zeker gebrek'aan lenigheid vergoed werd. Hij was moeilijk te passeeren, maar was
hij eenmaal gepasseerd dan herstelde hij zich te langzaam. Wie tegenover hem op den
vleugel speelde moest rekening houden met zijn „dash" met een paar groote
passen, die wel sprongen leken, stoof hij recht op zijn mannetje aan, die dan
voor de vlakte ging en hem den bal moest laten. Lukte dit, dan kwam Job in
zijn „fort" - het kranig voeden van zijn vleugel. De driehoek Swens, v. d.
Vinne, Henny was op dreef, als Swens op dreef was, De lage rollers die Job
langs de lijn voor de voeten van Ferry van der Vinne speelde, of zijn korte ballen
aan Max Henny, waren dikwijls enkele seconden later voor de vijandelijke goal
vlak voor de voeten, of erg-er nog-, zwevend voor het hoofd van Eddy Holdert.
Het werk van de generatie, waartoe Swens behoorde, is nu overgenomen
door een veel jongere, die naar eigen inzichten de leiding van de H. F. C. voert.
Dat is ook goed zoo. Niets is zoo gevaarlijk voor een club als de onze, als een
verstarring van de leiding in opvattingen, die niet meer kloppen met de opvattingen
van het heden en de eischen van den toekomst. Eenmaal is de H. F. C. bijna
aan die fout ten onder gegaan. Job behoorde tot hen, die nog juist op tijd
ingrepen en de club redden, door van het oude het traditioneele te bewaren, wat
identiek was met de club, zooals zij haar leerden liefhebben maar niettemin nieuwe
banen durfden inslaan en ingeslopen fouten uitroeien. Moge het zoo blijvenMoge
de H. F. C. steeds leiders vinden zooals Swens, die de tradities van de club
weten hoog te houden, zonder daarom de oogen te sluiten voor de altijd weer
noodige verjonging van onzen grooten vriendenkring, leiders, wier eenig doel is
het wèl van de oude H. F. C.
H. K.
SWENS, het tweede E~vertelsel,
134
Swens kennen we. Elk speler kent hem, de spelers kennen hem 't best.
Ze eerden hem en terecht. Swens werd de eerste der velen, werd praeses.
Met verreweg de meeste stemmen des veemgerechts der spelers vereerden
ze hem dezen edelen zetel, de leeperds.
Steeds speelde, werkte en schreef de praeses.
Er bleef steeds veel werk, het vermeerderde steeds, de leden werkten mee
Met hem. De H. F. Cee leefde!
Veel'deed Swens, 'n leeuwendeel!
Te eeren wenschen we hem heden, met bekers en kelken. Leve Swens!
Hem ter eere schreef ik deze beperkte levensschets, geen legende.
Meer een beleefd gesteld E-vertelsel.
W. M.