Kunstschilder Henk Willemse overleden s Toch Westduitse uitgave omstreden boek Mephisto Scène Russische Bodem valt uit Bewegingsstudio saai in roulette in Deer Hunter dodelijk herschi/drinks keucki! Tijger, tijger: Ordening die pijn doet 1 ^nieuwe boeken j dB i Russen verfilmen boeken Mark Twain Strijd tussen schijn en werkelijkheid in roman Doeschka Meijsing ^11 1980 DECEMBER Z 'L Roman Klaus Mann ondanks verbod uitgegeven Belofte van spanning wordt niet ingelost i; Privé-verleden 16 ^WOENSDAG 3 1 17 KUNST 1 JONGE DUBBELE GRAANJENEVER ft .r.. 11 F/-5, r F dt Q i f (ADVERTENTIE) T/j ’•ft (Van onze kunstredactie) Doeschka Meijsing. bibliotheek A 4259 WIM VOGEL. Gustaf Gründgens (archiefafbeelding). Ook daarmee komen we niet veel verder. Zo’n informatie, daar kom ik niet uit. (ADVERTED TIE) KO VAN LEEUWEN ■ml De ontwikkeling van Meij sings hoofd personen is een logische. Robinson uit haar romandebuut (1974) weet zich uit eindelijk volkomen geïsoleerd en voelt zich slachtoffer. In De kat achterna komt de hoofdpersoon tot het inzicht dat het alleen met jezelf leven ook positieve kanten heeft en aanvaardt dat leven dan ook. In Tijger, Tijger maakt zij zich emotioneel los van oude familiebanden. Wat zijn nou precies karakterportretver- halen met analoge klankcollages? Dat kan alles zijn. Wanneer ik „Zie ginds komt de stoomboot” zing, dan kan daar met gemak Voorstelling: Bodem valt uit. Mimografie en samenstelling Sjoerd Schwibettus. Groep: Bewegingsstudio, Amsterdam. Spelers Sybrig Dokter. Ad Rijsdijk, Gail Dockery, Benno Voorham, Sjoerd Schwibettus. Muziek Michael Vatcher. Decor Toon Snelder en Ruben Huele. Kostuums Gail Dockery en Anneke Mulder Première 30 december 1980, Toneelschuur, Haarlem. Doeschka Meijsii dam 1980. Uitgevei „De sfeer is deels geïinspireerd op 3reughel in karakteristieken van bewe ging”, zo luidt de informatietekst verder. Tijger, tijger. Amster- I Querido, prijs: 17,90. AMSTERDAM (ANP). De Amster damse kunstschilder Henk Willemse is afgelopen dinsdag op 65-jarige leeftijd in zijn woning aan de Nieuwendijk in de hoofdstad overleden, naar gisteren be kend is geworden. De crematie heeft in middels plaatsgehad. Het gaat hier om prachtig bedachte vol zinnen die elke controle onmogelijk ma ken omdat ze op zich niets concreets te melden hebben. „Deels geïnspireerd” en „analoge klankcollage”, prietpraat waar we niet verder mee komen. Maar hij is de enige die werkelijk interes sant blijft in zijn grote vindingrijkheid tot oproepen van illustratieve klanken in ve lerlei kleur. De mimespelers, ook al blij ven ze nog zo intens en gedreven bezig, gaan vervelen. Er ontwikkelt zich een saaiheid die omgekeerd evenredig is met de intentie waarmee gespeeld wordt. He laas, op deze manier ontgaan mij de nieu we kleren van de keizer, waarvan ik het bestaan niet wil ontkennen. Daarop verbood de rechtbank de roman. Er ontstond een merkwaardige situatie, want diegenen die Manns boek wilden lezen, konden de roman ongehinderd in het buitenland kopen. Ook verschenen er talloze hoofdstukken op de Duitse markt. leert het meisje al heel jong liefde te veinzen, ze doet als of, ze speelt toneel en speelt zelf de hoofdrol en niemand die dat in de gaten heeft. Ze ontwikkelt zich wat dat betreft tot een „geboren leuge naarster”. Maar de haat komt ook wel degelijk tot uiting. Als de ontkenning haar te gortig wordt, beeldt ze zich in de jongen M. te zijn, een held uit een jon gensboek die zijn angsten, gepersonifi eerd in een tijger, weet te overwinnen door het bloeddorstige dier te vermoor den. Als zij zich de jongen M. noemt, valt voor haar haar omgeving weg, dan kan ze zelfs haar ergste vijand, haar moeder, aan en voelt ze zich onkwetsbaar. De ordening die de hoofdpersoon aan brengt in het familiearchief van de Eer ste Hollandsche Glasfabriek wordt in het tweede deel (blz. 43 t/m 80) zo duide lijk dat Mevrouw Vrouwenvelder haar medewerking inperkt. Het is alsof zij terugschrikt voor de noodlotsymfonie