De naam van |ob Swens is te vinden op de lijst van adspirant-leden van
het jaar i893/'94. Hij is dus al minstens 25 jaar H. F. C.er. Bestuurslid was
Swens van 1900 tot 1913, voorzitter gedurende vier jaren, thans eerelid altijd
een goed clublid.
De H. F. C. was voor hem een groote
vriendenkring- waarin ieder lid zich thuis moest
voelen. Hij zelf hield van de club, omdat hij
zooveel prettige en gezellige herinneringen had
aan H. F. C.-gebeurtenissen, ook buiten hetwed-
strijdveld. Als alle leden en vooral de jongeren
zulke aangename herinneringen medekregen,
zouden ze vanzelf óók dat gevoel van saam-
hoorigheid krijgen, dat Job even noodig vond
voor het bestaan van de club, als het winnen
van wedstrijden. In die opvatting stond hij
gelukkig niet alléén Doosjes, Jo van Gogh,
Rein van der Woude, du Cloux en Gordon bijv.
hebben allen héél wat gedaan, dat niets te
maken had met kampioenschappen en toch veel
heeft bijgedragen om de H. F. C. gezond en
sterk te maken en te houden. In Job Swens
vonden ze altijd een trouw medewerker, die graag vrijen tijd en eigen gemak
opofferde om iets voor de jongeren te doen, voor te bereiden of leiding te geven.
Hij stelde belang in hen, niet als toekomstige eerste klassers, die afgericht of ge
traind moesten worden, maar als jongens met jongens-idealen, jongens-enthousi-
asme en jongens-rampen, die er van hielden om een prettig partijtje voetbal te
spelen, maar óók wel wat anders wilden en over wat anders dachten. Hij kende
de meesten meer dan bij naam, hij zocht contact met hen om de geest te kennen,
die op het oefenveld heerschte en dikwijls had een gemoedelijk praatje van Job
of een paar van zijn ironische opmerkingen een uitstekende uitwerking, als er
o