de 1609 meter hard gereden. Maar dan begint het te sneeuwen. En ook is deze conscentieuse sportman eerlijk genoeg voor zich zelf, om op 31 December deze aanteekening aan zijn sport-dagboek toe te voegen De eerste maand van het nieuwe jaar begint ongelukkig; maar het is be langrijk de aanteekeningen van den trainende te blijven volgen. Voor den eersten dag van het jaar 1886 staat er deze aanteekening: Wat is er verder gebeurd? vraag-t men zich af. Want dan volgen de onheil spellende notities: Februari wordt, zoolang het niet sneeuwt, oefenende doorgebracht, met dagelijksche schaatsenritten van één kwartier tot zeven uur. Idem in Maart. Dan be gint het in April pas te dooien en de loop-oefeningen worden hervat, soms in de sneeuw, dan weer met dooi-weer. April is ook een slechte maand. „Dooi en regen" noteert de sportsman; maar toch wordt dagelijks een stuk gedraafd, als het weer niet al te koud of' te slecht is. Eindelijk beginnen in het najaar van 1886 de resultaten van al deze oefeningen te blijken. Op de credit-zijde van deze aanteekeningen komt dan voor het eerst voor 25 31 December lui. 1 Januari „katterig". 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15 Januari Manke poot, knie-schijf weer in elkaar, arm gezet.1) 16 Januari uit. 17 Januari uit. 18 Januari 10 minuten, poot zwak. 19 Januari 15 minuten, poot zwak. 20 Januari sneeuw, poot zwak. 21 Januari iets beter. 22 Januari veel beter. 23 Januari 30 minuten, houdt zich goed. 24 Januari 1 uur, all right. 26 Januari 36000 Meter in 8 uur, 20 minuten op ski's. 16 October 1886 Amsterdam Internationale Hardlooperij 350 Meter iste prijs gouden medaille. 1) Bij nadere informatie schrijft Mulier me: „Amice Jan Feith, „Deze aanteekeningen slaan op Zweden, waar ik woonde om Zweedsch, Noorsch, Deensch en IJslandsch te leeren. Ik liep daar toen veel sneeuwschoenen, o.a. in mooien tijd van Hernösand naar Sundsvall in 9 uur, wat ze me daar niet nadeden. „Ik trok met Lapsche families in poolpakje net zes weken rond, op elanden, wolvenen andere beesten jagende, waarna een bad, beginnende met een vóórbad met schuurpapier. „Bij een van die tochtjes in de bosschen brak ik een stuk van m'n knieschijf, vandaar de manke poot!" jE pIM_

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1919 | | pagina 37