De voor Nederlandsch-Indië actueele onderwerpen werkte hij, op verzoek van den Gouverneur-Generaal van Heutz te Buitenzorg, uit in een 20-tal nota's; die inzake de instelling van een stoomvaartlijn Sabang-Rangoon en herziening van de ten arbeidstelling van gevangenen kwamen reeds kort daarna tot stand. Doch, basta! wat betreft zijn „Indische jaren"! Teruggekeerd in ons land, begon hij zijn krachten te besteden aan de mede-oprichting van den „Nederlandschen Bond voor Lichamelijke Opvoeding", eerst als secretaris, later als vice-voorzitterin 1909 verscheen van zijn pen het geschrift „Losse Gedachten", waarin hij zijn oordeel gaf over de organisatie van het voetbalspel en de maatschappelijke beteekenis daarvanen in deze latere jaren was het telkens en steeds weer Mulier, die door zijn geschriften, door zijn woord en door zijn persoonlijkheid, een invloed en beweegkracht ten goede aanwendde, wanneer er belangrijke kwesties op het tapijt kwamen, zooals de beweging tegen het professionalisme en tegen het wedden bij voetbalwedstrijden, de uitbreiding- van het schoolvoetbal en de wettelijke regeling der lichamelijke opvoeding- onzer Nederlandsche jeugd. Hierover echter een afzonderlijk woord. Legde de bijeenroeping van de sportbonden in 1898 reeds een eersten band tusschen de elkaar vóórdien niet kennende g-roepen, in 1910 had een voorval plaats, hetwelk de lichamen, welke als aangewezen waren, om zich met de volks opvoeding te bemoeien, nauwer bijeen bracht. Op een lezing, gehouden door Mr. Welcker, bracht Mulier de vijandige elementen van de onderwijs- en gymnastiekwereld in een open debat nader tot de sportbonden, door er op te wijzen, dat die elementen elkander moesten aan vullen, in stede van bestrijden. Dit sloeg in. Daaruit ontstond een commissie onder voorzitterschap van den heer Snijders, leeraar bij het M. O. te Middelburg, waarin o. m. zitting- hadden de Maatschappij van Geneeskunde, afgevaardigden van het Lager, Middelbaar en Hooger onderwijs, het Nut van het Algemeen, het Nederlandsch Gymnastiek-Verbond, de bonden voor Lichamelijke Opvoeding en de voornaamste sportbonden. Het resultaat van wintervergaderingen en ingestelde enquêtes werd neergelegd in een rapport, het welk den Minister van Binnenlandsche Zaken werd aangeboden. In hetzelfde jaar volgde een uitnoodiging tot het houden van een rede bij de jaarvergadering- der Vereeniging van Leeraren bij het M. O. te Utrecht, waarin Mulier zijn onderwerp: „Ouders, Sport en School" behandelde en een ont werp van verplichte invoering der lichamelijke opvoeding op de scholen werd ontvouwd. Op zijn initiatief ook werden bij den Nederlandsche Bond voor Licha melijke Opvoeding, den Nederlandschen Voetbalbond, den Nederlandsche Kaats- bond en den Ned. Athletiekbond medische commissies in het leven geroepen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1919 | | pagina 32