I rus misschien wel eens wat te forsch. Xaar mijn herinnering houd ik Frits voor den beste. Beiden kwamen in 1893 in ons eerste elftal. Mary vertrok spoedig naar Afrika en is daar jong gestorven. Frits heeft nog tot 1898 voor H. F. C. gespeeld. Willy Dolleman, de broer van Frits, en Sannie, de broer van Mary, zijn beiden af en toe voor H. F. C. in het veld verschenen, aldus de sympathieke traditie voortzettend. Aan Willy Dolleman heeft H. F. C. ook nog deze verplichting, dat hij als lid van het bestuur belangrijk administratief werk voor de club heeft gedaan. Maar de onvergankelijkste verdienste van .alle, was toch de tegemoet komendheid van Mary's moeder, Mevrouw DollemanThierry de Bye (die de toenmalige bewoonster was van het Clooster) welke het aan de Club mogelijk maakte het voor die tijden zoo ongemeen fraaie wedstrijd terrein naast dit buiten in te richten. Men was in die dagen de periode der open terreinen, die vrij voor een niet altijd sympathiek gestemd publiek toegankelijk waren, nog niet ontwassen. De H. F. C. kreeg met haar nieuwe terrein een voortreffelijk veld, dat kon worden gesloten ge houden voor wie men er niet op wilde toe laten. Dat was een reusachtige verbetering, te meer daar ook de grond-qualiteit van de bovenste plank was. Op dat veld achter het Wapen van Heemstede hebben de grimmig-- ste matches plaats gehad tusschen verwoede tegenstanders als bijv. H. F. C. en R. A. P. Dan ging het hard tegen hard en er werd een heel stevig-, doch daarom nog volstrekt geen unfair spel gespeeld. Soms kon het daar wel heel erg stevig toegaan. Een kleine herinnering ten bewijze. Otto Menten, in die jaren ('93-'94-'95) een tengere, nog niet uitgegroeide jongen, kwam op een wedstrijd in onzachte aanraking- met de knieën van een veel ouderen, heel sterken tegenstander. Het was nog al erg aangekomen, al wil en mag ik niet zeggen, dat er opzet in het spel geweest was. Maar „Ot" was verwoed. Met den wijsvinger in de lucht rende hij naar Mulier, tegen wien wij jongens toen nog altijd „meneerden". „Mijnheer, mijnheer, die verr vent heeft mij zoo'n v pijn gedaan." Y\ at is het, Ot mengde Klaas Pander, die ook meespeelde, zich in het gesprek. Klaas werd ingelicht en zeide enkel maar „Otje, dat komt terecht." willy dolleman.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1919 | | pagina 103