HET SEIZOEN 1899-1900 Zoo naderde 30 September 1899. Een paar leden slechts verschenen op de Algemeene Vergadering, waarin beslist zou worden over de liquidatie van de oude Haarlemsche. Inschrijving voor de ie klasse van den Bond leek wel haast uitgesloten er waren geen elf spelers meer te vinden, die in die klasse een dragelijk figuur zouden kunnen slaan. De finantiën stonden er bovendien heel slecht voor de penningmeester achtte het onmogelijk om nog eens voor een jaar het oefenveld aan de Spanjaardslaan in te huren. Toen heeft de durf van Loosjes de H. F. C. gered. 1 lij aanvaardde het secretariaat en het penningmeesterschap, huurde het oefenveld opnieuw voor een jaar zonder een cent in kas te hebben en tele- giafeeide aan den Bond, dat de H. F. C. zou spelen, hoewel hij maar op vijf of zes elftalleden kon rekenen. En hij nam een week vacantie uit zijn drukke bezigheden, om het nieuwe seizoen vóór te bereiden. I )adelijk stuurde hij een opwekking aan alle leden van de Club om Zondag 8 October het seizoen te komen openen aan de Spanjaardslaan. En voor deze gedrukte oproep, ging hij rond bij jong en oud met zijn dringend verzoek ditmaal eens te komen om wapenschouw te houden. En wat niemand voor mogelijk zou hebben gehouden, lukte. Op 8 October was er een gezellige opkomst en werd de wil geboren bij allen, die verschenen om de H. F. C. door haar malaise heen te halen. Er ging geen week voorbij zonder dat Loosjes g'ezorgd had voor iets nieuws, wéér een reclameboekje ging de Haarlemsche wereld in, nu gericht aan ouders, voogden en publiek. Kleine reclame's voor komende wedstrijden, ver beteringen in de inrichting van het veld - waar Loosjes iederen middag na schooltijd te vinden was uit alles bleek zijn activiteit en zijn opwekkend op- tijnisme. En dan het gemak, waarmede hij toegankelijk was voor de jeugd. Loosjes was geen halfgod. De jongens van vroegere jaren beschouwden de H. F. C. als iets onbereikbaar hoogs, iets, dat uit de verte bewonderd moest worden, ze weiden lid om toegang te hebben tot de wedstrijden, maar speelden het spel onder elkaar in wel twintig kleine clubjes rond de stad. Loosjes voerde nooit directen strijd tegen die versnippering van jongens-energie, maar gaf hun een betei terrein, beter materiaal en zijn volle belangstelling. En zoo kwamen uit eigen beweging die clubjes op het H. F. C. terrein spelen en losten zich vanzelf op in het grootere en nu ook betere geheel. Daar mede heeft Loosjes de H. F. C. gered.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1919 | | pagina 114