DE „FRANCKENS".
Als er ooit een club heeft bestaan, waarin „voetbalfamilies" in grooten
getale vertegenwoordigd geweest zijn, dan behoort zeker onze Good Old daartoe.
Wij denken slechts aan de Dollemannen, Mentens, van Waverens, van Gogi-is,
Verweijs e. a.
Een der eerste plaatsen onder hen neemt zeer zeker de familie Francken
in, en gaarne neem ik deze gelegenheid te
baat om eenige waardeerende woorden op het
papier te brengen over den oudsten voetballer
van dit viertal steunpilaren onzer blauwwitte
kleuren.
HARRY FRANCKEN»
't Was ergens op een open plekje in den
Haarlemmer Hout, dat ik kennis met Harry
Francicen maakte.
Een groepje jongelui oefende zich daar in
het edele voetbalspel, voor zooverre de hier
en daar verspreide boomen dit toelieten.
Mannes, een paar turven hoog, lag in de verte
tusschen een paar woudreuzen, die de goal
vormden, te „kiepen" en Harry werkte onver
schrokken met het bruine monster langs of
door kreupelhout om aan de overzijde doelpunten te oog'sten. Van den doelman
in ruste kwam ik te weten, dat het niemand minder dan „Kenau" was, die hier
opereerde en dat het Kenaupark, waar de meesten der spelers school gingen
tot dezen clubnaam geïnspireerd had. Laat ik dadelijk zeggen, dat, met alle
respect voor de bestuurderen der vereeniging, de orde in Kenau wel iets te
wenschen overliet, waaraan het korte bestaan dier club dan ook wel te wijten
zal zijn geweest. We zien Harry tenminste al heel spoedig hierna met zijn volge
lingen in een nieuwe club voetballen en de kleuren van „Voorwaarts" verdedigen
tegen andere geweldige combinaties, die in den H. V. B. van die dagen uitkwamen.