SEIZOEN 1901—1902.
Voorloopig profiteerde het eerste XI-tal echter nog niet van de vorderingen,
die het jongere geslacht maakte. De klove, die overbrugd moest worden om aan
sluiting te geven tusschen de van Waveren's en de Menten's aan de ééne zijde
en de jeugd van de Spanjaardslaan meest H. B. S.ers van de ie en 2e klasse
aan den anderen kant, was nog te groot. Ferry van der Vinne, Prins en de
beide Franckens speelden nog in het derde XI-tal, Max Henny en FIoldert in
het tweede. En het ie leed een gevoelig verlies in Teunissen, die in den laatsten
H. F. C. I.
wedstrijd van het vorige seizoen door zijn knie was gezakt en daardoor ongeschikt
was geworden om zijn plaats als back weer in te nemen. Als goalkeeper verving
hij dikwijls Ferf en met succes. De van Waveren's spelen nu samen in de
achterhoede Swens, Moltzer en Hulshoff Pol vormen de halfbacklinie, maar
in de voorhoede ziet het er niet al te best uitde Kakebeeke's verschijnen niet
meer op het appèl en Wijn van Waveren is naar de achterhoede verhuisd. Op
den rechtervleugel spelen Pereira en M. van Leuven voor de midden-voorplaats
W. van Waveren, M. Loosjes, A. van Waveren, M. Teunissen, J. J. Swens.
A. Prins, E. Moltzer, M. Hulshoff Pol.
Th. van Manen, I. Rodrigues Pereira, J. Ferp, M. van Leuven, E. Holdert.