INLEIDING.
I oen men er eenige maanden geleden bij mij op aandrong, om ter
gelegenheid van ons 40-jarig jubileum een herdenkingsboekske samen te stellen,
heb ik zulks direct met beide handen aanvaard. Niet zoozeer, omdat ik de
geschiedenis onzer Good-Old" zoo goed onder de knie meende te hebben, noch
omdat ik mijzelf een schrijver waande, niets van dat alles, maar uitsluitend,
omdat ik er van overtuigd was, dat bij zoon heugelijke gebeurtenis, ieder H. F. C.'er
er wel naar verlangen moet, om iets te hooren van al die jaren en al die spelers
en bestuursleden, die door een eendrachtig willen 't mogelijk gemaakt hebben,
dat wij nu met zoo'n opgewektheid dit feest kunnen vieren.
Daar ik zelf echter helaas pas 10 jaar lid der H. F. C. ben, moest ik,
wat de eerste 30 jaren betreft, wel op de hulp der oude getrouwen hopen.
En die hulp heeft mijn stoutste verwachtingen overtroffen. Onze Eere-
Voorzitter, de heer Mulier, o. a., liet zijn eendenjacht in Moerkapelle in den steek,
om in den Haag zijn stoffig H. F. C.-archief weer eens voor den dag te halen
de heer H. Ph. de Kanter Jr., kersversch met vacantie uit Mexico gearriveerd, gaf
zich weer geheel aan zijn „Good-Old", waarvoor hij vroeger reeds ztoo menigmaal
met de pen gestreden had, terwijl de heeren Loosjes, Swens, van Manen,
Rodriguez Pereira, A. v. Lennep, de Breuk, L. Bijvoet, etc., etc., tot Jan Feith
.toe, mij met raad en daad steunden.
Hun komt dus alle eer toe voor de samenstelling van dit werkje, immers
zonder hen zou het resultaat heel wat pooverder geweest zijn.
Specialen dank ben ik tevens verschuldigd aan mevrouw M. ThöneWilkens,
Jhr. Jan Feith en YV. J. H. Mulier voor de talrijke teekeningen, die niet weinig
er toe bijgedragen hebben, om het boekske een smakelijk aanzien te geven.
Zooals U begrijpen zult, hebben de oude tijden mij het meeste hoofdbrekens
gekost, niet alleen omdat uit die lang" vervlogen dagen zeer weinig in geschriften
is vastgelegd, maar ook omdat datgene, wat ik zoo hier en daar oppikte, bij
nader onderzoek zoo opgeblazen bleek te zijn, dat ten slotte niet meer uit te
maken was, wat waar was en wat niet.
