Maar al dat sjouwen, het hielp ons geen zier, We zakten een klasse, weg was ons pleizier. Maar in steê van te murmureeren en schetteren, Trachten wij toen die klas te verpletteren. Desespereert niet, zei wijlen Pieterszoon Koen. We zeiden 't 'm na en werden kampioen. Welbegrepen, dat was excusez, 2e klas. Celeritas en Victoria kregen flink klop, Weer stegen we 'n klas en de vlag ging in top. Ik hoop, lezers, dat ge de waarheid bemint, Dies zeg ik het maar, 't ging niet voor den wind. 't Was of de duivel er lustig mee speelde, Waar 't weer 'n heel klein haartje maar scheelde. Op eên na stonden we weer onderaan En was 't weer bijna misgegaan. Maar we wilden 't noodlot toch overwinnen, En gingen een nieuw speeljaar beginnen. Dat overwinnen liep weliswaar somwijlen spaak, Geworsteld hebben we echter vaak. Weer was men in de tweede klas, Eln niet wat men noemt in z'n sas. Weer werd er gewerkt en zonder murmureeren, Wachtten we, of de kans wilde keeren. We speelden weer braaf, zooals dat behoorde, We boekten 27, waartegen men 3 maal scoorde. We klopten, och, wat gaf dat 'n emotie, Sparta 2 keer, en wel voor promotie. Toen gaven w' ons woord, heel plechtig en trouw, Dat de H. F. C. niet meer kelderen zou. Die belofte hebben we Vouw toen gehouden, Volgt dat na lui, of ge zijt opnieuw weer verkouden. We klommen zoo goed en zoo kwaad als het kon, Helaas was er steeds een, die nog hooger klom, En werd dat gezwoeg niet beloond? ja, wel zeker, We wonnen tenminste den HoLDERT-beker. Zoo vlogen de jaren met succes en verliezen, We bleven 'n plaats in 't midden verkiezen, We konden er ons zelfs eens op beroemen, Ons kampioenen van Haarlem te noemen, En al hadden we aan 't kampioenschap geen lak, Toch waren we blijde met de gouden plak. Weer sleepten we, men had het trouwens verwacht, Den beker in '14 weer mooi in de wacht, En al hebt gij thans op geen kampioenstitel kans,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1919 | | pagina 299