298 broken belegerd, doch speciaal de beide backs Smits en Colenbrander zijn in puiken vorm. De tijd verstrijkt al meer en meer en wanneer Mutters tot g'roote opluchting der onzen het eindsignaal geeft, is de stand nog steeds 1o in ons voordeel, waardoor wij in de demi-finale geplaatst zijn. De avond werd besloten met een zeer geanimeerd bal, waar tot laat in den nacht gedanst werd. Den volgenden dag werd reeds om half tien de strijd aangebonden tegen M. S. V., weder een Maastrichtsche club, welke echter meer van een elftal worstelaars dan van voetballers had. Een kwartier na het begin moest de Jong wegens een hoofdwonde uitvallen, waardoor de Haarlemmers met 9 man verder zwoegden. Het was echter weder de Haarlemsche achterhoede, welke van geen wijken wist. Na de rust verschenen de Haarlemmers weder met 10 man. De voorhoede bestond uit de Jong, v. Sughtelen, Seignette en v. 't Wout, nu juist niet een ideale combinatie om goals te maken! Hierin slaagde zij dan ook niet, M. S. V. echter evenmin, zoodat, toen het einde aangekondigd werd, getost moest worden. Zooals vanzelf spreekt, ried de „Blauwe" goed, zoodat, onder groot gejuich van het tribune-publiek en gehuil van de overige bezoekers, H. F. C. in den eindstrijd kwam tegen Blauw-Wit. Van dezen wedstrijd valt weinig te zeggen. De belangstelling was voor Maastricht zeer groot, er waren 7000 menschen. De onzen waren inmiddels met een telegrafisch ontboden elfden man aangevuld, versterkt is een te groot woord'. Blauw-Wit is geheel volledig voor dezen strijd. De H. I C. ers daarenteg*en zijn allen nog* min of meer geblesseerd vanwege den 's morgens gespeelden wedstrijd. Vandaar dat men den Haarlem mers, hoewel verreweg populair bij het publiek, weinig kans gaf. Een kwartier achtereen gaat de strijd vrij gelijk op, dan begaat echter de Haarlemsche keeper tweemaal achtereen een fout, wat aan Blauw-V it evenveel doel-punten oplevert, 't Was zeer te betreuren voor den overigens gedurende dit toernooi zeer ver dienstelijk spelende Roetje. Had hij deze fouten niet gemaakt, wellicht dat de Haarlemmers de stand blanco hadden kunnen houden, met welk idee, 't mag nu wel verklapt worden, wij eigenlijk den wedstrijd begonnen waren. Alsdan had weder geloot moeten worden en was het beeld natuurlijk naar de Spaarnestad medege nomen. Nu maakten de Amsterdammers na de rust nog een goal tegen het geheel verslapte, hinkende team der onzen. Met dezen stand kwam het einde. Aan het diner, hetwelk des avonds aan de elftallen, welke den eindstrijd bereikt hadden, aangeboden werd, en waaraan verschillende H. E. C.'ers zich beter bleken „thuis te g'evoelen dan s middags in de finale, werd o.a. de fraaie gouden medaille als 2e prijs aan den aanvoerder der onzen uitgereikt, alsmede voor elk der spelers een zilveren draagmedaille. Pinkster drie werd door het meerendeel der onzen benut met een tochtje

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1919 | | pagina 310