HET SEIZOEN 1898-1899.
In het seizoen 1898/1899 maakt het pas gepromoveerde H. F. C. geen
schitterend figuur in de ie klassse. Wel opent het seizoen met een veelbelovende
overwinning op Sparta, dat in Heemstede met een 3—o naar huis werd gezonden,
doch de beide puntjes in dezen wedstrijd verdiend, waren in Februari nog
„heelemaal alleen" gebleven en kans om van de laatste plaats af te komen leek
er wel haast niet te bestaan.
Sparta had al weer wraak genomen voor de nederlaag aan het begin van
het seizoen met een vernietigende 6—0 in Rotterdam. R. A. P. sloeg hare oude
concurrente met 4o in Heemstede en 51 in Amsterdam en H. B. S. won
met 2 o in I)en Haag en 3 1 in Heemstede; Haarlem, Rapiditas en H. V. V.
hadden op eigen terrein met 3 1, 51 en 1o aan de Haarlemsche een lesje
gegeven, maar moesten nog naar de Molenwerf komen. Tegenover de twee
puntjes van H. F. C. had Rapiditas er al zes bij elkaar geschopt en de overige
clubs waren geheel buiten gevaar. Er moesten groote dingen gedaan worden of
het 1e klasseschap zou weer verloren gaan.
Maar het ging niet verloren Op 19 Februari werd met alle krachtsin
spanning de H. V. geklopt met 2 1 juist een maand later volgt de big-
match om de laatste plaats tegen Rapiditas, dat met 32 werd geslagen en eindelijk
werd den 9en April met Haarlem gelijk gespeeld (1 1) en daarmede Rapiditas
tot de degradatie-wedstrijden veroordeeld, waarin het onderging tegen het toen
sterk opkomende Ajax uit Leiden. De Haarlemsche ontsnapte aan een wissen
dood en als men de prestaties van H. F. C. en Rapiditas wat nauwkeuriger
bekijkt, dan hoeft men niet te vragen of er veine" in het spel is geweest.
Rapiditas scoorde in dat seizoen vier goals méér dan H. F. C. en had vier goals
minder in haar net zien deponeeren.
In dit seizoen miste de H. F. C. Otto Mentf.n, Schut, Theo van Manen,
Willem van Oort en Wijn van Waveren, die allen het hunne hadden bij
gedragen aan het succes van het vorig jaar. Steef de Wilde verdedigde het
doel met zeer wisselend succes A. van Waveren en Teunissen speelden in de
verdedigingPutman Cramer, Keus en Moltzer (de aanwinst van dat jaar)
vormden een solide ruggegraat, maar de voorhoede was maar matig en werd
dikwijls gewijzigd. Bij een der overwinningen der laatste maanden zag ze er zóó
uitBos, Pereira, Frans van Gogh, du Cloux en Swens op papier nog niet
zoo slecht.