SEIZOEN 1914—'15.
Vijf en dertig jaren had de H. F. C. achter den rug-, maar wegens het
ontbranden van den grooten wereldstrijd kon er aan feestelijke herdenking van
dit feest natuurlijk niet gedacht worden.
Dit seizoen is wel een van de abnormaalste geweest, hoewel het niet
bepaald een ongunstig verloop had, want na enkele strubbelingen en persoonlijke
questies, die spoedig werden uitgevochten, had het verder een voorspoedig
verloop, zoowel wat den stand van het eerste elftal op het ranglijstje betreft als
haar succes in de bekerwedstrijden. Ook de finantieele toestand baarde geen zorg.
Hoe geheel anders is het seizoen verloopen, dan wij het ons in September
1914 voorstelden. In dien tijd was het bestuur eenstemmig van oordeel, dat er
dit jaar toch wel niet gevoetbald zou worden. De H. F. C. Ja, hoe het met de
H. F. C. zou gaan, dat wisten wij toen zelf niet; die zou niet lang meer kunnen
bestaanhoe zouden we de voor hare instandhouding benoodigde gelden bekomen
't grootste deel der contributies zou natuurlijk niet binnen komen en dan, de
inkomsten onzer club bestonden toch voornamelijk uit de recettes. Recettes, wij
glimlachten bij de gedachte hieraanwie immers zou in zulke tijden geld uitgeven
om naar voetbalwedstrijden te gaan kijken, was dat niet veel te onbelangrijk
dat was toch maar spel.
Het N. V. B. bestuur scheen in den beginne dezelfde idéé toegedaan te
zijn, want zij zette hare werkzaamheden gedurende de maand Augustus stop, maar
hervatte deze begin September weder en opende zelfs de inschrijving voor een
z.g. Nood-Competitie, waarvoor ook wij met twee elftallen inschreven, alhoewel het
ons zelf eigenlijk niet duidelijk was, hoe wij twee behoorlijke elftallen in het
veld zouden brengen.
Het door den N. V. B. uitschrijven van een Nood-Competitie bleek een
maatregel, die alle vereenigingen toejuichtenminder was dit evenwel het geval
met een artikel van het Reglement bij de Nood-Competitie, dat velen Uwer zich
zeker zullen herinneren, n.l. het verplichtend stellen van het afdragen van 25
der bruto-recette van eiken wedstrijd aan een daartoe opgericht „N. V. B. Fonds
1914". De meeste clubs, waartoe ook de H. F. C. behoorde, meenden, dat dit
hunne krachten te boven zou gaan, en er volgde dan ook een hevig protest,
uitgaande van de vereeniging van ie-klassers „Het Gouden Hoofd". Tenslotte werd
deze questie zoodanig opgelost, dat het bewuste fonds bleef bestaan, doch de
vereenigingen zelf hunne bijdragen konden bepalen.