Daarom, waarde vrienden, stelt uw eischen niet te hoog'.
Mijn hoofddoel is geweest U, seizoensgewijs, een kort overzicht te geven
van de worstelingen onzer Club gedurende al die jaren, terwijl eenig mengelwerk
en een 50-tal beschrijvingen onzer bekendste spelers en bestuursleden door dezen,
soms wel wat drogen kost, heengeweven zijn.
Wie tot die „upper fifty" moesten behooren, was voorwaar geen gemakkelijke
taak. Als norm is gesteld, dat hij, die ongeveer 5 jaar bestuurslid geweest was
of een dito aantal jaren in ons eerste gespeeld had, daarvoor in aanmerking kwam.
Hoewel ik gaarne het dubbele aantal spelers had willen opnemen, zal een
ieder begrijpen, dat wegens de beperkte ruimte, het nu eenmaal noodzakelijk was,
dat er een grens getrokken werd.
Ik kan echter niet nalaten om hier toch grooten lof toe te zwaaien aan spelers
als Alting du Cloux, Boelmans ter Spill, Stom, Frans de Klerck, Keppel
Hesselink, Steup, v. d. Nagell, de Bouvy's, v. Breda Kolff, van Langen, Sigmond
e. a., die, hoewel niet in de H. F. C. opgegroeid, weldra toonden een dergelijke
liefde voor onze Club te bezitten, dat zij, ofschoon dikwijls ver van Haarlem ver
wijderd, steeds bereid geweest zijn om, waar ook maar noodig, onze Club te
steunen. Nooit zal de H. F. C. vergeten wat zij voor haar gedaan hebben.
Dat ten slotte de eene beschrijving korter is dan de andere, is een logisch
gevolg van het groot aantal auteursmoge dit feit dus vooral geen aanleiding voor
den een of ander zijn om te meenen, dat hij meer of minder geapprecieerd werd.
En nu, waarde lezers, zal ik uw geduld niet langer op de proef stellen
en eindig ik met een kleine variant op „Feith van Lennep's woorden:
Veroordeelt niet dit kreupelwerk,
Zoo stelde ik U teleur,
Een groote bof, ik ben geen prof,
Maar gelukkig amateur.
Dordrecht, November 1919.
KAREL J. J. LOTSY.