23 7 stevige partij, dikwijls de kracht van zijn robuste body metend met tegenstanders, die in dat opzicht meestal hun meerdere in hem moeten erkennen. Hoewel Jacques dus niet, wat men noemt „gemakkelijk" speelt, heeft hij toch door zijn geweldige energie op een dusdanige wijze zijn spelpeil weten op te voeren, dat hem in 1912 een plaats in het Nederlandsch-elftal werd waardig gekeurd. Ik meen, dat hij in dien wedstrijd tegen de Belgen, welken de onzen met 4 1 wonnen, de 4e goal scoorde. In die periode vormden de Gebroeders onge twijfeld een zeer sterke wing, welke menigen achterspeler in de luren heeft gelegd en vele keepers gepasseerd. Hoogst jammer was het dan ook, dat Mannes i Januari 1916 ons moest verlaten, waardoor Jacques, die, wat buurman betreft, wel erg verwend was geweest, genoodzaakt werd zijn spel aan anderen aan te passen. Trouw bleef en is Jacques nog op zijn post, steeds kan men op hem rekenen en steeds geeft hij de volle maat van wat hij te geven heeft, hetgeen goed doet in de tegenwoordige tijden. Maar genoeg thans over zijn vele roem rijke verrichtingen op het groene tapijt. Zijn H. F. C. geschiedenis zou niet vol ledig zijn, indien we niet een oogenblik stilstonden bij de vele toeren, die de H. F. C. vóór den oorlog heeft gemaakt en waarbij Jacques niet alleen een vaste deelnemer, maar vooral een allergezelligst reisgenoot was. Bij dergelijke tochten leert men elkaar eerst goed kennen en zij, die met Jacques naar Parijs, Gent, Aken, Dusseldorf, Berlijn, Jena, Leipzig, Magdeburg, Hamburg en Kiel, om de voornaamste plaatsen maar te noemen, geweest zijn, hebben hem als een joviaal en trouw clubgenoot leeren waardeeren, die veel voor zijn kameraden over had. Jacques, het is mij een behoefte, je op deze plaats, nu je huwelijk een geregeld uitkomen voor onze kleuren misschien onmogelijk zal maken, hartelijk dank te zeggen voor alles, wat jij in je tienjarige H. F. C. loopbaan voor ons gedaan hebt. K. J. J. L. PEDDY FRANCKEN. Peddy, de benjamin van het beroemde geslacht der Franckens, hadden we vroeger wel eens even in ons 6e of ye gezien, maar daarna was hij plotseling van het tooneel verdwenen. Alleen bij binnenlandsche toeren naar Maastricht en Arnhem vergezelde hij zijn groote broers wel eens en mocht dan zelfs zoo nu en dan, in meestal veel te groote schoenen etc. een balletje meetrappen. Toen reeds was het ons allen al duidelijk, dat ook deze spruit van den FRANCKEN-boom uit het ware voetbalhout gegroeid was. In 1913 kwam hij weer geregeld aan de Spanjaardslaan en zij, die hem nooit eerder zagen, hadden al gauw aan zijn manier van loopen, zijn houding, zijn gezichtsuitdrukking etc. etc. in de gaten,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1919 | | pagina 249