M. L O OSJES.
In den tijd, toen de H. F. C. nog- lang niet was, wat zij nu is, noch wat
grootte der club, noch wat organisatie, noch wat aantal elftallen, noch wat terreinen,
tribunes en alg-emeene accomodatie aangaat, noch vooral wat betreft, hetgeen ik
zou willen noemen den jaarlijkschen omzet, in
den tijd, toen alles op voetbalgebied nog zoo
oneindig veel eenvoudiger was dan nu, kwam
er een periode, dat het met onze goede, oude
club niet zoo heel best ging.
Er waren niet veel leden en er kwamen er
niet veel bij, waarschijnlijk omdat we tot dusver
het terrein te Heemstede aan den Meerweg- be-
speeld hadden, en de afstand daarheen den jonge
ren al wat te ver begon te worden, ofschoon ze
toen nog wel aan eenige moeite gewoon waren
en niet zoo verwend als nu, nu alles zoo precies
in de puntjes in orde moet zijn.
De groote sterren uit het ie elftal begonnen
te tanen of verdwenen en we bengelden zoo'n
beetje onder aan de ie klasse, of liever we
zweefden tusschen ie en 2e klasse in, voor welke
laatste we gélukkig- nog net te. goed waren.
Een paar jaar ging het zóó, dat we, in de eerste klasse spelend, daar-
de laatste plaats innamen, naar de 2e klasse verhuisden^ daar no. i werden en
na een paar flinke promotiewedstrijden weer in de iste kwamen, waar hetzelfde
gesukkel dan weer begon. Wat een belangrijke en interessante wedstrijden zijn
er in die dagen gespeeld!
En het is eigenlijk juist in zulke tijden, dat men de kracht van een club
leert kennen. In tijden van voorspoed, als men goede spelers in zijn elftallen
heeft, gaat alles van een leien dakje, de spelers hebben er pleizier in, er komt
veel publiek, dus finantieel gaat het goed, en uit den aard der zaak komen er
o