van hun eigen elftal wel eens stelden boven het clubbelang, in één en wel een
vaste hand zijn. Niet alleen dat de administratie klopte als een bus, maar tevens
wist Lotsy er enthousiasme in te brengen. Op dezelfde fiets met de onevenredig
hooge zadelpin (noodig voor zijn toen al lange beenen), waarop hij de laatste
dagen van de week soms tot 's avonds laat rondreed om elftal-spelers op te
trommelen, snelde hij 's Zondagsmorgens door de stad van 't eene voetbalveld
naar het andere. Hij zag b. v. het begin van een wedstrijd van het ie elftal
aan de Spanjaards laankeek dan eens hoe het 3e elftal het maakte in Schoten,
om van daar weer den stand met half time te kunnen breng'en aan het vierde,
dat in Heemstede speelde.
Zoo langzamerhand breidde zijn taak zich uit en nam hij ook ander werk
op zijn schouders. Zijn vriendschap met „Mannes" maakte hem o. a. tot een
zeer nuttig tusschenpersoon van spelers en bestuurders.
Waarschijnlijk zou hem een der volgende jaren wel het geheele secretariaat
zijn toevertrouwd, als niet op eene bestuursvergadering een telegram door hem
werd ontvangen, dat hij binnen een week om studieredenen naar Amerika moest
vertrekken. Dat in den gezelligen bestuurskring zijn werken en zijn persoon
werden gewaardeerd, heeft Lotsy dien avond kunnen merken uit de stemming
en de woorden gesproken aan het spontaan aangerichte afscheidssouper.
Zooals zoovelen werd ook Lotsy in 1914 naar het Vaderland terugge
roepen teneinde zijn dienstplicht te vervullen. Hoewel soms in garnizoensplaat
sen ver van de Spanjaardslaan verwijderd, zien wij hem weldra weer bijna eiken
Zondag als grensrechter langs de lijn snellen.
Toen de oude garde, die de H. F. C. door wijs beleid had groot gebracht,
in 1917 den voorzitterszetel aan jongeren meende te moeten afstaan, waren wij
eenigszins beangst deze beproefde leiding te moeten missen. In de stad was
geen voorzitter te vindeneen voorzitter buiten de stad had ook zijn be
zwaren, al heeft H. F. C. twee van hare beste voorzitters gehad, die buiten de
stad woonden.
De bezwaren werden echter voor Karel Lotsy met zijn groote beweeg
lijkheid, ijver en enthousiasme minder gevoeld, dan voor anderen. Zoo werd hij
dan ook door de Algemeene Vergadering van September 1917 aangewezen de
door het bedanken van den Heer J. de Breuk ontstane vacature te vervullen.
Met een krachtige rede aanvaardde hij zijn plaats achter de groene tafel.
Door zijne energieke leiding wist hij zeer spoedig het vertrouwen der
leden te veroveren, welk vertrouwen sindsdien absoluut gemotiveerd is gebleken.
Behalve dat het vereenigingsleven door zijn perroonlijk contact met de
jongeren veel won, wist hij, door als een vader over het ie elftal te waken, dit
menigmaal voor vele invallers te behoeden en daardoor ter overwinning te leiden.