in de eere-afdeeling optreden, waarin hij in het seizoen igis/'ió voor goed zijne plaats vond, al kon hij ons toen Piet Hein nog niet doen vergeten. Langzamerhand ontwikkelde hij echter zóó zijn spel, dat wij hem verder met gerust hart de H. F. C.-palen zagen bewaken. Als staaltje van zijn liefde en enthousiasme voor het spel en cle H. F. C. in het bijzonder kan gelden, dat hij onze eenige speler is, die er twee jaar achtereen in slaagde geen enkelen wedstrijd te missen, n.l. in 17/ 18 en 18/ 19. Wij vertrouwen dan ook, dat Roe in deze de „hattrick zal gaan verrichten. Dergelijke menschen heeft de H. F. C. noodig en zal zij in eere houden. Het eenige bezwaar, dat Roe tegen zijne „betrekking" heeft, is wel de groote verantwoordelijkheid, welke op den keeper rust, en hoe gauw zulke types „slecht" zijn; want één fout kan alles bederven, en dan heet het: „Roe heeft den wedstrijd verloren' alhoewel misschien 10-maal de H. 1'. C. door zijn toe doen een tegenpunt, dat zeker scheen, ontging. Voor dergelijke zaken is Roe, ondanks zijne groote bescheidenheid, buitengewoon gevoelig. Het beste compliment, dat wij onzen jongsten eerste elftal-vertegenwoordiger kunnen maken, is wel van harte den wensch uit te spreken, hem tot en met H. F. C.'s gouden feest ons doel te zien verdedigen. A. van Lennep. Leyduin' Augustus 1919 roe en nes in actie. 306

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1919 | | pagina 318