ii7
jaar deed hij nog zéér verdienstelijk werk in het doel. Slechts moeilijke jaren
heeft hij meegemaakt. 11 Mei 1901 eindigde feitelijk zijn voetbalglorie-tijdperk.
Sparta verdedigde haar ie klasseschap tegen H. F. C. op 't Schuttersveld't was
de laatste wedstrijd van het seizoen en the good old weer in het gezicht van
het land van belofte. Een zware wedstrijd was het, hard tegen hard. Teunissen
gaf weer méér, dan van hem geeischt kon worden. De stand was 1o, toen hij
van het veld moest worden gedragen een knieongeval maakte hem verder
spelen onmogelijk. De eindelijke overwinning, ten slotte met negen man be
vochten, want ook Wijn van Waveren werd gekneusd, werd vergald door het
verlies van „Rinus" een verlies, dat zich nog jaren deed gevoelen. Want al
heeft hij zich nog in het doel kranig geweerd dit kon niet vergoeden, wat
in hem als achterspeler werd gemist.
Rinus behoorde tot het „Hasselaersplein", een clubje in de club, dat
zich zelf als „Kern"-H.F.C.ers beschouwde en Teunissen als hun leider. Het
later befaamde 2e elf-tal van Rein van der Woude was een voortzetting van
het „Hasselaersplein"; men kan zeggen, dat van der Woude het leiderschap
over deze vriendenkring, waaraan de H. F. C. zoo ontzaglijk veel te danken
heeft, stilzwijgend van Teunissen heeft overgenomen. Rinus bracht zijn buurt-
clubje naar het H. F. C.-veld, waar het toch nog lang zijn locale kleur wist te
behoudenmaar zijn voorbeeld leerde den jongeren, dat de belangen van het
groote geheel vóór moesten gaan boven buurtbelangetjes. Zijn taktvolle leiding
van de jongens, die hem volgden, is voor hen en voor de club van groot
nut geweest.
S H. K.
DE ROL OP HOL. (Uit de H. F. C. Kronieken).
We kregen eens een
hit te leen, dóódmak
beestje! Van Delden
zou hem even voor de
rol spannen. Maar vol
gens zijn zeggen had i
hem „niet meer heele-
maal in de hand