die uit al die gebroken levens opstijgt. Zij wantrouwt het inzicht, zij is bang voor de macht die iedere ordening nu eenmaal met zich mee brengt. Het derde deel (blz. 81 t/m 109) speelt in Venetië, de stad van de mist maar ook de stad van het glas. Opvallend is dat dit derde deel, in tegenstelling tot de eerste twee delen, geschreven is in de tegenwoordige tijd. De hoofdpersoon hoopt in Venetië haar laatste gegevens voor haar eindverslag bij elkaar te krijgen. Volgens de tekst op de achterkant van het boek slaagt zij daar niet in. Ik deel die mening niet helemaal. Want wat is feitelijk haar onderzoek? In wezen toch het nagaan van haar verhouding met De reden van het publikatieverbod was dat in Mephisto de eer en goede naam zou zijn aangetast van de in het Derde Rijk en later beroemde en geniale regisseur en toneelspeler Gustaf Gründgens (1899- 1983). De hoge rechters waren van mening dat de bescherming van de persoonlijk- MOSKOU (UPI). De avonturen van Tom Sawyer en Huckleberry Finn, naar de twee boeken van de Amerikaanse auteur Mark Twain (1835-1910), zullen in de Sovjet-Unie worden verfilmd. Naar het persbureau Tass maandag be kendmaakte, gebeurt dit onder regie van Stanislav Govoroechin, die ook het scena rio schrijft. Hij heeft eerder een film ge maakt naar het boek Robinson Crusoe van Daniel Defoe. Herschi Pub van zuiver mineraal water, zuiver gg plantaardige smaakstoffen en uitsluitend natuurlijke suikers, zonder onnatuurlijke smaak- en kleurstoffen! loensbroek, tel. (045) 21 17 77 De „Dame op leeftijd”, Bella Vrouwen velder, is de laatst overgeblevene, alle anderen zijn verongelukt, hebben zelf moord gepleegd, zijn spoorloos Verdwe nen of zijn gewoon der-jaren-zat dood gegaan. Nog voordat ze met haar ar- chiefwerkzaamheden begint, stelt de hoofdpersoon vast dat ook hóór wereld een chaos is: „Ik had kort geleden nog gedacht dat ik op het punt gekomen was dat ik begreep voor niets op de hele wereld meer bang te hoeven zijn. Aan diggelen was dat gevoel. Alles lag veel dichter bij huis”. De parallel ligt voor de hand: zij ordent twee geschiedenissen, een feitelijke en een emotionele, een afstandelijke en een persoonlijke; beide ordeningen vullen elkaar aan en vallen uiteindelijk op de laatste bladzijdes van deze subtiele roman samen. In één van haar eerste verhalen,Tem poris acti, introduceert Doeschka Meij sing, een persoon die op een universi teitsbibliotheek werkt. Het is haar taak hét kaartsysteem bij te houden, een werkje dat zij zelf als volgt interpre teert: ik ben „aangesteld om een stukje van de chaos van het heelal te bedwin gen in kaartenbakken”. Dezelfde werk zaamheden worden verricht in de ro man De kar achterna (1977) en zij wor den ook daar gezien als een opdracht om samenhang te brengen in de werke lijkheid. Op de strijd tussen schijn en werkelijkheid, tussen leugen en waar heid is ook Meijsings derde roman Tij ger, tijger gebouwd en ook hier betekent het ordenen van allerlei verouderde pa pieren voor de opnieuw naamloze hoofdpersoon de aanleiding om ook haar eigen verleden te ordenen en daar door haar heden in kaart te brengen. Wat Bewegingsstudio in Bodem valt uit laat zien is een samenstelling van bewe gingen die in het begin van de avond nogal wat spanning belooft. Het eerste kwartier zit je nieuwsgierig te kijken, gretig de bewegingen volgend. De muziek, gemaakt op vertikaal hangende bamboestammen (analoge klankcollage) wordt door Mi chael Vatcher voortreffelijk uitgevoerd. Zo als de geschiedenig van de Glas familie langzamerhand gedeeltelijk ge stalte krijgt, zo wordt ook het privé- verleden met mondjesmaat zichtbaar. Grootmoeders, tantes en oudtantes dui ken op maar waar het feitelijk op neer komt is dat de verhouding met haar moeder bijzonder problematisch is. In al haar herinneringen is er sprake van een koele afstandelijkheid die geen ruimte biedt aan liefde en genegenheid. Als gevolg van deze voortdurende afwijzing Willemse, een van oorsprong