WILLEM M U LI ER
DOOR
JAN FEITH.
Onze arme verbeeldingskracht zoekt steeds naar aanknoopingspunten, om
er houvast bij te vinden, zoodat, wanneer wij een omlijnde voorstelling van be
paalde begrippen ons voor oogen willen stellen, wij dadelijk rondzoeken in onze
herinnering, of er niet pasklaar een bepaald
specimen voorhanden is, om als kapstok te dienen
voor de poovere draperie onzer fantasie. Ik bedoel
dit zoo, dat bij het spreken over muziek, wij
aanstonds uitkijken naar één bepaald muzikaal
genre, naar één enkele muzikale figuur, om deze
te laten dienst doen als mannequin onzer muzikale
gevoelensbij schilderkunst zoeken wij naar één
school, één historische glorie-figuur, één levenden
meesterevenzoo handelen wij soms bij letter
kunde of architectuur, bij politiek of theologie,
bij wetenschap of wijsbegeerte. Bij tal van zulke
onderwerpen, die zoo eens plotseling onze vluch
tige belangstelling komen wekken, haasten we
ons het standaard-type te zoeken, om dienst te
doen als de affe verpersoonlijking onzer vaag-
omlijnde bedoelingen.
Vondel als onze dichterlijke figuur; Rembrandt
als ons vaderlandsche schilders-typeWillem de Zwijger als onze meest zwijg
zame staatsman; en Boerhave als de vertegenwoordiger onzer nationale geleerd
heid!Of, voor het heden, een Bolland als de verpersoonlijkte
filosoof, naast een Mengelberg als de belichaamde muziekmet een Berlage als
het hoofd eener bouwschool en een Lorentz als type onzer naar buiten uitblinkende
NoBELprijs-geleerdheid
Waar wij hier spreken over voetbal en wel over een Haarlemsch jubileum,