In September igio volgde dan Willem Mulier's benoeming tot Ridder
in de Orde van Oranje-Nassau.
Was onze Pim Mulier alsnu een statig en officieel geridderd man, die
voortaan den neus hooghartig op zoude trekken voor het bruine monster, ja!
wellicht z'n eigenlijke sport-origine in den vervolge ging ignoreeren?
Wie zulk een vraag waagt te veronderstellen, verstaat de psyche van
dezen ehrentfesten sportsman al heel poovertjes,
Want welk een genoegen is het juist, na al deze meer chronologisch-
maatschappelijke gebeurtenissen uit Mulier's leven te hebben aangestipt, nader
in te gaan op de eigenlijke sportloopbaan van den man zelf.
De geschiedenis van de invoering van het voetbalspel in ons land is eigen
lijk dezelfde als het overzicht van Mulier's sportbeoefening. Want deze sportman
toonde zich nooit een droog theoreticus te zijn! Zelf trok hij uit op onderzoek;
zelf haalde hij het gezonde hart op aan elk der sporten, waarvoor zijn belang
stelling gewekt werd. Daarna was het pas, dat zijn altruïsme hem tot een soort
apostel maakte, om zich heen verzamelend de jongeren, die hem geschikte indi
viduen leken, om met hem een nieuw spel te leeren spelen. Tegelijk was hij dan
reeds de natuurlijke leider bij de nieuwe vreemde sport gewordenhij bezorgde
het materiaal, hij bewerkte de spelregels; hij gaf het voorbeeld in techniek en
training; hij was aanvoerder en bezieler tegelijk.
Zoo staat Willem Mulier daar nog steeds als de ideale captain mij voor
oogen, wanneer ik mij het liefst herinner mijn jongensjaren omstreeks '80, om
hun sterkste sport-reminicensie. Hij woonde toen in Haarlem hij moet omstreeks
vijf en twintig geweest zijn. Deze leeftijd plaatste hem dus ver boven onze school
jongensjaren maar daarenboven ging er van hem een zedelijk overwicht uit, een
enthousiasmeerend voorbeeld als ouder en beter sportsman, wat het oefenen
en spelen onder Mulier's leiding tot een onderscheiding maakte voor de jongens
van de Haarlemsche Scholen van Middelbaar Onderwijs, als H. B. S. en Gymnasium.
Hij kwam ons 's middag na schooltijd zelf afhalen, om ons naar den eens
klassieken Koekamp in den Haarlemmerhout te leiden. Daar moesten we onder
zijn toezicht hardloopen, korte baan, middel-afstand en lange baanvervolgens
werd er onder zijn leiding stelselmatig op goal geschoten; de vijf voorwaartsen,
met Mulier als middenspeler, moesten het veld over dribbelentegelijk werden
de halfs en de backs aan het werk gezet en tot slot werd dan weer de doelver-
dediger aan den tand gevoeld. Eenige malen in den vóórwinter werden we door
Mulier opgeroepen om een „paper chase" te loopen, van het voetbalveld in
den Koekamp door den Hout, de Spanjaardslaan door, den weg naar Zandvoort
op, Elswout of Overveen om, drie uur draven aan één stuk! Wanneer het begon
te vriezen (het waren vijf en twintig jaar geleden nog winters, vast van vorst en
2 1