Ik snoep nu verder terdege uit m'n boekje „Athletiek en Voetbal", dat in 1893 bij incent Loosjes uitkwam en uit oude sportbladen, want zonder dat zou ik me met meer in dien wirwar van wedstrijden uit en thuis een wegje kunnen banen. In 1887-1888 had de H. F. C. het sterkste 1 i-tal. Ik had in '87 reeds correspondentie met Semmelink over de oprichting van een bond. In '88 tracht ik een voorlooper te starten, n.l. de provinciale wedstrijden, en met Rotterdam, Amsterdam en Den Haag (resp. de H.H. Weinthal, van Noppen en Semmelink) probeerden we n bond ineen te zetten. Subjectieve overwegingen, eenige anthi- pathieën tegen die samenstellers en oneenigheden onder hen, maakten mij dat vrijwel onmogelijk. Kerst in November 1889 probeerde ik het opnieuw, in café Neuf bij de Houtpoort te Haarlem, en op 8 December 1889 gelukte het mij eindelijk, om, gesteund door H. Burkens en P. Drooglever Fortuyn, die mij de moeilijkheden der meeningsverschillen tusschen Rotterdam en Amsterdam met Hariiïoorn hielp oplossen, om den N. V. B. in een vergadering in het Oude Cential in Den Haag op te richten. Het is feitelijk vreemd, dat dit 10 jaren na de II. F. C.-oprichting pas tot stand kwam. Immers reeds in 1880 vernam ik o. a. van Hayman, hoe het voetbal in Engeland geregeld was, en in 1883 uit Engeland terugkeerende, waar ik een handelsschool afliep, had ik al dat moois al van nabij gezien, kende daar tal van menschen, die mij de inlichtingen ver schaften, welke ik vroeg. I Iet is dan ook minder uit zelfverweer, dat ik hier voor het eerst en voor het laatst even bij stil sta en mij in gedachte afvraag: „Welk een folio-ezel zou ik niet geweest zijn, als ik, na hetgeen ik te Noordwijk, te Ostende en in Enge land gezien had, nóg niet op het denkbeeld was gekomen om: ie. hier in Neder land óók voetbal te spelen; 2e. hier in Nederland óók 'n bond te stichten, welke dat spel tot een volksbelang en een middel tot lichamelijke opvoeding zou brengen." Wat mij wèl verwondert, is, dat het spelen van voetbal hier en daar in ons land lang vóór '79 (vermoedelijk volstrekt niet legendarisch, maar historisch) nooit iemand heeft g'eanimeerd om er méér in te zien en er méér uit te halen dan een tijdpasseering voor de beoefenaars zelf.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1919 | | pagina 25