk negatief element in het
arbeidsproces. Het veroorzaakt versto
ring van het etmaalritme, de gezinssitua
tie en de sociale contacten. Volcontinu
wordt vaak echter als een onvermijdelijk
gegeven beschouwd. De betrokkenen ge
nieten een inkomen dat circa 35 percent
hoger ligt dan dat van collega’s in dag
dienst. De kans is echter groot dat om
streeks de 50- tot 55-jarige leeftijd de
mensen in volcontinudienst ziek worden
en in de WAO belanden. Waar verbetering
van de omstandigheden op korte termijn
niet haalbaar lijkt wordt vaak volstaan
met financiële compensatie.
Opmerkelijk is het dat werkgevers bij
het overwegen van verbetering van ar
beidsomstandigheden meer kijken naar
de kosten dan naar de opbrengsten daar
van, zoals bijvoorbeeld daling van het
(ziekte)verzuim. Over de omvang van der
gelijke „opbrengsten” bestaat vaak geen
inzicht.
Aandacht voor directe veiligheid (het
voorkomen van ongevallen) is op alle hiër
archische niveaus groot. Maar een nog
meer preventief gerichte veiligheidszorg,
bijvoorbeeld vervanging van gevaarlijke
materialen, grondstoffen of produktie-
processen, door minder gevaar opleveren
de alternatieven krijgt geen primaire aan
dacht.
De
tiek wordt voor een niet te verwaarlozen
deel bepaald door de kwalitatieve aspec
ten die door velen als „onaangenaam” of
„onvoldoende” worden ervaren. Dit is te
vens af te leiden uit de bij het onderzoek
verzamelde gegevens.
In de olieraffmage, de chemie en de
basismetaal wordt het steeds moeilijker te
voorzien in ftincties in de volcontinu
dienst. Op de duur lijkt financiële com
pensatie onvoldoende aantrekkelijk om
jonge mensen er voor te interesseren. Des
ondanks bestaan er bij verschillende be
drijven concrete plannen om op volconti
nudienst over te schakelen.
Verhoudingsgewijs kampt dè sector ba
sismetaal met de grootste wervingspro
blemen. De ruimte om onaangename ar
beidsomstandigheden financieel te com-
iet,
ob,
-17
ge geval bedrijven - een antwoord te
vinden op de probleemstelling.
Daar op deze wijze verzamelde gege
vens niet als representatief kunnen gel
den voor een bepaalde populatie, is het
zaak conclusies met de nodige voorzich
tigheid te hanteren. In totaal werden in
de daartoe uitgekozen gebieden 26 „ca-
se-studies” verricht bij 19 bedrijven. Bij
de selectie van die bedrijven, waarvan er
enkele door 2 of 3 instituten werden
bezocht, werd een minimum omvang
van 250 werknemers aangehouden.
er ontstaan nieuwe mogelijkheden
voor bijzondere bestemmingen zoals
een tweede nationale luchthaven of
(als men dat een „voordeel” zou willen
er ontstaan nieuwe mogelijkheden
voor de kleine watersport, de verblijfs-
recreatie en de dagrecreatie;
penseren is gering omdat een relatief
hoog aandeel van de arbeidskosten drukt
op de produktiekosten. Als gevolg van
automatisering en andere technische en
organisatorische veranderingen verwacht
men een verdergaande afslanking van het
personeelsbestand in de produktiesfeer.
Personeelsvoorziening bij havenbedrij
ven in het Eemsmondgebied levert geen
problemen op. Dit in tegenstelling tot bij
voorbeeld het Nieuwe Waterweggebied.
Het zijn de onvermijdelijke fluctuaties in
de hoeveelheid werk die „inlening van
personeel” tot een normale zaak maken.
In deze sector is, op een enkele uitzonde
ring na, het ziekteverzuim opmerkelijk
hoog. Het is echter duidelijk dat de perso
neelsvoorziening in de uitvoerende sfeer
problemen oplevert en in sommige geval
len zelfs een knelpunt vormt.
Nadere informatie daarover hoopt men
te krijgen uit een deelonderzoek dat wordt
ingesteld door het NEI (Nederland Econo
mische Instituut). Dat onderzoek dient
tevens ter voltooiing van het door de Com
missie Zeehavenoverleg ingestelde onder
zoek naar de kwalitatieve aspecten van de
arbeidsmarktontwikkeling in zeehaven-
gebieden.
Voor nadelige verschijnselen als ziekte
verzuim, verloop en dergelijke tonen be
drijfsleidingen wel veel aandacht. De in
strumenten om deze ongemakken terug te
dringen worden veelal extern gezocht.
Volgens de onderzoekers heeft men nau
welijks oog voor mogelijkheden binnen
het eigen investerings- en sociale beleid
om de kwaliteit van de arbeid te verbete
ren en daarmee de arbeidsbevrediging te
verhogen. Men lijkt te zeer vertrouwd met
het gebruik dat kosten van ziekteverzuim
en arbeidsongeschiktheid worden omge
slagen via de bedrijfsverenigingen.
