Te Amsterdam werd op 21 October met 4o van Ajax verloren; alles
zins verdiend, maar met een weinig meer geluk aan onze zijde hadden de heeren
met hoogstens 31 genoegen moeten nemen. Ajax speelde nu eenmaal een
klasse beter dan de andere 1 A vereenigingen en weinigen twijfelden toen reeds
aan een Amsterdamsch kampioenschap. Op Jan van Langen na waren we vol
ledig; de Jong verving hem. Ben speelde wederom keurig, terwijl het heele
elftal ondanks het zware veld tot de laatste minuut hard gewerkt heeft.
H. F. C. III. SEIZOEN 1918-19.
Wegens intrekking der verloven blijven we tot den 3en November van
voetbal verstoken. In dien tusschentijd had de Spaansche griep echter aardig
huisgehouden onder onze spelers. Met 10 menschen w.o. 6 invallers trokken we
naar Wassenaar, alwaar we gelukkig Jan Rijnders bereid vonden het elftal te
completeeren. Roe en hij waren de eenigen, die goed spel lieten zien tegen de
volledige Hagenaars. De 7o nederlaag zullen we maar niet verder bespreken
en de revanche te Haarlem rustig afwachten.
Staande van links naar rechts: W. Schnitger, A. Terwogt, F Storm, H. Benkemper,
W. Schuurman, F. Mulder, H. Tancrei.le, O. v. Moller, Jhr. J. C. Mollerus,
Geknield: D. Miezérus, H. Wegerif.