278
Bovendien vertegenwoordigde hij de H. F. C. op bijna alle vergaderingen van
het Gouden Hoofd. En ook daar was hij uitstekend op zijn plaats en waar
schijnlijk, nu vele snelle veranderingen overal ook in de voetbalmaatschappij
noodig zijn, beter in staat dan menig oudere om den versnelden polsslag van dezen
tijd te voelen en te volgen.
Wat Karel voor de H. F. C. voelt, bleek wel uit de schitterende ont
vangst, welke hij het geheel team en supporters op den Zaterdag vóór D. F. C.
H. F. C. in het seizoen 1918/' 1 g bereidde. Was hieraan misschien de nederlaag te
wijten? Enfin, dat hadden allen, behalve juist Karel, er voor over gehad.
Spoediger, dan wij dachten, zullen wij hem moeten missen als voorzitter.
Door bijzondere omstandigheden ziet Karel zich genoodzaakt na de feestelijk
heden zijn ambt neer te leggen.
Noode zien wij hem gaan, want zeer en zeer moeilijk zal een dergelijke
harde werker en clubenthousiast onder de H. F. C.'ers gevonden kunnen worden.
Rest ons nog hem hier ter plaatse den dank van de „Good-Old" over
te brengen voor het vele, dat hij voor haar gedaan heeft.
R. en v. L.
KAREL LOTSY.
Karel Lotsy, je moet het maar weten
Aan het Spaarne woon je 'laas niet.
Raar toch, dat jij, in Dordrecht gezeten,
Een voorbeeld stelt aan den oer-Haarlemiet.
Lotsy, vader, blijf ons trouwe,
Laat je sympathieën steeds hier.
Och, hoe jij 't ook moge beschouwen,
Toch ben jij hier onze banier.
Sta trouw pal en houd haar hoog,
Yzeren wilskracht zelden boog.
Juli 1919. W. M.