De rapportage van de Commissie Zee
havenoverleg wijst in de afsluiting van de
door haar opgedragen studie, op een aan
tal punten die bij de vaststelling van een
toekomstig beleid de nodige aandacht
eisen.
Voor kwaliteit van arbeid, zo wordt ge
steld, bestaan geen duidelijk geldende
normen. Bezwarende omstandigheden
zijn vaak niet meetbaar. Maar elementen
als lawaai, stank, vuil, fysiek zware belas
ting, sociaal gering aanzien, lage beloning
en onregelmatige werktijden kunnen in
het algemeen als „ongunstig” worden be
oordeeld. Dergelijke bezwarende factoren
werden tijdens het onderzoek veelvuldig
aangetroffen. Het management zal in een
zo vroeg mogelijk stadium deze aspecten
moeten betrekken bij strategische besluit
vorming.
Concern-, ondememings- dan wel be
drijfsleidingen, zullen voortdurend moe
ten blijven zoeken naar minder risicodra
gende materialen of grondstoffen uit oog
punt van preventieve veiligheidszorg.
Belangstelling van de zijde van perso
neel kan worden gemobiliseerd door dat
personeel te betrekken in overleg en daad
werkelijk rekening te houden met naar
voren komende inzichten en opvattingen.
Dit geldt niet alleen voor zaken die zich
beperken tot arbeidsomstandigheden.
Tenslotte wordt ook op de overheid een
beroep gedaan. Met name toezicht bij de
naleving van de Arbeidsomstandigheden
wet, die bevordering van het welzijn van
werknemers verplicht stelt. Het zou een
goede zaak ztfn om in samenwerking met
de sociale partners bepaalde criteria tot
ontwikkeling te brengen ten aanzien van
gewenste kwaliteit van arbeid.
Speciale aandacht van werkgevers en
werknemers is vereist om te komen tot
varianten op de bestaande organisatie
van volcontinudiensten. Daarmee zou mo-
geljjk een deel van de gebleken bezwaren
kunnen worden opgeheven. Het is echter
een zaak van de overheid om door voort
gezet onderzoek een goed inzicht te krij
gen in de medische en sociale aspecten
van de volcontinudienst. Daarmee zou
men zich een oordeel moeten vormen over
de wijze waarop de kwaliteit van de ar
beid in dat opzicht kan worden verbeterd.
ELI VLESSING
Het NEI (Nederlands Economisch In
stituut) onderzoekt de ontwikkeling van
„vraag en aanbod” op de arbeidsmarkt
in de zeehavengebieden. Dit onderzoek
is nog niet afgesloten.
een eenmaal genomen beslissing en
uitgevoerd besluit is onomkeerbaar.
Gedane zaken nemen geen keer. Het
ruimtelijk beeld van ons land wordt
definitief en zeer ingrijpend veran
derd. De gevolgen daarvan zijn niet te
overzien;
Reeds in 1970 werd door een sub-com
missie van de Commissie Zeehavenover
leg een onderzoek ingesteld naar de ar
beidsvoorziening in de zeehavengebieden.
In het eindresultaat van dat onderzoek
(1977) lag het accent op de kwantitatieve
aspecten van de problematiek. Overleg
van de Commissie met de Raad voor de
Arbeidsmarkt, de Regionale Arbeids
markt Noord-Holland en het Ministerie
van Sociale Zaken resulteerde in het be
sluit om ook de kwalitatieve aspecten van
de arbeidsmarktontwikkelingen in zeeha
vengebieden aan een onderzoek te onder
werpen. Daarbij zou gebruik worden ge
maakt van een viertal onderzoekinstitu
ten elke met een specifieke deskundigheid
en ervaring. Bij het opstellen van ramin
gen van vraag en aanbod op de arbeids
markt werd, in verband met de onzekere
economische vooruitzichten, besloten
1985 aan te houden als jaar waarop de
uiting gekomen. Van een systematische
aanpak van bezwarende arbeidsomstan
digheden is geen sprake.
De invloed van Provincie en Gemeente
is uitermate gering. Deze overheden heb
ben indirect invloed op arbeidsomstan
digheden middels uitvoering van milieu
wetgeving en de Hinderwet. Hoewel de
effecten daarvan zijn bedoeld voor men
sen „in de omgeving” van de fabriek,
heeft men er ook binnen het bedrijf voor
deel van.
