DE OPRICHTING VAN DE „HAARLEMSCHE FOOTBALL CLUB"
EN DE OERTIJD VAN HET BRUINE MONSTER
DOOR
W. J. H. MULIER.
Ik voel me weer net als in de „Groote" Vacantie, je zoutte je vacantie-
werk op tot op het nippertje. En nu heeft Lotsy me opgedragen de kronieken
van de H. F. C. te schrijven! Brave Lotsy, je bent me 'n schrikbeeld. Ten
eerste kom ik er niet toe, heb nog geen eendje geschoten en nog geen hengel
gezien en ten slotte zie ik tegen die taak op als tegen 'n berg. Als ik m'n oogen
dicht doe, zie ik wel tallooze blauw-witte truien, komen mij tal van namen voor
den geest, enkele momenten van spanning ook, uit onze ontelbare veldslagen.
Maar om dat alles te catalogïseeren Het is al zoo ontzettend lang geleden ik
ben zoo heel veel aardige episoden vergeten.
I och is mij die taak ook weer lief. Voor mijn verbeelding herrijst weer
m n heerlijke, lieve jeugd en al die als relequieën bewaarde nietige dingskes,
waaruit elkeen het droomenland zijner kinderjaren opbouwt. Haast schromend ga
ik over tot de openbaring van al die futiliteiten.
Haarlem is ieitelijk mijn stad. Ik dweepte met mijn Damiaatjes, die mij
in slaap zongen. In '67, toen m'n ouders uit Friesland verhuisden, begint mijn
Haarlemsche tijd. Vaag herleeft uit die eerste jaren, wat blijkbaar indruk maakte,
weggesloten in 'n hersenhoekjehet door den trein overrijden van 'n jachthond
aan den Jansweg, de dood van 'n intiemen vriend „Sampa", een zwarten pointer,
met wien ik een geheime, zeer rijke taal sprak; dan de eerste keer van m'n
leven, dat ik verdwaalde en wel op „oud" (Berkenrode), waar m'n ouders een
visite maaktenm n eerste bal bij ritmeester De Graaf in de Koning'straat, waar
we „lusschen Keulen en Parijs ligt de weg naar Rome" speelden. Dan m'n
eerste boek „Robinson Crusoe", wat mij door m'n oom was beloofd, als ik op