van
Het is ongetwijfeld niet gemakkelijk, om in enkele woorden de verdiensten
neer te schrijven van den man, wiens naam boven deze regels prijkt. Het geven
een dorre opsomming van data, waarop hij de H. F. C. op verdienstelijke
wijze hielp, is vervelend en daarom wil ik pro-
beeren in een kort overzicht aan de tegenwoor
dige en oud-leden onzer vereeniging iets van
hem te vertellen, die nog steeds met een buiten
gewonen ijver gedurende het geheele seizoen
voor de „Good Old werkt.
Wanneer men een goed geconserveerd jong-
mensch, voorzien van de bekende O-beenen, die
van onderen versierd worden door de fraai-
gepoetste molières met veelkleurige sokken, ziet
loopen en bemerkt, dat onder de luchtig om het
lichaam hangende jas een corpus verborgen is,
dat geen last heeft gehad van de distributie
misère, terwijl dit geheel getooid is door een
blozend gezicht met een sterk links afhangende
scheiding en begin van kaalwording aan den
voorkant, dan roept ieder fatsoenlijk mensch in zichzelf en ieder schooiertje luid:
„Dag, Blauwe! Denk aan Zondag, jog!"
Met een vermakelijke grijns over het gezicht kijkt hij dan rond, is eens
deels gestreeld door de populariteit, maar fronst anderdeels zijn borstelige wenk
brauwen, om bij zichzelf te denken: „Dat moest mij, eerwaardig zakenman, toch
feitelijk niet overkomen."
Zoo is het, Seignette, maar zoo lang je nog met denzelfden onverflauwden
ijver belangeloos je tijd geeft aan onze vereeniging en de jaren nog niet in die
mate aan je geknaagd hebben, dat je behalve achter de bestuurstafel ook op het