165 -
En ik geloof, dat dit alleen hem bracht tot sport, als een kunstenaar, die
door zijn kunst wordt aangetrokken, omdat hij voelt, dat hij haar goed dient. Want
de drijfveer, die voor negen-tiende der jongeren zoo'n machtige factor is om te
oefenen, te zwoegen, te trainen, de eerzucht, speelde bij hem zulk een kleine rol.
Hij beschikte in het geheel niet over buitengewone kracht of snelheid, hij
was geen enthousiast, die alles liet staan voor zijn spel en toch was hij de beste
voetballer en de beste cricketer van zijn tijd.
En toen hij door twee verzwikte knieën uitgevoetbald was, ging hij hockey
spelen en was binnen een jaar de beste back. Wat moet ik meer zeggen van
zijn capaciteiten.
Is lieveling der goden een te wijdsche titel voor iemand, die dit alles op zijn
sloffen bereikt, als een der eersten van zijn klas door de H.B.S. heenloopt en op
zijn vijftiende jaar student wordt?
Het klinkt als een sprookje, dat vaders vertellen aan hun zoons, die met
slechte rapporten thuiskomen.
Cricket is het spel, dat hem nog een oogenblik dwars zat, toen hij in zijn
onverschilligheid alle oefening naliet. Hij voelde toen, dat hij iets moest doen en
in korten tijd bracht hij het tot een hoogte, die in mijn oogen nog niet door een
ander in ons land is geëvenaard.
Toen ik hem eens vroeg, hoe hij het bij hockey bolwerkte met zijn zwakke
knieën zei hij mij: „och, je blijft maar staan, dan slaan ze altijd wel tegen je
voeten of stick." En zoo was het.
Ook als voetballer wist hij zich in de verdediging op te stellen, dat het
leek of hij spelers en bal biologeerde. Alles kwam naar hem toe. In den aanval
werkte hij met de meest nauwkeurige berekening en volkomen contróle over den bal.
Dit is het meesterlijke der beheerschende functies, het scherp zien en juist
reageeren met bewust overleg', een meesterschap, welke door harde oefening in een
enkele richting verworven kan worden door begunstigde individuen, maar die voor
hem klaar lag op elk gebied.
Hij speelde in een tijd, dat voetbal bij de groote massa populair was, toen
reeds duizenden de wedstrijden volgden, maar ik geloof niet, dat dit eenigen indruk
op hem maakte. Hij speelde om het spel, dat was zijn natuur en ook daarin was
hij een ongedwongen voorbeeld.
Voetbal werkt niet zoo opwindend, omdat er betrekkelijk weinig geluk bij
te pas komt, maar ik heb de meest bezadigde en hoogststaande spelers hun zelf
bedwang zien verliezen bij hockey en cricket.
Ik herinner mij echter, hoe Adé zich kostelijk amuseerde om het onbeholpen
figuur van een cricket-umpire, die door een vreemde beslissing de match voor