expressio nistisch schilder, besteedde in zijn werk onder meer aandacht aan Amsterdam en zijn haven. Hij was daarnaast een man van grote sociale bewogenheid, die zich intensief bezighield met het functioneren van de beeldende kunstenaar in de sa menleving. Zo was hij in 1969 nauw be trokken met de acties van de Beroepsver eniging van Beeldende Kunstenaars (BBK) en de bezetting van de Rembrandt- zaal van het Rijksmuseum. Verder is Willemse enige tijd verbonden geweest aan het fysiologisch instituut van de rijksuniversiteit Utrecht, waar hij zich bezighield met de onderwijsprojectgroep kunst en sociale verandering. Het was voor deze schilder een bittere pil toen eerder dit jaar een tentoonstelling van zijn werk in Museum Fodor in de hoofdstad niet door kon gaan in verband met geldgebrek. BONN. Begin januari komt een opmerkelijk boek op de Duitse markt. De uitgeverij Rowohlt heeft namelijk besloten om de in 1936 voltooide roman „Mephisto” van Klaus Mann in pocketvorm (344 bladzijden, 7,80 mark) uit te brengen. Het opmerkelijke is dat dit boek, met de ondertitel „roman van een carrière”, in de Bondsrepubliek nog altijd verboden is. Dit verbod dateert van 1968 en werd in 1971 door de hoogste rechterlijke instantie in de Bondsrepubliek bevestigd. Nieuw materiaal zou aantonen dat Klaus Mann inderdaad geen „sleutelroman” heeft geschreven. Verder gelooft de uitge ver dat de publieke opinie en de rechter anno 1981 minder vooringenomen zullen zijn dan destijds. Zij accepteert dat zij haar leven wenst te delen met, zo als ze het hele boek door genoemd wordt, de professor. Een vrouw die, nogal ongebruikelijk in de moderne literatuur, als romanfiguur op de laatste bladzijde zelf de pen opneemt en een nawoord schrijft waardoor zij, als in een roman van Louis Ferron, het spel tussen fantasie en werkelijkheid nog net iets ingewikkelder maakt. De structuur die Doeschka Meijsing een analoge klankcollage bij worden be dacht, dacht ik. Daar zijn voorbeelden van. Niettemin valt er op Tijger, Tijger heel wat aan te merken, zeker formeel. Het motto van de roman luidt als volgt: „I think that a good piece of glasswork preserves, at its best, a form reflecting the human breath which has shaped it, and that its shape must be a moment in the life of the glass, fixed in the instant of cooling”. Dit citaat, ontleend aan Maurice Marinot, bevat eigenlijk alles: de hoofdpersoon voelt zich gevormd door haar moeder en wel op een koele manier die definitief blijkt te zijn. Op zichzelf is dat motto dus uitstekend ge kozen en je vraagt je af waarom de schrijfster zo uitvoerig die toch wat schimmige glasfamilie zo uitgebreid aan bod laat komen. Het gevolg hiervan is dat de structuur nogal geforceerd is. Geforceerd doet ook het plezante na woord van de professor aan. Weliswaar sluit zij uitstekend aan bij een passage in de tekst waarin de hoofdpersoon zich herinnert op jonge leeftijd As you Like it van Shakespaere gezien te hebben maar omdat zij bijna de hele roman afwezig is, lijkt haar plotselinge ver schijning op de laatste pagina wat al te veel op een goedkope goochelaarstruc. Toch zijn deze bezwaren voor mij niet doorslaggevend. Wat na lezing overblijft, is het beeld van iemand die probeert emotioneel schoon schip te ma ken. Natuurlijk veroorzaakt dat een leegte, maar tegelijkertijd biedt die weer alle kansen voor de toekomst want waar leegte is, is ruimte. Het verbod van Mephisto bleef echter bestaan, wat voor de jury van het aan de Bondsrepubliek gewijde Russell-tribu- naal, onder andere een bewijs was voor het feit dat er in West-Duitsland hier en daar sprake is van censuur. Vorig jaar regisseerde Ariane Mnouch- kine van het Théatre du Soleil in Parijs een toneelstuk op basis van Klaus Manns roman. De belangstelling daarvoor in de Bondsrepubliek was zeer groot. Het stuk werd in Berlijn opgevoerd, de televisie besteedde er aandacht aan en een draai boek met 50 foto’s kwam voor 18 mark op de Duitse markt. De justitie