188
Van dat oogenblik heeft hij niet meer van plaats verwisseld. Zijn spel
werd steeds beter, en het duurde niet lang of Ferry behoorde tot de beste spelers
in ons land. Men was het er zelfs vrijwel over eens, dat een 2e linksbuiten als
„Ferry" niet was aan te wijzen in de rij onzer Hollandsche voetballers. Telkens en
telkens verkondigden de verslagen in Sport- en Dagbladpers Ferry s triomfen en
telkens las men er ook weer van zijn buitengewone voetbalkennis. Zijn spel ver
hief zich op een even hoog peil als dat der Corinthians uit die dagen. Ofschoon
reeds meermalen uitgenoodigd om deel uit te maken van het Nederlandsch elftal,
wilde hij in den beginne daarvoor niet in aanmerking komen. Zijn bescheidenheid
was het groote struikelblok geweest en de
overreding van een zijner vrienden was ten
slotte noodig om Ferry op het internationale
terrein te brengen, waar hij vele lauweren
oogstte. Al spoedig was onze donkergelokte
vriend in deze combinatie de populaire
voetballer met zijn evenknie en lateren club
genoot Stom.
Dat het Nederlandsch elftal in die jaren
niet meer succes had was zeker niet te
wijten aan deze twee spelers.
De prachtige, geweldig snelle rennen van
Ferry langs het lijntje, de wiskundig juist
berekende voorzetten brachten het aan de
lijntjes opgehoopte publiek meermalen tot
vervoering. Jammer was het, dat zijn ver
blijf in het Nederlandsch elftal betrekkelijk
kort mocht zijn
Een kwetsuur bij een Belgie-Holland wed
strijd in Antwerpen was hiervan de oorzaak. Zoowel voor het nationale team als voor
onze club was zijn verdwijnen een gevoelig verlies. Gaarne stellen wij den weergaloozen
linkervleugelman tot voorbeeld van allen, die zich aan de edele voetbalsport wijden.
Hij speelde steeds het spel om het spel alleen en nooit was er van eenig
effectbejag sprake.
Na broer Ferry komt den Senior van dit voetbalras zeer zeker ook een
plaatsje in ons boek toe. Hoewel niet zoo beroemd als Ferry heeft Louw als
centre-forward en half ruimschoots zijn sporen voor de H. F. C. verdiend. In de
eerste positie spelend was 't zijn grootste genoegen gloeiende kanjers doelwaarts
te jagen, terwijl hij zich met z'n geheele body in den strijd gooide.