stuursleden. Wij hadden in 1910 den HollandBelgië wedstrijd op ons veld, bouwden een groote tribune, speelden op ons veld tegen Engelschen, Duit- schers en Zweden, maakten buitenlandsche toeren, enz., enz. Van al het werk hier aan verbonden heeft Rem ruimschoots zijn deel gehad. Te veel misschien, want in het midden van het seizoen 191 1'12 bemerkte hij, dat zijne studies door het clubwerk gingen lijdenhij gevoelde zich toen verplicht om te bedanken ende H. F. C. had weder een secretaris versleten. Vele jaren zijn sedert verstreken en sedert kort hebben wij Remmelts weer in ons midden. Zouden wij hem nog eens als bestuurslid zijne krachten aan de club zien geven? Hij is er nog jong genoeg voor en de H. F. C. zou er wel bij varen. T J J. de Br. HERINNERING. Hij was doelverdediger van het tweede, het beroemde tweede, U weet wel, van Rein van der Woude. Of zijn keepers talenten groot waren, niemand heeft het ooit geweten, maar hij was dik, en breed, en lang. Wanneer hij zich opstelde in het doel, de beenen als geweldige zuilen naast de zijlatten, de knieën als buffers naar het veld gekeerd, daarnaast twee handen met vingers als palen, met palmen als stootkussens, wanneer dan boven dit complex van versperringen zijn rompkolos zich verhief als een Alp van vleesch, welke alle uitzicht op het achternet ont nam, dan was 't doel potdicht, hermetisch gesloten, 't was geen doel meer, 't was een doos van netten, met één ondoordringbaren,ondoorzichtbaren wand, den voorkant. Over zijn hoofd spreek ik niet, dit hoorde niet bij de doelverdediging vriendelijk grijnzend tegen vriend en vijand prijkte het ter hoogte van de boven lat, zich vermijdende in wedstrijd en kantpubliek als een belangstellend toe schouwer. Schuivers, hooge effectballen, hoekkeien, alles stootte af en sprong terug van de verschillende stootdeelen zijns lichaamshij merkte 't niet, zooals ge ook niet merkt, dat een zandkorrel tegen uw broekspijp botst. Uittrappen kon hij niet en hij probeerde 't niet, dat was werk voor de backsden bal in je handen laten trappen bestond nog niet en was ook niets voor hem geweest, want dat bracht verplaatsing mee en verplaatsing is arbeidhij was gekomen om te kijken en tusschen twee latten ballen tegen zich aan te laten trappen, 229

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1919 | | pagina 241