greep niet in, noch klaagde Gründgens aangenomen zoon Gorski. Ro wohlt gaat ervan uit dat de pocket-uitgave van Mephisto niet zal worden bedreigd door rechterlijke stappen. Mocht dat wel het geval zijn dan is de uitgeverij, aldus Matthias Wegner, „op alles voorbereid”. heid belangrijker was dan de vrijheid van de kunst. Klaus Mann, de oudste zoon van Tho mas Mann, heeft in Mephisto de carrière van de „aalgladde” toneelspeler Hendrik Hofgen beschreven, die geweten en mo raal opzij zettend openlijk gemene zaak maakt met een dictatoriaal systeem, de gunst van de nazi Hermann Göring wint en tenslotte leider van de Staatliche Schauspiele in Berlijn wordt. Privé geniet Hofgen met wellust van de krachtige lief de van een negerin. Klaus Mann, die door de nazi’s in bal lingschap werd gedreven en in 1949 zelf moord pleegde, heeft altijd ontkend dat hij in zijn boek de „geschiedenis van een bepaalde persoon” heeft beschreven. Hoe wel velen geloofden dat hij bij het schrij ven van Mephisto werd gedreven door „persoonlijke lustgevoelens” jegens Gründgens, omdat zijn zuster Erika vroe ger een ongelukkig huwelijk met de thea terleider had, hield Mann vol dat het hem was gegaan om het voorstellen van een type en niet om een portret van een be staand iemand. Dat bleef echter omstreden en toen er na de dood van Gründgens in 1965 plan nen waren om Mephisto in de Bondsrepu bliek uit te geven (de roman was al wel in het buitenland gedrukt en verkrijgbaar), diende de enige erfgenaam van Gründ gens, diens aangenomen zoon Peter Gors ki, een klacht in bij de rechtbank wegens belediging van zijn overleden pleegvader. „Van alles het middelpunt”, over het leven en werk van Carry van Bruggen, door Ruth Wolf, uitgave Em. Querido (ƒ35). „Recensies” door T. van Deel, uitgave Em. Querido 39). „De antieke verhalen” door Louis Couperus, ingeleid door Karei Reijn- ders, uitgave Athenaeum-Polak en Van Gennep 89,50). „Een zuil in de mist”, van en over Louis Couperus, door F. L. Bastet, uitga ve Em. Querido 37,50). „Ars Poëtica” van Horatius, ingeleid, verantwoord, vertaald en voorzien van een nabeschouwing over Horatius’ dich terlijk voortleven bij Bilderdijk door P. H. Schrijvers, uitgave Athenaeum-Polak en Van Gennep 29,50). „Achtergebleven gedichten” door Gerrit Achterberg, uitgave Em. Querido 24,50). „Spel van de wilde jacht”, dichtbun del van Gerrit Achterberg, uitgave Jan Vermeulen te Slijk-Ewijk. „Opvoeiding door vriendschap” door J. Kneppelhout, toegelicht door Marita Mathijsen en Frank Ligtvoet, uitgave Em. Querido 19,50) „Nachtangst”, tien ernstige verhalen door Peter Andriesse, uitgave Peter van der Velden 25). „Uit de boom kijken”, verhaten door Jan Vegter, uitgave Omniboek 19,90). „Reizen is een ramp”, een bundeltje verhalen voor reislustigen en thuisblij vers, door Helena Beels, uitgave Omni boek 9,90). „Vlinders in je buik”, het verhaal van een eerste liefde verteld door H. Fehr- mann en P. Weismann, uitgave Sjaloom 14,50). „Fantastische één-akters” door Wou ter Stips, uitgave Harlekijn 15). „Op zwart zangzaad”, poëzie van de zangvereniging, door Herman Finkers, uitgave Harlekijn 12,90). WASHINGTON (Reuter). In 1980 hebben vijftien Amerikanen zichzelf ge dood door het spelen van Russische rou lette nadat zij de film The Deer Hunter op televisie hadden gezien. Een Ameri kaanse organisatie, die zich keert tegen geweld op het scherm, heeft dit bekend gemaakt. De organisatie is van mening dat de film - waarin een hallucinerende scène met Russische roulette voorkomt - nooit op televisie had mogen worden getoond. Televisiestations die de film hebben uit gezonden, hadden het kijkerspubliek ge waarschuwd dat Russische roulette een spel is waarbij men zijn leven kan verspe len en dat men fantasie niet moest verwar ren met werkelijkheid. Een woordvoerder van de maatschappij die The Deer Hunter distribueert wees erop dat het censureren van film het be ginsel van de vrijheid van meningsluiting schendt Spelers van