97
P is de Pelt, die de Club mee oprichtte
En voor de Good Old heel wat nuttigs verrichtte.
Peer heeft 'n neus voor het veteranisme,
Goedaardige vorm van posthuum sénielisme.
P is Puck Meijer, dat snap je toch wel,
Q is Be-Quick, adres 't Jansstraat-hótel.
R is Rood Wit, onze zusterclub steeds.
R is 'n Rector, immer streng voor de klas
Maar SPOELDER, die speelt nog te hooi en te gras,
Die speelt met z'n jongens, jong nog van dagen,
Dies wordt i door hen'op de handen gedragen.
Zij houden zich graag aan dit aloud gebruik
figuurlijk natuurlijk, met het oog op z'n buik.
S zijn de SlJPESTEYNS, u snapte het al
En Piet Sijpesteyn was zelfs papa van ons bal.
S was Ouw-Sandberg, ons aller kameraad,
S dat is SlJP, die geen ballen door laat.
En S is ook Steup z'n collega in 't vak
Die heeft aan het aardsche tranendal lak.
T is ons TROMPIE, die stond in den goal
En een, die het óók kon, was brave Lex KÖOL
T dat is TlNUS waar we eer mee inleggen
Datzelfde kan hij van z'n kuiten niet zeggen.
T is wel Thöne, eens 'n flink president.
Met U is geen enkel clubman mij bekend.
V is Verweij, die onze naam zoo hoog houdt
WlM SCHORER z'n snor wordt nu peper en zout.
Ton van Walcheren was eens de voorhoede-man
Xbeenen zijn bij de Good-Old in den ban.
Y is het ijs, waar we bandy op spelen.
Maar m'n epos is uit, ik wil U niet vervelen.
Z dat is Zandvoort, daar baai je je kuiten
„Eén uur Heeren," ja SAM, nou gane me sluiten.
Pim Pernel.
D'r was eens een jongmensch uit Heemsteè
Die te veel aan het borrelen dee.
Dan deed-i heel mal,
Schopte vaak naast den bal,
Natuurlijk, hij zag er steeds twee!
M.
7
O O