Invloed van bedrijfsleiding en werkne
mers op zogenoemde primaire arbeids
voorwaarden in de meeste gevallen per
bedrijfstak of concern bij CAO (Collectie
ve arbeidsovereenkomst) geregeld, is
betrekkelijk gering. Per bedrijfstak zijn
er in de drie onderzochte zeehavengebie
den geen opvallende verschillen in de
CAO’s. Het havenbedrijf maakt daarop in
zoverre een uitzondering dat de bruto
salarissen het laagst zijn in het Eems
mondgebied en het hoogst in het Nieuwe-
Waterweggebied.
nieuwe cultuurhistorische
komen beschikbaar;
Deze tendensen, geregistreerd in een
onderzoek naar de kwalitatieve aspecten
van de arbeidsmarktontwikkeling in zee
havengebieden, zullen zich naar de on
derzoekers verwachten ook in de toe
komst naar alle waarschijnlijkheid voort
zetten. Het onderzoek, in 1977 in gang
gezet door de Commissie Zeehavenover
leg, werd verricht in het Nieuwe-Water-
weggebied, het Noordzeekanaalgebied en
het Eemsmondgebied. In die gebieden wa
ren olieraffmage, chemie, basismetaal en
het geïntegreerde havenbedrijf de secto
ren die in het onderzoek werden be
trokken.
Volgens de Commissie zijn de studie-
rechten niet specifiek voor deze onder
zochte sectoren, maar meer in het alge
meen van toepassing op het gehele be
drijfsleven.
gaan Noord-Holland de inspraakbegelei-
ding in Noord-Holland op zich genomen.
li).
rti-
van
oed
Aibeidstreugde lijdt
O «I
|onde|jautomatisering
in zeehavengebieden
Volcontinudienst kan verstoring veroorzaken van etmaalritme, de gezinssituatie en de
sociale contacten.
computers de bestaande gezagsstructuur
binnen bedrijven stimuleert. Dat althans
het „eigen initiatief’ van de werkers wei
nig kans krijgt. Op dergelijke arbeidsver
houdingen kan werk- en vertegenwoordi
gend overleg niet tot ontwikkeling komen.
Technologische en economische mogelijk
heden zijn bepalend voor het produktie-
proces. Daaruit kan worden afgeleid dat
niet of te weinig wordt uitgegaan van het
principe dat de mens dat werk doet waar
voor hij geschikt is of dat hij (graag) zou
willen doen. Werk is overwegend routine
matig, nauwelijks uitdagend en bij sterk
geautomatiseerde processen soms erg
vervelend.
Als in dergelijke situaties wijziging
komt dan is het meestal een „gelukkige”
bijkomstigheid van een verandering in
het produktieproces op grond van techno
logische of economische overwegingen.
Waar sprake is van een roulerende taak
verdeling lijkt dat, volgens de rappor
teurs, op een soort „eerlijk” verdelen van
de ellende.
Bezwarende omstandigheden worden
vaak door de OR (ondernemingsraad) of
de betrokkenen aan de orde gesteld. Hoe
wel, met name de OR vaak over goede
faciliteiten beschikt en de ondervraagden
het instituut belangrijk vinden, wordt de
invloed ervan nog niet erg groot geacht.
Gelijkwaardig overleg tussen bedrijfslei
ding en OR is in geen der onderzochte
bedrijven bereikt. Wel is er duidelijk spra
ke van een toenemende invloed van de
vakorganisaties op „hun” leden in de OR.
De toenemende invloed van de OR is
echter een proces dat traag verloopt. De
geringe interesse van de achterban lijkt
daar niet vreemd aan.
Hoewel de Rijksoverheid in principe
over middelen beschikt om de kwaliteit
van de arbeid te beïnvloeden (wetgeving,
stimulerende maatregelen en voorbeeld
werking) is de uitwerking daarvan in de
praktijk uitsluitend in materiële zin tot
Bewaking van verfijnde technische systemen leidt makkelijk tot een gevoel van ..onderbe
nutting" bij geschoold personeel
verwachtingen zich zouden moeten con
centreren. Een onzekere factor bij het
vaststellen van prognoses, is onder meer
de produktietechnologie; voortschrijden
de containerisatie in het haven- en
overslagbedrijf en de opkomst van micro-
elektronica met zijn toepassingsmogelijk
heden voor de procesindustrie gaan gep
aard met ingrijpende consequenties- voor In vrijwel alle bedrijfstakken is toch nog
zowel de kwantiteit als 4e kwaliteit van de.
werkgelegenheid.
Bij het formuleren van suggesties voor
het opheffen van knelpunten met betrek
king tot de kwaliteit van de arbeid, werd
de inventarisatie van die knelpunten aan
gevuld met de bevindingen daarvan, zoals
die in een eerder stadium waren gedaan
door organen binnen en buiten de onder
nemingen.
Het onderzoek naar de kwalitatieve
aspecten van de arbeidsmarktontwikke
ling in zeehavengebieden werd opgezet
in vier deelprojecten. Voor de uitvoering
daarvan werd een beroep gedaan op
terzake specifiek deskundige onderzoe
kinstituten.
Het IVA (Instituut voor Sociaal Weten
schappelijk Onderzoek te Tilburg) on
derzocht de kwalitatieve discrepanties
tussen vraag naar en aanbod van arbeid.
Het TNO (Centrale Organisatie voor
Toegepast Natuur-Wetenschappelijk
V
•Enkhuizen
Markerwaard
Vblendam
'Almere