Russiche roulette laden een revolver met één patroon, draaien de ci linder, zetten de loop op de slaap en vuren, erop rekenend dat het gewicht van de kogel de vuurpen richt op een lege kamer. haar moeder. Haar archiefwerkzaamhe- den hebben een therapeutische waarde en van therapieën is bekend dat die geen eigen leven moeten gaan leiden. In Vene tië krijgt zij te horen dat Mevrouw Vrou wenvelder plotseling overleden is. Het is ook in dezelfde oude stad dat het laatste echte gesprek met haar moeder gevoerd wordt. De manier van leven van haar dochter is voor haar onoverkomelijk en het is die existentiële verwerping waar haar dochter haar hele leven tegen vecht. „Ach kind”, zucht ze, „waarom ben je toch zo haatdragend? Nu zien we elkaar eens na drie jaar en nu speelt dit weer tussen ons. Natuurlijk ga je naar de professor. Waarom je haar zo blijft noemen is me trouwens ook een raadsel. Het enige wat ik je ooit gevraagd heb ik niet voortdurend mij om goedkeuring daarvoor te vragen”. „Ik vraag je goed keuring niet”, zeg ik, „maar ik neem het je kwalijk dat je me uit de geschiedenis hebt laten vallen op deze manier”. „Wel ke geschiedenis?” vraagt zij. „Die van jou”, antwoord ik, „die waarin jij mijn moeder bent en ik jouw dochter”. Het is deze schrijnende openhartigheid die voor mij Tijger, Tijger tot een menselijk document maakt. Een document waarin de hoofdpersoon voor eens en voor altijd de momenten heeft vastgelegd waarin haar liefde voor haar moeder zich kris talliseerde tot leugens, tot haat en uitein delijk tot koele afstandelijkheid. Niet alleen Mevrouw Vrouwenvelder sterft a.h.w. in Venetië! Dat inzicht veroor zaakt ongetwijfeld pijn maar des te meer bewondering heb ik voor een hoofdperoon die niet terugschrikt voor de conclusies. Ut heeft gekozen om de problematiek (moe- der-dochter, eigen identiteit) op haar manier vorm te geven is geen eenvoudi ge. Weliswaar is de indeling in drie hoofdstukken vrij simpel maar al snel blijkt dat er zoveel onderhuidse verbin dende lijnen, zoveel spiegelbeelden, zijn dat terugbladeren, herlezen en opnieuw interpreteren onvermijdelijk is. In het eerste deel (blz. 7 t/m 41) neemt de hoofdpersoon afscheid van de profes sor. De laatste vertrekt naar Berlijn om gastcolleges te geven, de eerste heeft met succes gesolliciteerd op de volgende ad vertentie: „Dame op leeftijd (geboren 1910) zoekt voor enige maanden jonge man of vrouw die haar behulpzaam kan zijn bij het ordenen van familiegeschie denis. „Het gaat hier om de papieren en foto’s van een familie die sinds jaar en dag eigenares is van een glasfabriek en derhalve de Glasfamilie genoemd wordt. HAARLEM. Op een geheel eigen interpretatie is de mimegroep Bewe gingsstudio (voorheen ook genoemd Sjoerd Gail, naar de twee artistieke inspirators Sjoerd Schwibettus en Gail Dockery) nu enkele jaren bezig met dans en beweging. Een breekbare vorm van theater die een uiterste concentratie en inlevingsvermogen vergt van de uitvoe renden. Maar ook het publiek. In hoever re een wissel getrokken wordt op het publiek, bepaalt het gezelschap. Bewe gingsstudio (niet te verwarren met Bewe gingstheater - BEWTH) stelt klaarblijke lijk nogal wat vertrouwen in het begrips- en dbsorpsievermogen van zijn toeschou wers. De voorstellingen van deze uit Amster dam afkomstige groep maken geenszins de indruk dat het publiek wordt onder schat Vrij van de druk die zou kunnen ontstaan wanneer je als gezelschap ge vraagd wordt duidelijkheid te verschaf fen omtrent je artistieke bezigheden, be weegt deze groep jonge mimespelers zich binnen het eigen bewegingsgrafiek. Zo ook in „De bodem valt”, een nieuwe voor stelling die dinsdag in de Toneelschuur in première ging. Het betreft een volkomen beheerst uitgevoerde mimografie van Sjoerd Schwibettus, die volgens de ver strekte informatie gebaseerd is „op vijf karakterportretverhalen met analoge klankcollages”. jfjó'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1980 | | pagina 17