DE ALLER-ALLER OUDSTE GEGEVENS.
Dat de H. F. C. achter den Hout al in de eerste
eeuwen voetbalspelende voorgangers heeft gehad, blijkt
wellicht duidelijk uit de opgegraven Runensteen, waarop
het volgende afschrift in Bataafsch dialect
Wilja vi fria blifvaalsa Cigon tha knapar spela
med stora bollan. sind vi i alia, dela öjved, and knapar
,,slora, sa shall vi kasta us uppa jianden.
Heslem 249.
Die oorkonde zegt dus ongeveer
Zullen wij vrij blijven, dan moeten de jongens met
den grooten bal spelen, en zijn wij in alle opzichten geoefend en de jongens
volwassen, dan zullen wij ons op den vijand werpen.
Haarlem A°. 249. nC.
Er bestaan ook eenige fragmenten, die op een soort competitie en straffen
doelen. Zoo is er sprake van een friendly game tusschen de lui van Heslem,
die tegen de Flevoërs speelden (onder den naam van „De Neutenpikkers").
De „onzen" werden gedisqualificeerd als hebbende er een dfterbaks utan
nüsaringa (in 't geniep zonder neusring) meegedaan.
Een tweede document zegt, dat een der Kennemers („de bronzen mokers")
uppa marknad anspejat (op de markt aangespuwd mocht worden, wijl hij met een
hertenschenkel gecloevet (denkelijk schedels gekloofd) had. 'n Zeer ruw spel
vermoedelijk
Één match tusschen de onzen en de Trenkteren (pseudoniem „De Mispels",
ergo denkelijk veteranen) werd geschrapt, wijl ze 'n maar half tamme bere med
starke hugen voor keeper hadden laten meedoen.
reimk r
s/\ u i) /yes I
/tin*
7U l-XAIM WA
frï'r. iet? ypj/ru
'hMt ,/U\ frul
mWlï<.V' uh
IÉjÉÊxIrgypt-Y.
X hPu-v d
mmi/i - f
fU/l
—^1 gttn-» T74V
f 1 xp-vj 1 w.
UÏÏJPfi Tl-ln ïrxA-p (S.
I J'l 1 y v TtMKxA ri-jt J