37 „Maar zijn ze hier nu heelemaalmopperden m'n jongens. En ze smeerden 'm, in elke steeg vluchtten er een paar weg. Het mastbosch bloote beenen, gedost in oranje-beenstukken, vaandel en jonkvrouwen kwamen alleen op 't veld. Even later wij ook. Ik rappeleer me 'n amicale, doch ontredderende trap, diep onder m'n maag streek omtrent, van 'n meneer Veltman te Rotterdam. Dit deponeerde me op één der zwerfblokken, waarmede de heuvel destijds grillig en losjes was gestof feerd. (Om Jan Kan c.s. te sarren, vroegen we dan terloops zoo: „Hebben jullie iets aan het veld verbeterd? Het is net, of er weer méér keien liggen deze keer?") Het was 'n flinke, goede trap. Ik raakte buiten westen. Toen ik bijkwam, dook 'n medicinaal en beslist afstootelijk hoofd tusschen m'n beenen op, fixeerde me door 'n bril, somber. „En?" informeerde ik. „Uw staartbeentje schijnt geraakt", lispelde de man der wetenschap. Je moet er maar kijk op hebben, wat-U? Ik herinner me een dier bloedstollende, wrikvaste, gave aanvallen van „Concordia"M. (spreek uit Emme) Weinthal spoorde de zijnen aan onder het zenuwverslappende „Haal op Concordiasmorzando overgenomen door de achter hoede, overbruld door het Indianengehuil der supporters. Van Manen stond bleek, trotsch als een pauw, te wachten, met snel-ventileerende neusvleugels. Het on heil naderde. Er was spanning alomme. Emme Weinthal naderde, nog enkele gebeurlooze momenten en de stemmen- bajert werd 'n orkaan. Dan schiet hij. Het bruine monster, eilacie 'n vriendelijk, bruin Fanny-hondje van het mannelijk geslacht, wentelde onzen doelverdediger, onder heftig gejank en van angst centrifugale straaltjes sproeiend, voorbij en door het doel De achterhoede van Concordia cheerde. Het publiek deed bioscopisch. „No goalzei de umpire. Hondje af. Ik rappeleer me een match tegen R. A. P. Schroder bezat toen nog niet die spitsvondige vingervlugheid, waarmede hij op lateren leeftijd 'n overvloedige hoeveelheid baard tot 'n innemend persoonlijk sieraad heeft weten om te tooveren aan den onderkant van zijn zacht gelaat. Wij mochten elkaar, sportief vooral, en hadden een paar meter buiten de zijgrens een intiem, klein catch, as catch can

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1919 | | pagina 49