bestond, die, als ze 's Zondags verloren hadden, den strijd nog eens over wilden
vechten.
Geweldig hard ging de H. F. C. vo'oruit onder de kranige leiding der ouderen
en het enthousiasme der jongeren. Helaas was een ernstige ongesteldheid oor
zaak, dat Jan zijn voetballerschap vrijwel opgeven moest. Wel heeft hij in het
vermaarde 2e team van Rein v. d. Woude nog enkele keeren meegespeeld, maar
zijn H. F. C.-loopbaan werd feitelijk nu alleen met de pen voortgezet. Wij allen
weten, hoeveel seizoenen hij hoogst nauwkeurig het wel en wee onzer Good Old
in de wekelijksche uitgaven van het Sportblad vastlegde. Dikwijls is hij toen
door spelers aangevallen wegens zijn critiek, die meestal raak was. Hij hoopte
echter alleen, dat zulks het spel van dezen of genen ten goede zou komen.
Toen in 1914 de oorlog uitbrak en daarmede voor alle voetbalclubs
hoogst moeilijke tijden, was hij direct bereid in het bestuur zitting te nemen. In
die tijden zorgde hij er dikwijls, vooral 's Zaterdags, tot laat in den nacht voor,
dat een fatsoenlijk ie en 2e bij elkaar getrommeld werd, en was zijn woning in
de Groote Houtstraat gewoonlijk het middelpunt onzer H. F. C.-gesprekken.
Dat hij nog lang onze Good Old op directe en indirecte wijze moge
blijven steunen, is de wensch van
K. J. J. L.
251
GEZICHT OP PIET H. F. C. TERREIN TIJDENS EEN WEDSTRIJD.